|
Figurentheater Ultima Thule duikt met Den Uyl, van poppen en mensen in een troebel verleden en van de Gomaar-trilogie is de tekst gepubliceerd.
| 11 December 2013 |
 Den Uyl |
De beeldende kracht van de gemanipuleerde pop, al een hele tijd de traditionele magische kast ontgroeid, blijft boeien. Het aantal amateurpoppen- en figurentheaters mag dan beperkt zijn en het beroepsfigurentheater nog altijd niet genoeg gehonoreerd en bekend, het is een theatervorm die de makers uitzonderlijke mogelijkheden biedt voor een verrassende combinatie van fantasie en talent. Momenteel zijn in de Vlaamse regio onder meer FroeFroe en De Spiegel (Antwerpen), De Maan (Mechelen) en Ultima Thule (Gent) bijzonder actief in de professionele sector voor zowel volwassenen als voor kinderen. Amateurgezelschappen laten zich ook niet onbetuigd en af en toe is er zelfs toenadering tussen amateurs en beroeps. Den Uyl, van poppen en mensen Dat Ultima Thule nu een voorstelling brengt over het Brugs amateurpoppenspel Den Uyl, dat in 1982 is gestopt, heeft voor een goed deel te maken met de nieuwsgierigheid naar het hoe en waarom in een nog niet zo ver verleden, poppentheater werd gespeeld. Daarbij komt nog dat Den Uyl is ontstaan tijdens de Tweede Wereldoorlog en in minder gunstige omstandigheden actief was. Vooral de Duitse bezettingspolitiek zorgde voor een extra spanning, waar hedendaagse makers en kijkers weinig of geen kennis van hebben. Om een en ander in een juiste context te plaatsen, werden voor de gelegenheid in Brugge een aantal educatieve activiteiten georganiseerd met medewerking van onder andere het Brugs Volkskundemuseum, Erfgoed en de Provincie West-Vlaanderen. Een bijzonder nummer van het Museum Bulletin (Musea Brugge) is een mooi boek waarin de hele geschiedenis van Den Uyl degelijk geïllustreerd is opgenomen. Figurentheater Ultima Thule van zijn kant zorgt voor een toegankelijke voorstelling onder de titel Den Uyl, van poppen en mensen. De moeilijke oorlogsjaren van dit Brugs poppenspel worden verwerkt op een dubbel niveau. In een regie van Wim Dewulf wordt getoond hoe een overjaarse poppenkast er uitzag en hoe het manipuleren van de handpoppen in 1942 in het parochiaal lokaal ingeoefend werd voor Stekvooies Kerstdag. Die Stekvooie is een volkse figuur rond wie alles draait. In praten en doen is hij de vertegenwoordiger van de doorsnee burger, die vaak onnadenkend zijn huik naar de wind hangt. De evocatie van de repetities legt tegelijk bepaalde persoonlijke spanningen bloot voortkomend uit tegengestelde meningen die aanleiding gaven tot misverstanden, verzet, afrekeningen, fanatisme, verraad en zelfs deportaties. Alles wat met het openbaar leven te maken had werd door de Duitse bezetter nauwkeurig nagegaan. Voor podium- en andere kunsten werden toezichters aangesteld die er over moesten waken dat niets gezegd, gezongen of getoond werd dat de bezetter in een negatief daglicht plaatste. Deze speelde graag in op de frustraties van de Vlamingen die ageerden tegen de aanslepende minachting van de Vlaamse cultuur en taal door een Franssprekende bourgeoisie die niet enkel de Belgische politiek, maar ook de Kerk en de economie sterk beïnvloedde. Intellectuele Vlamingen bleven ook tijdens de bezetting ijveren voor taalzuiverheid en het behoud van de eigen cultuur. Ze kregen dubbelzinnige steun van de Duitse overheid die graag vooraanstaande, vaak goedgelovige en politiek ambitieuze Vlamingen een sleutelpositie gaf. Voor medewerking aan toezicht en controle op de poppentheaters werd Jef Contryn (1902-1991) uit Mechelen gecontacteerd, een veelzijdig kunstzinnig man en vanaf 1930 zowat de voornaamste pionier van het poppenspel in Vlaanderen. Hij volgde al jaren de evolutie van het poppentheater in verschillende landen en kreeg als medecontroleur Fritz Wortelmann (1902-1976), een Duitse militair, zelf een poppenspelkenner. In Bochum wordt nu nog jaarlijks de Fritz-Wortelmann-Preis voor amateurfigurentheater uitgereikt. Voor de oorlog had hij al met Contryn gecorrespondeerd. Samen richtten ze het Vlaams Verbond van Poppenspelers op, waarbij de poppentheaters dienden aan te sluiten, wilden ze verder spelen. Contryn was voorzitter, beoordeelde de stukken op hun kwaliteit en politieke strekking en gaf ze ter goedkeuring door aan Wortelmann, die na de oorlog verklaarde dat hier tijdens de bezetting geen enkel stuk verboden werd en geen enkel theater gesloten. Zelfcensuur door de gezelschappen? In de voorstelling door Ultima Thule wordt op de politieke spanning ingegaan in verband met een liefdesaffaire tussen een poppenspeelster en een tekenaar-ingenieur die voor de Duitsers werkt maar eigenlijk in het verzet staat. Een affaire met een tragische afloop. Aandacht gaat ook naar het nastreven van een behoorlijke spreektaal, wat dan ook tot komische dialogen aanleiding geeft. Vandaar dat Den Uyl van poppen en mensen ook een weerspiegeling is van een stukje cultuurgeschiedenis, waarin zedelijke volksopvoeding naast onder meer een taalbad, prioritair is. De terugblik in een troebel verleden toont hoe eenvoudige, maar toegewijde en talentrijke mensen met beperkte technische middelen, een omslachtige windmachine bijvoorbeeld of een ontoereikende geluids- en belichtingsinstallatie, en ondanks de oorlogsellende, toch een oeroude vorm van volksvermaak in stand hielden. Kurt Defrancq, Els Trio en Rupert Defossez leggen met de nodige schalkse humor en de poppen van Gautier Fremaut een link naar de kijkers van nu. Veel van wat nu weer actueel is, heeft trouwens wortels in het verleden. Gomaar In de pocket Gomaar (Bebuquin, Antwerpen) zijn de drie delen samengebracht waarin de levensfasen van Gomaar worden belicht: zijn kindertijd, de zogezegde studentenperiode en tenslotte Gomaar als ‘grote mens’. Schrijver/regisseur en manipulator Wim De Wulf geeft er typische titels aan: Stekezotvanu, Wiedatterieris, tisaltijdiet. Het verhaal van en over Gomaar begint op het platteland, in een boerenhof waar hij geboren is en zijn moeder geen woord meer kan zeggen van zodra er een nieuwe stalknecht komt werken. Pas op zijn zestiende verneemt Gomaar van zijn moeder die alles opschrijft, wie zijn vader is. In het tweede deel raakt Gomaar in een stad verzeild in een studentenbende. En omdat hij zo anders is dan de anderen wordt hij hun held. Als boerenjongen had hij op de hoeve het ontstaan van het leven leren kennen, in de stad komt hij in contact met een beeldhouwer en wil hij zijn leven slag na slag als in marmer realiseren. Maar dat beeld komt er niet. In het derde deel is hij de veertig voorbij en zien we een gelouterde Gomaar. Hij heeft een vrouw en een dochter van wie hij het gebabbel niet kan verdragen. De taal is een lawaaimaker in zijn ogen. Hij wil rust, stilte, en een boek schrijven maar hij krijgt geen vat meer op het leven, dat één overweldigend avontuur is, en hij verliest wat hij nauwelijks heeft gehad. Na premières van de afzonderlijke delen ging de Gomaar-trilogie in haar geheel in première in april 2008 in een regie van Wim De Wulf. De directe, gebalde taal van De Wulf, de expressieve poppen (Filip Peeters) en de suggestieve manipulatie en enscenering, gaven een gevoelige kijk op de wording van een mens in een voortdurend wordende wereld. De verzorgde pocketuitgave van de tekst kan de herinnering aan de boeiende productie alleen maar versterken.
Info: www.museabrugge.be of www.bebuquin.be of www.ultima-thule.be
|
| Dit artikel werd reeds 360 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|