Recensie

Theater van hoop in bange dagen

Theater en actualiteit zijn niet te scheiden. Dat werd de jongste jaren steeds duidelijker in de diversiteit van de meeste voorstellingen. Repertoirestukken worden vanuit een hedendaagse hoek bekeken en nieuwe stukken vertrekken vanzelfsprekend vanuit een kritische opstelling. Maar helemaal nieuw is dat niet.

Geloof, Hoop & Liefde - © Stef Stessel
Geloof, Hoop & Liefde – © Stef Stessel

Even terugblikken in een nog niet zo ver verleden. Wie eind jaren zestig en in de jaren zeventig van de voorbije eeuw theater liep, herinnert zich het zogenaamd ‘vormingstheater’, ten onrechte ook marginaal genoemd, hoofdzakelijk Anglo-Amerikaans geïnspireerd, dat via kleine gezelschappen en met weinig middelen in verschillende landen en talen kunst en cultuur een draai gaf. Het verschil met nu zit in het feit dat toen vooral werd uitgegaan van een politiek- en sociaal kritisch engagement om zoveel mogelijk nieuwe publieksgroepen (arbeiders en jongeren) te bereiken rond een al dan niet geïmproviseerd podium en buiten de traditionele schouwburgen of gemeentelijke- of parochiale feestzaaltjes. Daarmee werd onder meer gemikt op een opwekken van emancipatie en het opkrikken van het potentiële klassenbewustzijn van het publiek. Daar kwamen nieuwe manieren van spelen uit voort, werd nieuw talent aangetrokken en de vedettecultus bestreden. Een echt fundamentele verandering in de politieke en sociale verhoudingen kwam er echter niet.

Een mondiale evolutie van economie en politiek, het toepassen van nieuwe elektrotechnische middelen, een grotere keuze in diversiteit en een aangroei van publiek in de gevestigde theaters maar vooral in de dan pas opgerichte kunsten- en culturele centra, bepalen na 1980 mede het culturele leven. Pogingen tot mondialisering en het moeizaam tot stand brengen van een democratischer Europa hebben dan ook meer weerslag op het geestesleven van zowel filosofen als handarbeiders, economen, ondernemers, consumenten, scheppende- en uitvoerende kunstenaars, bewust levende zowel als onverschillige burgers. De kloof tussen arm en rijk, hoog en laag ontwikkelde landen, tussen prijs en kwaliteit, is echter nog nooit zo groot geweest. Ook het aantal zelfverklaarde wereldverbeteraars stijgt met de dag. Meteen ook de onzekerheid over het bestaan van morgen. Angst mag dan al een slechte raadgever zijn, angst beheerst het denken en doen van een groot deel van de hedendaagse samenleving. Kan kunst een bange mensheid redden?

Niet zonder reden heeft auteur/regisseur Stijn Devillé (1974) zich tussen 2011 en nu verdiept in de actuele problematiek van welzijn en welvaart, van hebben en zijn, van hebzucht, angst en hoop. Het zijn dan ook de titels  van het drieluik dat hij realiseerde met zijn gezelschap Braakland/ZheBilding (Leuven), inmiddels gefuseerd met het Limburgse De Queeste en nu als Het Nieuwstedelijk actief. Eveneens niet zonder nadenken programmeerden De Roovers & Froe Froe recentelijk een opmerkelijk toepasselijke versie van een stuk uit 1936 van Ödön Von Horvàth (1901-1938).

Geloof, Hoop & Liefde

Geloof, Hoop & Liefde - © Stef Stessel
Geloof, Hoop & Liefde – © Stef Stessel

Von Horvàth gaf zijn stuk de titel Glaube, Liebe, Hoffnung, maar in de vertaling en bewerking van De Roovers en Froe Froe, werd het Geloof, Hoop & Liefde, terwijl in feite toch de nadruk ligt op een blijven hopen van een verdrukt en weerloos individu in een ‘kleine dodendans’, zoals de schrijver het noemde. In die dans zag Horvàth niet enkel een dodende bureaucratie maar ook de sociaal ontwrichte tijd van het interbellum met een Europese economische crisis, miljoenen werklozen en een opkomend fascisme waarvoor hij tenslotte uit Duitsland vluchtte. Op een boulevard in Parijs overleed hij echter bij stormweer op 1 juni 1938 door een vallende boom.

Centraal in Von Horvàths stuk staat de jonge werkloze vrouw Elisabeth (Sofie Sente) die geen geld heeft om de nodige werkvergunning te betalen. Zonder geld geen werk; zonder werk geen geld. Ze biedt zich aan bij een mortuarium en wil haar lijk alvast bij voorbaat verkopen. Maar goede bedoelingen en misverstanden brengen haar in contact met het gerecht. Niemand gaat nog graag met haar om. Van een mogelijk liefdesgeluk met een jonge politieman komt niets terecht als hij verneemt dat ze een strafblad heeft.

Elisabeth staat symbool voor het vergeefse gevecht van de anonieme enkeling tegen een samenleving die zelf in een onoverzichtelijke crisis is verwikkeld. Die samenleving wordt in de voorstelling mede in beeld gebracht door het figurentheater Froe Froe in een combinatie van vertellen (Luc Nuyens), acteren en manipuleren. Elisabeth  wordt belaagd door personages die door de manipulatoren Filip Peeters en Tania Kloek enkel met een hoofd worden getoond. Een knap technisch staaltje spel dat leidt tot relativerende en vaak ironische taferelen, waarbij de begeleidende muziek van Anne Niepold op accordeon een diepgaand gevoel oproept. De gedurfde en geslaagde combinatie van verschillende disciplines geeft de voorstelling een apart cachet waardoor de personages als in een bewegend beeldverhaal zeer net getekend staan. Geen karikaturen, maar sober en zakelijk, waardoor het geniepig hebbelijke zeer herkenbaar wordt.

Info: www.deroovers.be of www.froefroe.be

Hoop

Waar Von Horvàth de gevolgen van een economische en politieke crisis toespitst op een individueel geval, laat Stijn Devillé in Hoop een groep personages aanrukken, op de achtergrond gesteund door een driekoppige band (Bert Hornikx, Geert Waegeman, Trijn Janssens), die voortdurend voor een speels en zorgeloos klankdecor zorgt in tegenstelling tot de spanning die de acteurs verwerken in een bijna politiek debat met uiteenlopende stemmingen, al naargelang de ernst of de doorzichtige argumentatie van de politici en ondernemers die elkaar ontmoeten. Net nog geen politiek cabaret, net geen karikaturen. Wel een geestig kwetteren afgewisseld met sloganeske uitspraken, kundig verpakt en daardoor niet belerend.

Hoop is het sluitstuk van een groots opgevatte en dan ook gewaagde trilogie over de maatschappelijke impasses uit de voorbije tien jaar. Na de explosieve bankencrisis in 2008 vond Stijn Devillé het zijn plicht om via het theater te laten zien waar het verkeerd loopt en pijn doet in de samenleving. Al vlug zag hij in dat de materie niet in één productie te vatten was. In een eerste luik, Hebzucht (2012), vroeg hij zich af hoe het allemaal begonnen was. De opkomst en val van de kapitaalkracht bleek echter een niet-eindigend verhaal. De crisis bleef duren, sommigen reageerden cynisch, anderen werden bang. Er kwam dus een tweede luik: Angst, waarin ook een groep mensen telkens uit de buurt waar de voorstelling gespeeld werd, mee op de scène kwamen en samen met  muziekspelers een soort koor vormden zoals in een klassieke tragedie. Inmiddels was de bankencrisis een economische crisis geworden en vroeg Devillé zich af of er hoop was op verandering, verbetering of, op zijn minst, verademing.

In Hoop komen dezelfde personages (in een gedeeltelijk gewijzigde cast) uit de vorige luiken terug, ook de reeds overleden Etienne Lallemand (Erik Van Herreweghe) die in een wit kostuum (teken van onschuld?) als een geest tussen de personages en intriges kronkelt, danst, influistert, zich kwaad maakt als een niet aflatende conservatieve bankier. Zijn dochter Gwendolyn (Sara Vertongen) wordt minister van economie en energie voor de Liberale Partij. Haar schoonbroer Carl Jacobs (Michaël Pas) is een tegendraadse avonturier, een onbetrouwbaar individu, een acrobaat in handeling en praten. Luc Ackermans (Tom Van Bauwel) is een rondborstige burgemeester, ooit eerste minister, die de landelijke politiek heeft verlaten om zijn gemeente als model te stellen omtrent onder meer energiegebruik, -verbruik en eventueel -misbruik. Er zijn ook de secondanten, vriend of zoon van, zoals Nico Mathys (Christophe Aussems), secretaris van de burgemeester en David Ackermans (Bram Van der Kelen), zoon van de burgemeester. Een belangrijk personage in dit stuk over energieproblemen en klimaat- en levensstijlverandering, is Tina Krimp (Simone Milsdochter), die naast haar mandaat van Eurocommissaris ook CEO is van een energie-multinational. Een toepassing van energie op batterijen als toekomstbeeld wordt gedemonstreerd door de jonge, ietwat opdringerige ondernemer Egon Starck (Maarten Ketels) op zijn onafscheidelijke scooterboard. Met dit personage komt dan ook de jongste generatie aan de beurt en Devillé die Hoop situeert in 2018, ziet in de ambitieuze ondernemer al een mogelijke vrucht van het blijven hopen dat hij met zijn stuk wil stimuleren. Tenslotte laat Devillé ook nog een prille puber (Lena Devillé) optreden waarmee hij benadrukt dat verandering van onder uit moet komen, vanuit een overtuiging van kindsbeen af. Niet wachten op politici, maar er als burger zelf aan beginnen. ‘We leven niet in een tijdperk van verandering/we leven in een verandering van tijdperk’, klinkt het in Hoop. Een verandering in het maatschappelijke en politieke rollenspel, waarin de nadenkende burger niet langer meer in de rol van slaafse consument wordt gedrukt.

Hebzucht, Angst, Hoop, bieden stof voor avonden discussie en naar verluidt zijn er vanuit de politieke kant al reacties gekomen. Het Nieuwstedelijk nodigt uit commentaar en eventuele voorstellen en initiatieven te laten weten via www.nieuwstedelijk.be/verandertalles

De tekst van Hoop is online te bestellen op www.denieuwetoneelbibliotheek.nl