Recensie

K.I.P. sloopt hok. De dood speelt mee

© Thomas Dhanens
© Thomas Dhanens

Het wonderlijke aan theater is, dat je dingen en mensen uit het verleden lijfelijk kunt oproepen en voelbaar en aanspreekbaar mee in het spel betrekken. In De slimme, de domme, de gladde en de dode laat het K.I.P. (Gent) een dode meekijken en reageren op de voorbereiding van zijn begrafenis. Het is een productie in samenwerking met Theater Antigone (Kortrijk), in een regie en met een tekst van Tom Dupont (1977) die onder meer dit seizoen voor Antigone  Dagboek voor een Soigneur schreef en regisseerde, een stuk over hoop en wanhoop van twee broers die gevlucht in de wielrennerij, elkaar trachten te ontwijken en ondanks alles in de sport en in elkaar blijven geloven.

Het K.I.P. (niet zonder ironie, voluit: Het Koninklijk Instituut voor Podiumkunsten), ontstaan uit een fusie van Het G.E.I.T (even ironisch: Groot Europees Instituut voor Theater) en Ceremonia (van wijlen Eric De Volder) maakt al sedert 2011 met toenemend succes theater dat uitblinkt door een drastische durf. Met het stuk en de regie van Tom Dupont is dat niet anders en toch ook niet hetzelfde. Dupont bracht het idee aan en liet de vier vrienden waarover het stuk gaat, improviseren om dan in te grijpen waar het moest. En of het moest! Arend Pinoy (Charlie, een kok in spe?), Boris Vanseveren (Tony, de acrobatische gladde), Yahya terrin (Marc, de bedachtzame) en Pieter-Jan De Wyngaert (Adam, de dode), gooien zich in een spel vol fysiek- en verbaal geweld, met doodsverachting soms, maar ook met een moment van meditatie in een flits van herkenning.

De vrienden die elkaar in jaren niet meer hebben gezien komen bijeen naar aanleiding van de zelfmoord

© Thomas Dhanens
© Thomas Dhanens

van een kameraad. Ze zijn elkaar al een beetje ontgroeid, hebben gemeend er goed aan te doen die begrafenis te helpen organiseren en maken van de gelegenheid gebruik om herinneringen op te rakelen. Ze vertegenwoordigen verschillende maatschappelijke typetjes en modderen maar wat aan. Op die manier gelijkt hun ontmoeting al vlug op een uit de hand lopend fuifje en laten ze zich als een stelletje weerlozen kennen, net nog niet opgewassen tegen de ernstige kanten van het leven. De hamvraag van de dag is, waarom Adam (let op de symbolisch bijbelse naam!) eigenlijk zelfmoord pleegde. Duidelijk is, dat de extravagante bijeenkomst stilaan helemaal een symbolische betekenis krijgt. De kleine ruimte waarin Charlie woont, is een stulpje in verval, een deftige maaltijd kan hij niet serveren, een interessante conversatie zit er ook niet in. Elk tracht op zichzelf de opduikende verveling te ontlopen, hetzij door acrobatische toeren, door nostalgische opmerkingen of vettige insinuaties, enfin je kunt het niet zo destructief bedenken. Adam die eerst een hele tijd zijn vroegere vrienden bezig ziet en hoort, die gevraagd wordt waarom hij uit het leven stapte, en daar een ontwijkend antwoord op geeft, die Adam is het geleuter en getreiter plots moe en voert uit wat hij wellicht al lang van plan was: hij begint de steunblokken onder de schamele eenkamerwoning van Charlie gewoon weg te kappen, zodat het bouwsel vervaarlijk begint te schommelen. Meteen zegt Adam zonder woorden, maar metterdaad, dat het hele gedoe hem niet meer aanstond en dat die wereld van oppervlakkige twijfelaars maar beter geheel verdwijnt. Niet enkel wordt het decor aangegrepen, ook de personages verliezen hun aanzien in die zin dat ze als naakte schepselen, vissen op het droge, onder, door en rond het hok schuiven, kruipen, spartelen, om tenslotte Adam te begraven met gebruik van de badkuip waarin hij als in een kist is gaan liggen. Adam wordt toegedekt met de bodembedekking en na een kort afscheidswoord wordt alles donker.

Dupont en de spelers van Het K.I.P. maken er een hilarische, spottende en vooral opwindende voorstelling van. Ze gaan daarin zeer ver, maar precies daardoor krijgt de productie haar uitzonderlijke grensoverschrijdende betekenis, waarbij de toeschouwer er zichzelf op betrapt veel plezier te beleven aan een intrieste zaak: het instorten van een nog jonge samenleving, de onmacht van een aanstormende generatie. De ongewone en verregaande interpretatie van dit gegeven kan slechts inslaan wanneer ze, zoals door Het K.I.P., met inslaande middelen tot in het absurde toe, gebracht wordt.

Het K.I.P., werkend aan een verdere evolutie van wat De Volder met Ceremonia en Yayha terrin met Het G.E.I.T voor ogen hadden, speelt met De slimme, de domme, de gladde en de dode, in op de creatieve impulsen van de spelende mens, er voor zorgend niet in herhaling te vallen. Dit speels theater geeft je als kijker een bredere kijk op de mogelijkheden van theater en zelf geef je er, al naar gelang, een diepere of andere betekenis aan. 0ok dit gouden ei van Het K.I.P. is niet te missen.

 

Info: www.hetkip.be  of  www.antigone.be