Biografie

Denkend aan Per Olov Enquist

De Zweedse schrijver Per Olov Enquist, in 1934 geboren in het dorpje Hjoggböle, is na een langdurige ziekte op 26 april 2020 overleden. Hij groeide op in de provincie Västerbotten en woonde afwisselend in Zweden, Berlijn, Los Angeles, Parijs, Kopenhagen. Hij is bekend als roman- en toneelschrijver, begon als journalist en literatuurrecensent en studeerde literatuurgeschiedenis aan de universiteit van Uppsala, waar hij professor werd.

Per Olov Enquist - Nov 1978 © Marc Sels
Per Olov Enquist – Nov 1978 © Marc Sels

Enquist debuteerde in 1961 met de roman Kristallögat (Het oog van het kristal) en in 1964 kwam Magnetisörens femte winter (De vijfde winter van de hypnotiseur), een allegorisch-psychologisch verhaal, gesitueerd op het einde van de 18de eeuw. In Hess (1966) gaat het over de handlanger van Adolf Hitler. In Geen asiel voor legioensoldaten (NV De Boekerij, Baarn) onderzoekt hij de lotgevallen van 148 Baltische Oostfrontstrijders die in 1946 door de Zweden naar de Sovjetunie werden verscheept. Het record (1973, Arbeiderspers, Amsterdam) gaat over sport en politiek aan de hand van een bedrieglijke sportheld. Grote bekendheid kreeg hij ook met Het bezoek van de lijfarts (1999) over een Duitse arts die in 1770 de Deense koning bijstaat, een liefdesrelatie met de koningin aangaat en de macht naar zich toetrekt. In Een ander leven vertelt Enquist over zijn eigen jeugd en de daarmee gepaard gaande tegenslagen. Hij won er de Zweedse literatuurprijs mee. In 2013 verscheen zijn laatste boek: Het boek der gelijkenissen.

Tribadernes Natt (De nacht der Tribaden), zijn eerste toneelstuk, ging in 1975 in Stockholm in première en werd vrijwel onmiddellijk vertaald in het Engels, Frans, Spaans en Nederlands (Cora Polet). In België en Nederland werd hij dan ook naar het einde van de jaren zeventig toe, door meerdere, zowel professionele- als vrijetijdsensembles, gespeeld. Het stuk gaat over de Zweedse toneelschrijver August Strindberg (1849-1912), diens vrouw, de actrice Siri von Essen en haar lesbische vriendin Marie David. Over Strindberg schreef Enquist trouwens een zesdelige tv-serie en ook latere stukken van Enquist hebben een semi-documentair karakter en een driehoeksverhouding als onderwerp.

Opmerkelijke voorstellingen van De nacht der Tribaden werden hier gebracht door het Nederlands Toneel Gent (NTG) in 1977, in een regie va Jean-Pierre De Decker (1945-2001) met Rudi Van Vlaenderen, Chris Boni, Magda Cnudde, Hugo Van den Berghe, en door het in 1977 opgerichte reizend gezelschap BENT, in 1978, in een regie van Lodewijk de Boer met Jaak Vissenaken, Annelies Vaes, Rosemarie Bergmans en Leslie de Gruyter. Toch betekende dit niet de doorbraak in ons taalgebied van deze toneelauteur die samen met Lars Norén (°1944), auteur van onder meer De Vorstenlikker en De moed om te doden, tot de belangrijkste moderne Zweedse toneelschrijvers werd gerekend. Werk van Lars Norén werd door Karst Woudstra vertaald en onder meer in 1979 door her RO-theater (Rotterdam) in de actualiteit gebracht.

De nacht der Tribaden - NTG - 1977 - met Magda Cnudde als Marie David
De nacht der Tribaden – NTG – 1977 – met Magda Cnudde als Marie David

Naar aanleiding van de voorstelling door BENT van De nacht der Tribaden werd in Antwerpen in november 1978 een bijeenkomst georganiseerd door het Centrum van het Internationaal Theaterinstituut en de culturele dienst van de Zweedse Ambassade en het Consulaat, waarop Vlaamse theaterlui met hun Zweedse collega’s in gesprek kwamen. Daar was ook Enquist aanwezig die gemakkelijk een lijstje kon voorleggen van een twintigtal stukken die over een eigentijds probleem handelden en die in de jaren zeventig in Zweden werden gespeeld. De plaats van de toneelauteur was dan blijkbaar zeer gunstig in het Zweedse theaterbestel: met twee gespeelde stukken per jaar kon een schrijver daar ‘van zijn pen leven’. Over zijn eigen werk heeft Enquist ooit gezegd, dat hij te weinig fantasie had om zelf een stuk te kunnen verzinnen. Hij haalde dus informatie uit historisch materiaal. Dat was ook het geval voor Uit het leven van de regenwormen, waarvoor hij vertrekt vanuit een nachtelijke ontmoeting in 1856 tussen de sprookjesschrijver Hans Christian Andersen en Luise Heiberg, toen een grote Deense actrice. Voor Enquist een aanleiding om te fantaseren over achtergronden, drijfveren en idealen en naar een eigen stijl en vormgeving te zoeken. Vanuit een feit of feiten vertrekken deed Enquist ook voor In het uur van de lynx, alhoewel hij zijn eigen verblijf in Parijs, eind jaren tachtig, en de verveling die hem daar persoonlijk overviel, als in een gesloten kamer met enkel het gezelschap van een rosse kat, een dwingende aanzet vond. Dit stuk werd in 1991 in Antwerpen gespeeld door het Ensemble KNS-Raamtheater in een vertaling van Rita Törnquist-Verschuur en een regie van de Zweed Paul Nygaard, met Lieve Cornelis, Julienne De Bruyn en Hans Van Cauwenberghe. Het stuk gaat over een gestoorde jongen die in een instelling verblijft sinds hij, gestoord na de dood van zijn aanbeden grootvader, zomaar het bejaard echtpaar vermoordt dat zijn grootvaders huis kocht. Als experiment krijgt de jongen een huisdier, een rosse kater, toevertrouwd, in de hoop dat de zorg en de liefde voor het dier hem zal re-integreren in de maatschappij. Maar de liefde van de jongen voor het dier wordt zo explosief dat het experiment wordt stopgezet. Tenslotte doet de psychologe van de instelling een beroep op een vrouwelijke dominee, want, waar wetenschap faalt, brengt geloof misschien uitkomst. Enquist vergelijkt aldus de psychologische instelling met de hele maatschappij en onderzoekt op een bijna klinische manier de kracht van liefde in haar verschillende schakeringen. Het stuk is opgebouwd als een soort thriller waarvan de oplossing echter niet helemaal duidelijk wordt.

In een gesprek met Marina Deweer, op 12 juni 1991, naar aanleiding van de première van In het uur van de lynx (I Lodjurets Timma) in Antwerpen, merkte Enquist op dat veel mensen zijn stukken pessimistisch noemen, maar dat ze dat niet zijn. ‘Het zijn pogingen tot reconstructie van mislukte ontmoetingen, van mislukkingen in het begrijpen van de wereld. Ik bekijk de geschiedenis niet als een rivier die almaar verder vloeit. We hebben wel degelijk invloed op ons leven, we kunnen werkelijke beslissingen, keerpunten, nemen’.

Per Olov Enquist werd wel meerdere keren kandidaat voor de Nobelprijs genoemd, maar het heeft niet mogen zijn.