Monopolis (excès, abuz et maléfices) : Zuidpool en ‘Dè Stad’
De Antwerpse Van Schoonbekestraat loopt van de Sint-Laurentiuskerk (gebouwd in de vorige eeuw tijdens het zogenaamde ‘interbellum’, in een merkwaardige neo-byzantijnse stijl) naar de Mechelse steenweg. Jarenlang ben ik door deze Van Schoonbekestraat gefietst of gestapt (ik woon daar in de buurt) zonder me echt af te vragen wie Van Schoonbeke was. Tot ik heel recent vernam, dat Theater Zuidpoool iets zou maken over die man. Nee, geen theaterstuk. Wel een ‘samenkomst.’ De acteur Josse De Pauw zou wat vertellen, de sopraan Lore Binon zou zingen, de componist Jorgen Cassier zou musiceren, en de beeldend kunstenaar Nick Andrews daarbij nog wat live tekenen en schilderen. Ik was benieuwd, want eigenlijk wist ik niet zo veel over Gilbert Van Schoonbeke. Hoewel er in 2019 een Gilbert Van Schoonbeke-jaar was en van 7 juni tot 8 september 2019 in het Antwerpse ‘Maagdenhuis’ (in de Lange Gasthuisstraat) een tentoonstelling te zien was over deze merkwaardige man, en kon je zelfs een ‘stadswandeling’ maken met zijn realisaties als thema.
Toen ik de zaal van Zuidpool binnenkwam, merkte ik dat ze helemaal niet meer op een theaterzaal geleek. De tribune voor de toeschouwers was weg, en vormde aldus één geheel met de plaats van de vroegere speelruimte. Overal stonden (wat ongemakkelijke) stoelen, en kleine ronde tafeltjes (nauwelijks op kniehoogte) ter beschikking, waarop je het drankje – dat je kon kopen aan een kleine balie – kon neerzetten. Na de gebruikelijke buffer-minuutjes om enkele laatkomers (tja, dat openbaar vervoer van tegenwoordig, nietwaar?…) niet buiten te sluiten, zette Josse De Pauw zich op een podium achter een tafel, dankte het aanwezige publiek voor de talrijke opkomst, en startte hij het programma van de ‘bijeenkomst’. Zowat anderhalf uur hield hij het publiek in de ban van zijn verhaal.
Gilbert Van Schoonbeke (junior) was in Antwerpen geboren in 1519, als (natuurlijke) zoon van een Franstalige koopman, wiens familienaam Gilbert de Beaurrieu vernederlandst werd tot ‘Gilbert Van Schoonbeke’ (senior) die in 1507 het Antwerpse ‘poorterschap’ had verworven. Als 25-jarige had zijn zoon Van Schoonbeke (junior) een loopbaan opgestart als ondernemer in vastgoed. Toen hij in 1554 overleed, had hij in de twaalf jaren van zijn carrière zich opgewerkt tot een van de meest succesvolle commerçanten in de Habsburgse ‘Zuidelijke Nederlanden’, die een ongelooflijk zakenimperium had opgebouwd. Hij was goed bevriend met Keizer Karel V, én en ook met diens zus Margareta van Hongarije, die door hem was aangesteld als landvoogdes van de Nederlanden (of de ‘Zeventien Provinciën’). Die vriendschappelijke relatie leverde hem zeker geen windeieren op: hij behoorde tot de selecte groep van superrijke inwoners van de stad. Als ondernemer (en speculant) in vastgoed, kocht hij grote terreinen op, zowel binnen als buiten de stadsmuren. Als eigenaar legde hij daar straten en marktpleinen aan, om er zowel openbare gebouwen als statige burgerhuizen te laten optrekken, maar ook volkse wijken met meer eenvoudige huizen zoals de Nieuwstad (heden bekend als ‘het Eilandje’).
Van Schoonbeke huwde in 1544 met de niet onbemiddelde Elisabeth Hendricx, enig kind van een niet onbemiddelde kleermaker, en het echtpaar kreeg vijf dochters en één zoon (dus: zes kinderen op twaalf jaar tijd…) Maar niet alleen de welstand groeide: ook de afgunst en de weerstand tegen de invloedrijke en haast almachtige zakenman ging snel de hoogte in. Een groot deel van de Antwerpse bevolking keerde zich tegen hem, en kwam zelfs openlijk in opstand. Er werd hem onder meer verweten dat hij schaamteloze winsten maakte bij de aankoop en verkoop van gronden en bij de bouw van huizen, pakhuizen en opslagplaatsen.
En winst maken, was blijkbaar wel een passie van Gilbert Van Schoonbeek. Toen de bouw van een nieuwe stadsomwalling geruime tijd was stilgevallen, en hem gevraagd werd om de organisatie van de omwalling verder op zich te nemen en te voltooien, aanvaarde hij de opdracht en opteerde hij voor het gebruik van baksteen in plaats van grote rotsstenen, omdat een stenen omwalling beter weerstand diende tegen de trillingen van inslagende kanonkogels. Hij kocht in Hemiksem plakken klei op, haalde zelf de nodige turf naar de stad om die klei tot baksteen in door hem opgetrokken steenovens te bakken. Hij liet ook opslagplaatsen en werkmanhuisjes bouwen, zodat hij alle fabricagekosten van zijn bakstenen zelf kon bepalen en in de hand houden. Omdat er in de groeiende stad veel nood was aan zuiver drinkbaar water, en enkel bier bacterievrij was, bouwde Van Schoonbeke meteen ook een aantal nieuwe brouwerijen. Het (fris, maar niet bacterievrije) water haalde hij van even buiten de stadswallen, en liet het via de Herentalse vaart tot in de Nieuwstad leiden waar hij het liet opslaan in een ondergrondse ruimte (onder het Brouwershuis), waarna het via een speciale molen – aangedreven door paarden – terug kon worden opgepompt en nadien via meerdere loden leidingen aan de in de buurt liggende brouwerijen snel kon worden geleverd. Zo werd er méér, en lekkerder (bacterievrij) bier gebrouwen, en verkocht. Waardoor de brouwers méér verdienden, de stad méér accijnzen opstreek, en de bevolking tevreden was omdat het bier goedkoper was, en lekkerder, en het tekort aan drinkwater was opgelost. Zijn dominante positie in het bouwen, verbouwen en verkopen van vastgoed, stelde Van Schoonbeke tevens in staat om moeiteloos ook andere winstgevende opdrachten van de overheid binnen te halen.
Deze controversiële man stierf in 1556, nauwelijks 37 jaar oud. Door velen werd hij verguisd, door vele anderen een genie genoemd. Zijn leven werd door Josse De Pauw op een fascinerende wijze verteld. Met zijn sonore stem hield door deze geschiedkundige monoloog de aandacht van het publiek gevangen, van het eerste tot het laatste woord. Die genoeg ruimte liet voor een aantal grapjes, vergelijkingen met hedendaagse toestanden, en steken onder water naar gekende politici. Perfect ondersteund door de zang van Lore Binon en uitstekend begeleid door Jorgen Cassier op de piano. De beeldende kunstenaar Nick Andrews toverde ter afwisseling passende figuren en taferelen tevoorschijn, die op een groot scherm werden geprojecteerd. Terwijl het publiek na een lang, lang applaus nog ruim de tijd kreeg om de schilderijen te bewonderen, die aan de muren waren opgehangen.
Het was dus een héél aangename, en mooie voorstelling. Leerrijk, boeiend, en interessant. en ik keerde met een goed gevoel weer naar huis. Terwijl ik het Zuidpooltheater verliet, en even naar links keek zag ik een pleintje dat ik me nog goed herinnerde als dé uitgangsbuurt van mijn jeugd: de Stadswaag. Die aangelegd was door (ik had het even daarvoor van Josse De Pauw vernomen)… Van Schoonbeke. En toen ik de volgende dag naar de supermarkt stapte, was dat door de Markgravelei en de Van Schoonbekestraat, genoemd naar de man die deze wijk (waar ik woon, én geboren ben) in de zestiende eeuw ontworpen heeft. Gilbert Van Schoonbeke beheerst dus (nog steeds) mijn dagelijks leven.
Voorstelling gezien op 04/10/2024