Recensie

De (voorstelling die moet overleven met het allerbeste dat nog over is)

Dit is een nieuwe co-productie van hetpaleis, Theater Artemis en Het Zuidelijk Toneel, in een regie van Jetse Batelaan. En diens voorstellingen zijn altijd heel bijzonder. Een voorbeeld: in ‘Het eind van het begin van het einde’ liet hij alles omgekeerd spelen. De voorstelling begon met het einde, en eindigde met het begin, en werd gespeeld op de scène van een theaterscene, in casu: de scène van hetpaleis. Wat werd afgebroken op de scène, werd eigenlijk opgebouwd. (Mocht u hierbij even de ogen fronsen, lees dan mijn recensie over ‘Het eind van het begin…’ op de website van het e-tijdschrift ‘Maggezien.net van 24/10/2020). 

Deze voorstelling (dus: ‘De voorstelling die moet overleven…’) heeft ook een heel origineel scènebeeld, met zo weinig mogelijk zetstukken of rekwisieten. Bij het begin van ‘De’… is er alleen maar een bijzonder klein bruggetje op de scène te zien. Maar het beekje dat er onderdoor stroomt, zie je niet. Dat wordt alleen maar gesuggereerd. Zoals (bijna) alles wordt gesuggereerd, tijdens een hele serie van korte tot ultrakorte scènes. Blijkbaar is de rest van het decor (dat er niet is) een plek die graag door de bewoners van een dorp wordt bezocht. De voorstelling speelt zich niet in het heden af. Dat wordt gesuggereerd door de wat verouderde (boeren-) kledij, en aan de houten klompen die gedragen worden. En die bewoners zijn zeker niet arm. Wat duidelijk wordt gemaakt door een jonge boerenmeid, die graag loopt te pronken met een mooi paar (zo te zien) dure (maar overbodige) lederen laarsjes. Je merkt wel dat alle jonge meisjes van het dorp wat jaloers zijn. Als in een volgende scène alle meisjes rondlopen met mooie, dure lederen laarsjes, kijkt niemand daar nog van op. Mooie liedjes duren blijkbaar niet lang, want wanneer een boer zijn (onzichtbaar) werkpaard wil optuigen, lukt dat niet omdat het dier zich gekwetst heeft (wat allemaal gesuggereerd wordt). En als de boer zich dan een grote auto aanschaft (alleen de vier wielen van het vehikel staan op de scène) en enkele vrienden uitnodigt om een ritje te maken, weigert het voertuig te starten. 

"De" - © Kurt Van der Elst
“De” – © Kurt Van der Elst

De voorstelling bevat een hele reeks hilarische toestanden, ik pik er lukraak maar enkele uit.  Bijvoorbeeld: als er een nieuwe uitvinding (zoals de telefoon) wordt gekocht, en de trotse eigenaars niet weten hoe je dit (eigenlijk nutteloze) toestel kan gebruiken, lacht het publiek zich een breuk. Of nog: een schuw meisje heeft zich ontfermd over een muisje, dat door haar wordt gevoed en vertroeteld. Maar als ze het diertje even toevertrouwd aan een vriendje, ontsnapt het beestje (dat we niet zien) en is ze ontroostbaar. In een volgende scène zien we hoe het hele dorp overrompeld wordt door duizenden (ingebeelde) piepende muizen. In een andere scène lopen een paar stoere mannen voorbij met houtwerk, bestemd voor de bouw van een gloednieuwe (veel te) grote schuur. Als ze klaar is, wordt dat natuurlijk gevierd. Iemand vraagt, of er toch een brandverzekering is genomen?’ / O? Nee… Maar ik heb wel een bliksemafleider gekocht. / En waar is die dan, ik zie hem niet…?’ Na wat zoeken komt men tot de vaststelling dat de bliksemafleider ergens op de grond ligt, en dat er geen geschikte ladder is om hem boven op de schuur te plaatsen. ‘Zeg eens, ik ben doodop, we zullen het morgen wel doen. / Goed, ja, morgen: eerste werk.’/ En het feestje gaat verder. (Citaat, vrij naar het origineel van ‘De’.)  

"De" - © Kurt Van der Elst
“De” – © Kurt Van der Elst

Maar als alle dorpelingen in bed liggen, wordt er op de scéne langzaam een rode gloed zichtbaar, met donder en bliksem! (En het publiek weet natuurlijk direct wat dit betekent.) De hele scène wordt ingenomen door een hoop mensen, die met emmers (en andere potten) water scheppen uit de beek (uiteraard doen alsof) en tevergeefs proberen de brand te blussen, die zich verder uitbreidt naar de huizen… In de slotscéne zie je de dorpelingen beteuterd en hulpeloos, in hun witte nachtkledij vol grote zwarte plekken en vegen staan. De mooie grote schuur is er niet meer, en waar zijn de huizen gebleven? Weg is de mooie droom. 

De voorstelling werd ontvangen met een langdurig en stormachtig applaus. Maar mijn jongste kleinzoon was wat stilletjes, en wilde ook geen drankje achteraf. Liever direct naar huis toe (dat was ik van hem niet gewoon). De volgende dag pas vernam ik dat dat hij de voorstelling heel boeiend vond, behalve het einde. Hij vond het heel erg dat de dorpsmensen inééns alles kwijt waren door die brand. Ik argumenteerde, dat ze toch dikwijls waren gewaarschuwd door ‘het lot’, en dus op zijn minst mede verantwoordelijk waren voor de ramp. Maar hij bleef toch bij zijn standpunt. Om hem wat op te beuren zei ik: ‘Denk maar: theater is niet echt’. ‘En dromen, zijn bedrog’ antwoordde hij, ‘zo hebben we alle twee gelijk’. (Dat lijkt wel een doordenkertje, dacht ik.) 

De première van ‘De’ ging door in hetpaleis (Antwerpen) op 27 september 2024.