|
NTGent zet licht op Rood: kunst, blijvende waarde of consumptie?
| 14 Juli 2013 |
 © Phile Deprez |
Eén van de producties waarmee NTGent in het naaste seizoen op tournee gaat is Rood, een discussie tussen een beeldend kunstenaar en een zogezegd atelierhulpje. Een voorstelling die vragen opwerpt omtrent zin en impact van kunst aan de hand van een directe confrontatie met een realiteit. De Amerikaanse schrijver van toneel en scenario’s voor film en televisie, onder meer voor Star Trek: Nemesis, John Logan (1961), baseerde zich voor Rood op de loopbaan van Marcus Rothkowitz, bekend als Mark Rothko (1903-1970), een schilder van joodse afkomst, die van surrealisme naar abstractie evolueerde en onder meer bekend is van de Rothko Chapel, een spiritueel centrum op het terrein van een museum in Houston, Texas. In Londen is in Tate Modern eveneens een zaal ingericht, de Rothko Room, waar de negen doeken die Rothko maakte voor een elitair restaurant in New York te zien zijn. De kern van Rood draait trouwens rond het uiteindelijke besluit van Rothko de doeken terug te halen en het contract met de koper te verbreken. De aanloop tot deze beslissing en tot het inzicht dat kunst niet zomaar in gelijk welke ruimte en voor gelijk welke gelegenheid kan gebruikt, misbruikt of geconsumeerd worden, was voor schrijver John Logan meteen ook de aanloop tot een levendige confrontatie tussen Rothko, de meester (Wim Opbrouck), en zijn assistent (Servé Hermans), die Rothko als een hulpje voor alle werk behandelde. Afgezien van het historisch gegeven, de functionele suggestie van een schildersatelier en de bekende opvattingen van Rothko omtrent het wezenlijke van zijn kunst, wordt in Rood ook een perspectief geopend over menselijke relaties. De meester-knecht, baas-werknemer en vader-zoon problematieken worden hier subtiel te berde gebracht. Daar zorgt ook de regie van Koen De Sutter voor die oog heeft voor de kleine dingen, de stille momenten, de voorzichtige benaderingen van de leerjongen, evengoed als voor de uitbarstingen van de zich bij momenten verongelijkt voelende, zich aanstellende en uiteindelijk op zijn nummer gezette artiest Rothko. Het samenspel van Opbrouck (1969) en Hermans (1981) resulteert in een vlot verbaal gevecht vol expressieve nuances. Boeiend is vooral dat de beide kleppers elkaar in een artistieke homogeniteit aanvullen. Met Rood schildert John Logan geen definitief tableau van de spanning die er bestaat tussen kunst en realiteit, tussen kunst en economie, tussen kunst en kitsch. De discussie over de noodzakelijkheid van kunst voor het welzijn van de mens en het functionele ervan voor bepaalde doeleinden, zal blijvend gevoerd worden. Kunst als koopwaar of kunst als een essentiële meerwaarde van het leven, is nog altijd een stekelig punt. Dat het NTGent voor Rood koos en er mee de boer op gaat, biedt alvast een uitstekende gelegenheid om met een waardevol artistiek evenement de toenemende dreiging van drempelverlaging en commercialisering van het kunstaanbod, onder ogen te brengen. Info: www.ntgent.be
|
| Dit artikel werd reeds 412 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|