Recensie

We might as well fail: Het K.I.P uitdagend in een uiterst acrobatische vriendenorgie

We might as well fail - © Thomas Dhanens
We might as well fail – © Thomas Dhanens

Wie in 2012 Chicks for money and nothing for free overleefde kan de nieuwe productie We might as well fail, meemaken als een verdere ontwikkeling van een vorm van bewegingstheater waar Het K.I.P (Gent) met een deel van zijn projecten blijkbaar op mikt. Wereldwijd maken dans- en bewegingstheater nu ongetwijfeld een revolutionaire evolutie door en daar wil Het K.I.P. wellicht ook naar verwijzen.

We might as well fail verwijst in elk geval naar een overstijgende invloed van fysiek theater om niet te zeggen acrobatie, waarmee dan ook aan het circus wordt gedacht. De voorstelling begint heel herkenbaar als een bijeenkomst van vijf vrienden waarvan één in een rolstoel. Hij wordt door de anderen gevierd met taart, drank en een toespraak. Gewoon realistisch, ware het niet dat de taart op een ongewone manier wordt bedeeld. Deze korte introductie krijgt een sterk relativerend vervolg waarbij één van de vrienden op demonstratieve manier een aantal dans- en goochelkunstjes vertoont waarna de anderen bijspringen en de uitbundigheid wordt gelardeerd met onder meer een verrassend staaltje mime- en maskerspel.

We might as well fail - © Thomas Dhanens
We might as well fail – © Thomas Dhanens

Ironie is hier niet ver weg en wordt almaar extremer en loopt tenslotte uit op een acrobatische orgie waardoor de invalide vriend als het ware een re-animatie ondergaat,  zijn vitaliteit terugvindt en mét en zonder rolstoel, even gespierd en ongeremd als de anderen, zijn lichaamstaal uitstraalt. Met zijn vijven demonstreren ze hoe het leven extreem hard, brutaal en afmattend kan zijn, hoe vriendschap kan ontaarden in meedogenloos geweld en uiteindelijk toch weer naar bekommernis om mekaar evolueert. Zelfs het decor, een circusachtige tent, moet het ontgelden waarbij een gevecht van vier tegen één onder andere beelden oproept uit gangsterfilms of straatgeweld. Het fysieke geweld staat hier symbool voor macht en onderdrukking terwijl het zodanig extreem demonstreren ervan ook een vorm van kritiek inhoudt.

We might as well fail houdt het risico in te mislukken, letterlijk te vallen, maar ook het risico het publiek te mishagen door het te willen overdonderen. Waar in Chicks for money and nothing for free, mannen variërend in leeftijd nog eens hun ‘apenjaren’ beleefden, ziet men nu een variërende vriendschap, machogedrag, drang naar geweld en presteren, erotiek en begeerte maar dan in een zodanige context waarin wellicht een hoogtepunt is bereikt voor de spelers en een verzadiging voor het publiek.

In We might as well fail legt regisseur Yahya terryn duidelijk een visie bloot op een experiment dat ver weg gaat van het verbale. Gilles De Schryver, Arend Pinoy, Oliver Roels, Robrecht Vanden Thoren, Hendrik Van Doorn, bewijzen dat ze het aankunnen. De vraag is echter of deze vorm van theater genoeg mogelijkheden inhoudt om niet in herhaling te vallen.

Info: www.hetkip.be