Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Dood van een satirische tegenPool: Slawomir Mrozek (1930-2013) 23 September 2013

Na drieëndertig jaar in vreemde landen, kwam de satirische tekenaar en schrijver Slawomir Mrozek in 1996 terug naar Polen, zijn geboorteland dat hij stilaan had ervaren als te eng en te gevaarlijk voor zijn kunst. In 1930 geboren in een dorpje nabij Krakau waar zijn vader postbeambte was, volgde hij verschillende opleidingen waaronder de schilders-academie en werd hij uiteindelijk karikaturist voor kranten en tijdschriften.

Het schrijven kon hij echter niet laten en met zijn toneelwerk zou hij tenslotte wereldvermaard worden. In 1951 werd hij lid van de Poolse Schrijversbond. Hij maakte reportages en schreef recensies, feuilletons en verhalen. Hij werd bekroond ondanks het feit dat hij de Poolse communistische bureaucratische samenleving voortdurend een spottende spiegel voorhield.

In 1949 was Wladyslaw Gomulka (1905-1982) wegens onenigheid met het Stalinistische communisme een eerste keer ten val gekomen. Zijn opvolgers zetten zich in om het nationaal voelend Polen terug onder de controle van het Kremlin te brengen. Maar van 1955 af, is er weer satirisch toneel beginnen leven. Studenten vormden gezelschapjes die zich in actueel politiek theater gingen afzetten tegen het dogmatisch communisme. Dit studententoneel deed een hele beweging ontstaan maar ook los daarvan zijn auteurs satiren beginnen schrijven en Slawomir Mrozek is wel de belangrijkste. In 1958 beleeft hij zijn doorbraak met De Politie.

Met karikaturale afspiegelingen gaat Mrozek te keer tegen een maatschappij waarin het menselijk handelen en het geestelijk leven is afgegleden tot het routineus mechanisch reproduceren van standaardformuleringen. Al heel vlug werd zijn werk in het Westen als ‘absurd’ gecatalogeerd. Mrozek verwierp dit etiket onder meer in een interview in De Groene Amsterdammer (november 1994), waarin hij betoogde dat het Poolse absurdisme anders is dan bijvoorbeeld het Franse, dat nauw verweven is met het existentialisme. Mrozek zag zijn absurdisme als een vorm van kritische humor waarmee je de censuur op het verkeerde been kon zetten. Zijn absurdisme is meteen een strategie om de logica in de redenering van zowel machthebber als machteloze te ontmaskeren. Hij vertrekt daarom van een groteske manier van leven. Door de draak te steken met elke logica, is overleven mogelijk. Er is niets tegen een logische redenering op zich, maar wel tegen de foute beslissingen of verkeerde gevolgtrekkingen die op basis van die redenering genomen worden. Mrozek wil gewoon een samenleving, waarin de hoop op rechtvaardigheid hoog gehouden wordt.

Het gelukte Mrozek een veel gelezen en gespeelde schrijver te worden, ook in Polen, met uitzondering van de periode tussen 1968 en 1973 waarin al zijn stukken verboden werden en zijn Pools paspoort werd ingetrokken. Dat had te maken met de ongebreidelde kritiek die hij had op het Poolse optreden tijdens de gebeurtenissen in Tsjecho-Slowakije (de Praagse lente) in 1968. Maar dan was hij al weg uit Polen. In 1963 was hij samen met zijn vrouw Maria (Mara) Obremba van een reisje naar Italië niet meer naar Polen teruggekeerd en in 1968 vestigden zij zich in Parijs.

Parijs was 21 jaar lang hun officieel verblijf, maar in die periode bereisden zij ook tal van landen in Europa en Amerika. In 1969 overleed Maria Obremba en bleef Slawomir rondreizen. In 1987 huwde hij de Mexicaanse Susana Osorio en in 1989 konden ze zich in een ranch vestigen, ver van de bewoonde wereld, die Mrozek stilaan als een almaar minder tolerante democratie beschouwde. Wat een nieuw begin had kunnen zijn, werd een opeenvolging van moeilijkheden, eerst met het bewoonbaar maken van de ranch, dan met het weer, dan met de gezondheid van de schrijver, tenslotte met het uitbreken van een economische crisis en de criminaliteit die er mee samenhing. Dan maar terug naar Polen, naar het inmiddels ‘nieuwe’ Krakau. Een klein kasteel dat Krakau hem als blijk van eerherstel wil cadeau doen, wijst hij af. Mrozek is soberheid en bescheidenheid gewoon en weigert elke voorkeursbehandeling. In 2007 wordt zijn autobiografie Balthasar gepubliceerd, waarin hij onder meer de hersenbloeding die hij in 2002 opliep, verwerkt. Op 15 augustus 2013 overlijdt hij in Nice, waar hij verbleef voor revalidatie.

Het werk van Mrozek is in het Nederlands zeer vroeg vertaald en zijn toneelwerk kreeg vanaf de jaren zestig tot ver in de jaren tachtig van de verleden eeuw, een tamelijk ruime belangstelling in het beroepstheater. In 1988 werd in Nederland een volledig theaterfestival aan zijn werk gewijd en werden in twee weken elf stukken van hem gespeeld. In Vlaanderen werd hij minder gespeeld en dat heeft wellicht te maken met de voorkeur die hier nog andere, eveneens als dissident en interessant beschouwde auteurs uit de toenmalige ‘Oostbloklanden’ genoten, zoals Vaclav Havel (1936-2011), Pavel Kohout (1928) en Heiner Müller (1929-1995).

Arca (Toneelstudio ’50, Gent) introduceerde Mrozek op 27 februari 1962 met De Politie, in een regie van Dré Poppe en een vertaling van Wilfried de Langhe. Ook Rik Hancké maakte een vertaling, die onder meer voor de BRT-televisiebewerking werd gebruikt.

Het hier bekendste stuk van Mrozek is De Emigranten (1974, Nederlands van Nora Pittoors). Niet expliciet een stuk over gastarbeidersproblematiek of politieke vluchtelingen, maar eerder over ‘verplaatste personen’, die naast elkaar leven in een kelderruimte en boven zich de geluiden van de ‘andere’ wereld waarnemen, terwijl zij te prooi zijn aan ontworteling, ellende, heimwee, wanhoop.

Zoals ook nog in andere stukken van Mrozek hebben de personages in De Emigranten geen eigenlijke namen. De schrijver duidt ze aan met letters: AA of XX. Ook hun nationaliteit heeft geen belang. Ze belichten gewoon verschillende karaktertrekken van ontheemden. De Emigranten is ook een stuk dat berust op tegenstellingen. Mrozek stelt politieke emigratie tegenover economische, de intellectueel tegenover de arbeider. Het geboorteland wordt door de ene volledig afgezworen, door de andere geïdealiseerd. Zeer scherp tekent Mrozek het gebrek aan solidariteit tussen beide personages. Het enige dat hen samenhoudt, is tenslotte een groot gevoel van onmacht tegenover hun hunker naar bezit en vrijheid. Het stuk eindigt terwijl de ene snurkend slaapt en de andere hevig snikt. Voor beiden is het een zoveelste vlucht zonder uitkomst.

De Politie, een drama uit het gendarmenmilieu, werd in 1958 in Polen gecreëerd en werd als een gebeurtenis met een enorme politieke betekenis beschouwd. Het stuk werkte als een bevrijdende lachbui na een jarenlang Stalinistisch bewind. Het is een scherpe satire op het aanpassingsvermogen van een mens in een politiestaat en tegelijk is het omwille van de absurde situatie en de daaruit voortkomende humor tot de avant-garde van de toneelschrijfkunst gaan behoren. De handeling is gesitueerd in een totalitaire staat waar men er in geslaagd is elke oppositie uit te schakelen. Maar dan realiseert men zich ook dat het hele bureaucratische en onderdrukkende systeem overbodig is geworden en zichzelf uitschakelt, waardoor iedereen in het machtsbestel werkloos wordt. Uiteindelijk trachten politie, leger en geheime diensten uit zelfbehoud iemand te overhalen om toch maar dwars te liggen. Die ene ‘nieuwe’ opposant speelt echter zijn rol zodanig dat zijn vermeende weerstand tot een daadwerkelijk verzet komt. Waardoor, na een mislukte aanslag, een chaos ontstaat waarin de een orde wenst en de andere totale vrijheid, en de politie verplicht wordt haar eigen korps te arresteren.

Met Tango uit 1965 heeft Mrozek ook in ons land zowel het beroeps- als het vrijetijdstheater kunnen bekoren. Tot in 2001 stond het stuk nog ergens geprogrammeerd. Wellicht heeft dat te maken met het uitvergrote generatieconflict van waaruit het vertrekt. Het stuk is gesitueerd in het Interbellum. De oudere generaties laten een leefwereld achter waarin elke norm ontbreekt, alles geoorloofd is, niets nog waarde heeft. Arthur, de autoritaire zoon van het anarchistisch gezin wil orde op zaken stellen, moraal en conventies, principes en normen in eer herstellen. Zo wil hij ook een ouderwetse bruiloft met alles er op en er aan. Een robuuste huisknecht doet echter een greep naar de macht en zwicht niet voor moord. Al gauw blijkt dat een doordachte, gestructureerde maatschappij noch de vormeloze zogezegd vrije samenleving, evenmin als een oer-primitieve manier van leven, oplossingen bieden. De Poolse regisseur Zdzislaw Wardeyn die in 1990-1991 bij de Nieuwe Scène Tango kwam regisseren, trok de opvatting van Mrozek consequent door tot in het decor en de kostumering. In het eerste en tweede bedrijf liet hij een vormeloze maatschappij zien en was er geen visuele eenheid; in het derde bedrijf komt de orde terug en gelden ook weer de theaterwetten. In Tango verhouden de personages zich in tekst en spel als tangodansers: ze dansen met en rond hun problemen, hun relaties, hun idealen, hun machtposities. Ze doen het, volgens Wardeyn, op de verschillende manieren zoals men een tango kan dansen: afstandelijk, charmant, met passie of ontgoocheling. Daarenboven willen Mrozek en Wardeyn laten zien, dat de tango als dans een symbool is van vrijheid en bevrijding, in Europa bekend geworden op een ogenblik van de eerste bevrijdende vormcrisissen in kunst en samenleving.

De betekenis van Mrozek als toneelschrijver voor de evolutie van de toneelschrijf- en speelkunst ligt voornamelijk in het feit dat hij het absurd komische van een samenleving scherp ontleedt en vanuit een Krakau-traditie van karikaturen, parodieën en travestie-elementen, de absurdistische trend nuanceert en aanvult die vooral vanuit Frankrijk, onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, een theatrale vernieuwing bracht.

Dit artikel werd reeds 435 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel