Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Kasimir en Karolien: gekwetste liefde, chantage en hebzucht in crisistijd 2 Juni 2013


© Jan D’Hondt
In samenwerking met theater Malpertuis (Tielt) en Opendoek-vzw (Amateurtheater Vlaanderen) speelt de Unie der Zorgelozen (UdZ, Kortrijk) een meerduidige voorstelling van Kasimir en Karolien van Ödön von Horvath. De vraag kwam van Piet Arfeuille (Malpertuis) en Geert Six (UdZ) nam de uitdaging aan en maakte een eigen versie van het bekende volksstuk. In tegenstelling tot de meeste bewerkingen, situeert Six de handeling in een jukeboxcafé, waar zowel een pint als een whisky wordt geconsumeerd. Het café als een ontspannende ontmoetingsplaats, als een toevlucht voor emotionele spanningen of een forum ter ontlasting van de maatschappelijke frustraties.

Het is vooral de impact van een verzuurde economische toestand op het persoonlijke leven die Geert Six in de voorstelling wil beklemtonen. Actueler kan het niet en dat met een stuk uit 1932.

De in Hongarije geboren Ödön von Horvath (1901-1938) wordt samen met Bertolt Brecht (1898-1956) als de belangrijkste schrijver beschouwd van de generatie die na de Eerste Wereldoorlog aan het woord kwam. Von Horvath was in zijn omvangrijk werk een kroniekschrijver van een tijd die voor de geschiedenis bepalend is geweest omdat die tijd de voedingsbodem was voor onder meer het fascisme. Von Horvath moest dan ook vluchten voor het nazisme en kwam in 1938, op doortocht naar Amerika, zeer toevallig in Parijs om het leven toen hij door een omwaaiende plataan werd getroffen.

Opmerkelijk in het werk van Von Horvath is onder meer de kijk die hij ontwikkelt op de vrouw. Hij wijkt af van de romantische opvatting over verliefdheid en liefde. Het huwbare meisje is niet langer meer een vage verschijning of een ongenaakbaar droombeeld, maar een volwassen vrouw met een eigen, realistische visie en zoals ieder mens, met een meervoudige persoonlijkheid die beďnvloedbaar is. In het café worden niet enkel de bazin en de dienster getypeerd. Er zijn ook de klanten. Mannen die zich opdringen, hun frustraties trachten weg te werken. Er is de flemer maar ook de bruut die zijn partner vernedert en slaat. Er is de bange echtgenote en ook de dementerende oude moeder. Het café is voor sommigen een bescherming, voor de anderen een eiland, een kleine binnenwereld, een afspiegeling van de grote buitenwereld, waarvan de vaak brute spanningen in het klein, daarom niet minder bruut, worden beleefd en afgereageerd.

Kasimir is een pessimist, eerder zwak in tegenslagen. Karolien is bediende en ambitieus. Zij wil hoger op in de maatschappij. Zij heeft haar keuze voor Kasimir, de vrachtwagenchauffeur, bij haar ouders verdedigd. Haar liefde voor Kasimir steunt op de hoop dat ook hij ambities heeft of zal hebben. En nu, terwijl de sfeer van de plaatselijke kermis ook in het café voelbaar wordt, weet Kasimir dat hij ten gevolge van de crisis is ontslagen. De feestdrift en vooral de prille liefde van het jonge koppel staan onder druk. En ook het menselijk opzicht speelt mee. Hoe kan Karolien zich opwerken als ze met een werkloze verder moet? Mannen uit de betere stand en met gezag, dringen zich aan haar op. Ze chanteren haar. Ze verleiden haar met hun welstand, hun functie- en naambekendheid. Vooral haar onzekerheid tegenover Kasimir willen ze uitbuiten. Daarmee raakt de voorstelling ook de kern van de crisis: de hebzucht, in alle betekenissen, krijgt de bovenhand, zowel bij de bezittende als bij de minder begoede klasse. Deze laatste laat zich inpalmen door een plotse bevlieging, een uitweg die als een val toeslaat.
Het stilaan wegwerken van een nuchtere en verstandelijke redenering over oorzaak en gevolg, resulteert in het oproepen van een meer dierlijke emotie. Zeer toepasselijk wordt dan ook gezamenlijk een ode aan het varken aangeheven, een volkslied ter ere van het ‘zwien’, zoals men een zwijn in het West-Vlaams noemt. De ironie die Von Horvath in zijn werk legt, krijgt hier een wrange bijsmaak, maar kan niet beter de pijnlijke situatie symboliseren van mensen die van materiële in geestelijke nood geraken. Waar Von Horvath in zijn stuk ook duidelijk verwijst naar het opkomend fascisme in Duitsland in de jaren dertig, laat Geert Six het varkenslied in het café uitvoeren met gestrekte arm en spitse vingers, waar je duidelijk een extreemrechts gebaar in ziet, een zinspeling op neofascisme.

Kasimir en Karolien is een voorstelling die zeer dicht bij de spelers en bij het publiek staat. In het café speelt een gemengde groep West-Vlaamse ‘liefhebbers’. Ze acteren niet vanuit een bepaalde beroepsverbintenis, maar vanuit een situatie die ze in hun dagelijks doen en laten meemaken in een tijd waarin de crisis niet voor iedereen dezelfde betekenis heeft. Dat maakt de herkenbaarheid van het gegeven en meteen ook de betrokkenheid van de toeschouwers groter. Zij die spelen en zij die kijken zijn tenslotte voor een groot deel lotgenoten.

Dat de spelers daarbij geanimeerd en gesteund worden door beroepsmensen vergroot de kans op een prestatie waarin de eigen beleefde sociale problematiek een stem krijgt die ook artistiek aanvaard kan worden. Theater maken is altijd een gevecht. Ook voor beroepsmensen. Bij amateurs mis je wel de bagage die een beroepsspeler uit zijn opleiding en vooral uit zijn ervaring mee heeft. Met amateurs is het meestal iedere keer een opnieuw beginnen en langer zoeken en aftasten om op het juiste spoor te komen. Dat blijkt in Kasimir en Karolien bijzonder wel geslaagd.

De Unie der Zorgelozen is in Kortrijk, onder leiding van Klaartje Mertens en Geert Six, actief op verschillende vlakken van het sociale leven, in de overtuiging dat ook een begeleide benadering van kunst, toch iets teweeg brengt in crisissituaties, hoe miniem die verandering dan ook is. Een gelijkaardige werking realiseert Reinhilde Decleir in Antwerpen met het sociaal-artistieke gezelschap Tutti Fratelli, en in nog andere steden, hier en in het buitenland worden dergelijke initiatieven van ‘community theatre’ genomen.

In stadsbuurten willen steeds meer anonieme mensen omwille van problemen van sociale of persoonlijke aard, opgenomen worden in een gemeenschap. In bepaalde wijkprojecten vinden ze een mogelijkheid om iemand te zijn. Op die manier raken ze ook vertrouwd met een brede waaier van kunstuitingen. Maar ook de kunstenaars die bij het buurtwerk betrokken zijn leren een ander publiek kennen, dat ze eventueel naar verdere kunstactiviteiten kunnen oriënteren. Het komt daarop neer dat het maatschappelijk bestel zich meer moet openstellen voor de vele mogelijkheden met kunst en dat kunstenaars van gelijk welke discipline er ook goed aan doen zich eveneens voor die ‘art with people’ (in tegenstelling tot ‘art for people’) te interesseren.


Info: www.uniederzorgelozen.be, www.malpertuis.be, www.opendoek-vzw.be

Dit artikel werd reeds 674 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel