Europa in de herfst schept hoge verwachtingen voor Malpertuis.
Theater Malpertuis (Tielt) viert zijn vijftigjarig bestaan in een jaar waarin gebeurtenissen van 50 jaar na mei ’68 en 200 jaar na de geboorte van Karl Max (1818-1883) eveneens in herinnering worden gebracht. Wat historische feiten met elkaar en met de evolutie van een samenleving te maken hebben, is niet altijd duidelijk, tenzij men verder durft te gaan in de geschiedenis en meer belang hecht aan het opsporen van oorzaken dan aan het zich neerleggen bij de gevolgen.
Met Europa in de herfst durft Piet Arfeuille (°1961), sinds 2009 artistiek leider van Malpertuis het aan, een paar
duizend jaar terug te keren in de geschiedenis en er op te wijzen dat het geëngageerd theater zoals het door de ‘oude’ Griekse schrijvers werd geschreven, in feite de kern bevat waarrond de politieke en persoonlijke beschaving zich heeft ontwikkeld zonder daarom over geheel de lijn geslaagd te zijn. Arfeuille zet Oedipus en Antigone (beide van Sophocles, 496-406 v. Chr.) naast en tegenover elkaar, voor en tegen het toenmalige wetgevende gezag. Hij komt tot het besluit dat ‘in de plooien en kieren’ van die klassieke stukken, ook alle hedendaagse thema’s betreffende macht en geld, corruptie, verspilling, en de voortdurende spanning tussen burger en politici, aanwezig zijn.
Arfeuille hoedt er zich wel voor, een ‘bewerking’ of ‘herwerking’ van de genoemde stukken te maken. In Europa in de herfst wordt, met verwijzing naar de oorspronkelijke personages, hedendaags materiaal verwerkt in een symbolische confrontatie tussen vroeger en nu, als een aanzet tot vragen stellen, zowel door de vertolkers als door het publiek. De vertolkers (Joren Seldeslachts, Soufiane Chilah, Elien Hanselaer, Gorges Ocloo, Dries De Sutter, Timo Sterckx, Loes Swaenepoel, Lauranne Paulissen) zijn jong en hebben het theater uit de jaren zestig niet meegemaakt, toen Malpertuis, mede met andere ‘kleine’ theaters, meewerkte aan zowel een evolutie als een revolutie in het theater maken.
Opmerkelijk is, dat een dergelijke jonge cast, uit uiteenlopende opleidingsinstituten, zo overtuigend en homogeen op de planken komt. Als regisseur gaat Arfeuille er van uit, dat theater maken altijd een voorwaartse beweging is, een uitkijken naar een nieuwe aanpak, een scheppen vanuit een persoonlijke visie, anders dan deze van vroeger, zowel wat verwoording als vertolking aangaat. Dat is ook te merken aan de enscenering van scenograaf Amber Vandenhoeck die de wereld als een ruïne ervaart. De scène is een hellend vlak met hindernissen: een zijwand als een uitvergrote spiegel of een verschroeiend vergrootglas, in het midden een valkuil die tijdens het spelen evengoed een zithoek of een diplomatieke discussiekamer wordt. Ook hier weer een symboliek waar je ook als toeschouwer een eigen betekenis aan geeft.
De gehele voorstelling staat trouwens in het teken van een vervreemding, een tonen van een situatie, het vermelden van de spanning tussen de wet en het al of niet toepassen ervan, tussen het aanvaarden of het wegjagen van de zogezegde ‘vreemdeling’ en/of ‘verrader’, die eigenlijk een familielid is. Een spanning ook tussen de jonge generatie (Antigone, Ismene, Haimon, Polyneikes) en de oudere Kreoon (alhoewel in werkelijkheid even jong als de anderen) als de onverbiddelijke, indrukwekkende zwarte koning van Thebe (Gorges Ocloo; een verwijzing naar de moeilijkheden in Afrika?), door de jonge, opstandige en mondige Antigone (Elien Hanselaer) van antwoord gediend.
Van uit welke kant je Europa in de herfst ook bekijkt, je wordt in je eigen fantasie en in je parate kennis over wat Europa, het Westen, momenteel betekent, aangesproken. Voor Europa lijkt de toekomst somber en verward. Theater Malpertuis echter zet alvast met hoge verwachtingen een mogelijke nieuwe halve eeuw in.
Info: www.malpertuis.be