Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Hamlet vs Hamlet van Tom Lanoye: waarin je ongemeen heerlijk eerlijk theater proeft. 22 April 2014


Hamlet vs Hamlet - © Jan Versweyveld
Na Ten Oorlog, de bewerking van Shakespeare’s koningsdrama’s die Tom Lanoye in 1997, samen met regisseur Luk Perceval maakte en de bejubelde opvoeringen er van door Blauwe Maandag Compagnie in Vlaanderen en Nederland en daarna als Schlachten! in Percevals regie met het Schauspielhaus Hamburg en de Salzburger Festspiele (1999) is er nu Hamlet vs Hamlet,  de Hamletversie van Lanoye in opdracht van Toneelhuis, Antwerpen, en Toneelgroep Amsterdam, in een regie van Guy Cassiers.

Een te verwachten om niet te zeggen onvermijdelijke productie, zowel van Lanoye als van Cassiers, gezien de samenwerking tussen beiden al een hele tijd duurt. Mefisto for ever; Atropa. De wraak van de vrede en Bloed en Rozen. Het lied van Jeanne en Gilles, zijn werken van Lanoye die Cassiers bij het Toneelhuis regisseerde, terwijl Lanoye zelf al langer in de ban van Hamlet was, voor schrijvers, spelers, regisseurs en publiek nog altijd  ‘het stuk der stukken’.

In veel gevallen komt het er op aan op het juiste ogenblik met de juiste mensen de kans te krijgen om van wal te steken. Die kans is er, nu het Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam tussen 2014 en 2016 een reeks van vier coproducties hebben gepland, waarvan Hamlet vs Hamlet de eerste is. Voor Lanoye en Cassiers een dankbare gelegenheid om een cast uit beide huizen samen te brengen. Voor Lanoye de drang om in Abke Haring (1978), een actrice die ook als schrijfster en regisseur bekend is, een androgyne prins als een ideale Hamlet te zien. 

Waarom Tom Lanoye de rol van Hamlet door een actrice wil laten vertolken, zet hij uiteen in het nawoord bij de tekstuitgave (Prometheus, Amsterdam) van zijn stuk, waarin hij benadrukt dat die keuze inhoudelijk is bepaald: ‘Hamlet is briljant maar ongevormd. Hij staat tussen alle werelden in: die van man en vrouw, die van droom en daad, die van macht en kunst, die van schijn en zijn.’ Lanoye beperkt zich daarenboven tot een rolverdeling voor negen spelers en wat deze geselecteerde cast presteert, is van een merkwaardig hoog niveau.

Beschouwen we Shakespeare (1564-1616), in navolging van de Poolse criticus Jan Kott (1914-2001) als ‘een tijdgenoot’, dan is Hamlet zeker het personage dat het dichtst bij de tegenwoordige tijd staat. In zijn grondige herwerking ziet Lanoye hem als een vertegenwoordiger van een jonge generatie, een ‘halfwas’, nog sterk onder de invloed van wat rondom hem gebeurt. Hij is vooral onrustig omwille van de gespletenheid waarvan de zogezegde volwassenen doordrongen zijn en de onzekere toekomst die hem wacht. Volgens Claudius, de nieuwe heerser, wordt het land langs alle kanten bedreigd.

Of het drama zich ergens in een koninklijk paleis of in een rijhuis afspeelt, doet er niet toe: de verbeelding en de soepele literaire taal van Lanoye, heerlijk om te horen en even zo heerlijk om ze achteraf te lezen, maken van Hamlet een jongeling van alle tijden en zeker van een tijd in een al dan niet vermeende crisis. De personages zijn geen verwijzingen meer naar historische figuren, maar hebben een symbolische waarde. Het uitgangspunt blijft de moord op de vader en het huwelijk van Gertrude, Hamlets moeder (Chris Nietvelt), met de moordenaar, de oom van Hamlet, Claudius (Johan Van Assche). De geest van de vermoorde blijft spoken door de gedachten van Hamlet en dwingt hem tot wraak.

Een onversaagde Hamlet, overtuigend aanwezig in de vertolking door Abke Haring, staat vooraan op de scène en voelt de inspirerende adem van de geest van Yorick in zijn hals. Dit personage volgt Hamlet in zijn doen en laten als een geweten of als een te verwezenlijken droomgedachte, op een zeer discrete, niettemin veelbetekenende manier vertolkt door Katelijne Damen. In het oorspronkelijk stuk van Shakespeare is Yorick de vermoorde nar van de koning, die voor de jonge Hamlet heel wat betekende. De dood van Yorick doet Hamlet ook nadenken over de wereldse ijdelheid en hoe mensen sterven.

Niet alleen discretie, vooral soberheid, een duidelijke taal en even concrete gestiek maken van de voorstelling een innemende gebeurtenis, die al maar dieper snijdt. Guy Cassiers gaat in zijn regie trefzeker naar de kern van het drama. Niets is overtollig aan die productie. Zelf weet Cassiers zich te beperken tot een hoogst nodig aanwenden van technologische middelen. De kleine ploeg uit de twee gezelschappen samengebracht, staat er als één team. Spitse intermezzo’s zijn er door een spel in het spel te brengen. Een bekende scène is het uitbeelden van de moord op Hamlets vader door Rozenkrantz (Marc Van Eeghem) en Guildenstern (Kevin Janssens), maar Lanoye en Cassiers laten die twee ook als grafdelvers fungeren en een volks figurentheaterspel opvoeren.

Scenograaf Ief Spincemaille en de technische ploeg zorgen voor een overeenstemmende  soberheid in het decor en de aankleding. Het midden van de scène is een toren met een systeem van schuivende en op- en neergaande doorzichtige gordijntjes waar achter de spionerende tegenspelers zich bewegen. Vooraan de scène is een verlichte strook uitgediept met glazen tegels waaronder het puin van een afgetakeld imperium te zien is en ter lering en vermaak door de grafdelvers met het gebeente van de slachtoffers wordt gemanipuleerd.

Lanoye baseert zijn versie van Hamlet op een grondige voorstudie van zowel historische ontwikkelingen als vertalingen en bewerkingen van anderen, evenals van psychologische onderzoeken. Hij focust tenslotte op een aantal essentiële knelpunten in de gedragscodes van mensen die heel dicht bij elkaar staan. Centraal staat de vader-zoon en moeder-zoon-verhouding. Het feit dat Hamlet ‘man’ wordt zonder het zijn vader, zijn ‘rivaal’, te kunnen tonen, brengt hem in de war. Helemaal van streek wordt Hamlet als ook zijn moeder zich van hem afwendt door met de moordenaar van zijn vader te huwen en aldus een stiefvader aanbrengt, een ‘erzatspapa’, schrijft Lanoye. Een tweede lijn in de relatieproblematiek loopt via Ophelia (Gaite Jansen), haar broer Laertes (Eelco Smits) en haar vader Polonius (Roeland Fernhout), die zich niet enkel met Hamlets naaste omgeving bemoeit, maar zich bovendien opvallend sterk aan Ophelia opdringt. De prille relatie tussen Hamlet en Ophelia mislukt omdat het meisje bezwijkt voor de egoïstische dwang van haar vader.

De eenzaamheid van Hamlet in een gevecht met zichzelf en met wat hij als onrecht ondervindt, wordt enkel nog gedeeld en voor een deel geheeld, met en door de voortdurende aanwezigheid van de geest van Yorick. Ook dit personage heeft Lanoye voorbehouden voor een actrice. Abke Haring en Katelijne Damen zijn als het ware één persoon en op bepaalde momenten afsplitsingen van Hamlet. De geest heeft een lichaam nodig. Abke Haring heeft wat zij noemt ‘een spirituele onderlaag’ nodig om te spelen. In een opmerkelijk interview in het tijdschrift voor podiumkunsten, etcetera, maart 2014, praat ze daarover met An-Marie Lambrechts. Uit het gesprek blijkt ook duidelijk de zeer persoonlijke visie van Abke Haring op haar rol wanneer ze zegt dat ze zich ‘smijt tussen de tekst door’. Voor haar is een tekst belangrijk maar ze heeft ook nog iets anders nodig dat er onder ligt en waar ze iets mee doet. Dat andere is ook de grondlaag van Hamlet vs Hamlet. Het is een substantie die je seconde na seconde ontdekt, proeft en blijft proeven, omdat ze ongemeen heerlijk eerlijk theater is.


Info: www.toneelhuis.be  www.tga.nl  www.uitgeverijprometheus.nl  www.e-tcetera.be

Dit artikel werd reeds 211 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel