Recensie

hetpaleis & Het Zuidelijk Toneel over King Lear: zoals het was is het nu nog

Van King Lear (1606 of 1607; William Shakespeare 1564-1616), maakt regisseur en tekstschrijver Simon De Vos een eigen uitgebreide en geactualiseerde omwerking. Hij regisseert spelers uit Nederland en Vlaanderen in een coproductie van hetpaleis, Antwerpen en Het Zuidelijk Toneel, Tilburg. Voor hetpaleis betekent een samenwerking met een ander gezelschap (en nog andere gezelschappen, later) meteen het realiseren van een bredere kijk op het programmeren van theater voor kinderen en vooral voor tieners in een tijd waarin alles vlug-vlug moet gebeuren. Tijd om even stil te staan bij de snelheid waarmee het ‘nieuwe’ of het ‘andere’ zich openbaart en verspreidt, is er niet. Nadenken komt misschien later wel, maar in veel gevallen te laat. Dit is onder meer éen van de reflexen die men kan hebben na de King Lear van Simon De Vos.

De kern van het oorspronkelijke King Lear-drama is de beslissing van een oude vorst die er mee stopt en zijn rijk wil verdelen onder zijn drie dochters. Hij wil aan diegene die van hem het meeste houdt, en dus zijn manier van leven en regeren bijtreedt, het grootste deel van zijn rijk en rijkdom geven. De twee ambitieuze oudste dochters, Goneril (Evgenia Brendes) en Regan (Nona Buhrs) weten met vleiende woorden en vage beloftes hun vader en vorst te overtuigen terwijl de jongste dochter Cordelia (innemend vertolkt door Scarlet Tummers) gewoon eerlijk en oprecht zegt dat houden van en zorgen voor haar vader vanzelfsprekend is en daar dan geen beloftes bij te pas komen. De koning/vader onterft Cordelia, iets wat hij zich, waanzinnig geworden, te zeerste beklaagt.

Bij Simon De Vos begint het stuk met een treffende verwijzing naar de hedendaagse verwarring waaronder niet enkel Europa maar het grootste deel van de zogezegde democratische wereld lijdt. Hij maakt op een soepele manier allusie op de vluchtelingencrisis, op onafhankelijkheidsdrang, versimpeling in gedachten en daden via media en consumptie, generatie- en relatieconflicten en veel meer. Ook de toespraak van het afscheidnemende staatshoofd gelijkt op de weinig of niets zeggende politieke verdedigingen die geregeld in de pers te lezen en op de beeldbuis te zien en te beluisteren zijn.

De overgang naar het oorspronkelijk koningsdrama glijdt via een aantal taferelen over de scène gelardeerd met politieke en diplomatieke conflicten met en rond Lear en zijn entourage, die herkenbaar zijn als van alle tijden. Ze zetten de koning buiten spel om tenslotte in een heus slagveld te eindigen. Opmerkelijk daarin is vooral de rol van de nar, eigenlijk Kent, de kabinetschef van Lear. Een nar die er de waarheid uitflapt, komt in meerdere ‘klassieke’ stukken voor. Ook in deze King Lear is het zo dat het spreken en spelen van Kent-de-nar het tragische verloop van een mislopend politiek bestel op een bijzonder ironiserende manier aan de kaak stelt. Een kolfje naar de hand van Michaël Pas, die de presentie van Jan Hammenecker overschaduwt die als Lear eigenlijk minder de mogelijkheid krijgt zich te profileren. Wat niet betekent dat de Nederlandse-Vlaamse cast niet homogeen presteert in een voorstelling die naar het einde toe toch iets korter mocht.

Deze King Lear vertrekt duidelijk vanuit de opvatting dat de hebzucht en het onrecht van vroeger er ook nu nog is, versluierd en vooral meer gesofistikeerd, ondanks de media of andere informatiemogelijkheden, waardoor verwarring en onverschilligheid in de hand wordt gewerkt omtrent het nastreven van moeizaam verworven maatschappelijke en individuele waarden. Een nabeschouwing waarmee het belang van een zekere historische voorkennis wordt onderstreept en meteen gewezen wordt op de taak van het onderwijs én het theater om daar rekening mee te houden.

Info: www.hzt.nl of www.hetpaleis.be