Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Mokhallad Rasem en Toneelhuis met Romeo & Julia, een onuitputtelijk verhaal, meeslepend actueel. 6 Mei 2013


© Frieke Janssens
Liefde en dood maken geen onderscheid tussen arm of rijk, blank of niet blank, jong of oud, maar liefde overwint. Van daaruit vertrekt regisseur Mokhallad Rasem (Bagdad, 1981) voor zijn Romeo & Julia, een vrij persoonlijke benadering van een bekend thema dat eertijds (1596) door William Shakespeare tot een theatrale adelstand is verheven en sindsdien in ontelbare variaties en via verschillende kunstdisciplines wereldwijd is geconsumeerd.

Voor Rasem, sinds 1 januari 2013 maker bij het Toneelhuis in Antwerpen, geen probleem. Hij begon zijn theateropleiding in het Nationaal Theater van Bagdad. De oorlog in Irak deed hem naar België uitwijken en hij vond onderdak in de Monty (Antwerpen). Voor zijn Irakese Geesten, over de oorlogssituatie in Irak, verwierf hij de creatieprijs Theater aan Zee 2010, meteen geselecteerd voor het Vlaams Theaterfestival 2010, en op het KunstenFestivaldesArts 2011 was hij opmerkelijk aanwezig met Monde.Com (Facebook). In deze productie brengt hij mensen samen met uiteenlopende levensverhalen en achtergronden. Ze hebben enkel maar een videocassette van hun leven meegebracht met herinneringen aan momenten van liefde en pijn en ervaringen van oorlog en eenzaamheid. Met een nieuwe montage trachten ze hun leven opnieuw te realiseren zonder de pijnlijke momenten of trauma’s, voor zover dat mogelijk is.

In Romeo & Julia is het leven teruggebracht tot de essentie van liefde en dood, zoals deze beleefd wordt door een ouder wordend koppel, door twee dertigers en door twee kinderen, er van uitgaand dat elke generatie, elke cultuur, telkens opnieuw het eigen liefdesverhaal beleeft, ondanks vaak pijnlijke omstandigheden of persoonlijke moeilijkheden. Drie generaties die evengoed één leven kunnen voorstellen, één familie, één gemeenschap. Rasem laat het niet bij verschillende leeftijden, hij verstrengelt ook diverse disciplines tot een samenspel, tot één belevenis, één opgaan in een speels en herkenbaar menselijk ritueel. Vertellen, bewegen, acteren, dansen, geluidsdecor en ruimtelijk beeldend, haast alle podiummogelijkheden komen aan bod.

Rasem maakt Romeo & Julia vanuit een fysiek en emotioneel aanvoelen van een beeld: een uitgediende auto, een wrak maar ook een samengebalde hoop herinneringen, symbolen en mogelijkheden. Scenograaf Jean Bernard Koeman baseerde zich voor het decor op de foto die Rasem maakte van een verroeste, uitgebrande 4x4 in Bagdad. Het bleek de auto van buren te zijn die er door een bomaanslag waren in omgekomen. De auto als symbool van samenzijn en samen reizen, van avontuur en genieten, maar ook van oorlog en geweld en van samen sterven soms. Dit centrale decorstuk verwijst niet alleen naar diverse levensfuncties: aankomen, weggaan, slapen, eten, praten, vrijen, het is voor de spelers ook een uitdaging: zij zijn het die het vehikel op de draaiscène manipuleren en het een functie geven.
De voorstelling begint trouwens ook met een onverwachte opstelling van de spelers. Zij poseren als één geheel, onkennelijk gemaakt door gasmaskers. Ze tonen een anonieme, onpersoonlijke en meteen ook een onverschillige wereld. Hoe netjes en fotogeniek ook de opstelling, ze suggereren een vervuilde wereld, een wereld in ademnood, een wurgende wereld. Pas als de maskers worden afgelegd, kunnen contacten en ontmoetingen ontstaan en zal het liefdesritueel zich in volle kracht ontplooien.

De teksten in de voorstelling zijn fragmenten uit diverse stukken en publicaties rond het thema van liefde en dood, van Horatius (65-8 v. Chr.) en Pietro Aretino (1492-1556) tot Shakespeare, maar ook van onder meer filmregisseur Michael Haneke (Amour), toneelschrijfster Sarah Kane (1971-1999) die voor haar ingeboren levensangst niet de liefde vond die haar kon genezen, ook van de Marokkaanse kinderdokteres Fatiha Morchid (1958) die romans en gedichten schrijft en de veelzijdige Libanese dichteres en vrouwenrechtenactiviste Joumana Haddad (1970). Een collage van teksten waarmee Mokhallad Rasem meteen aangeeft hoe veelzijdig en universeel het thema is dat hij wil behandelen, maar ook hoe ontzettend actueel.

Tenslotte wijst Rasem ook in de richting van een interculturele samenwerking door naast de hier bekende spelers Gilda De Bal en Vic De Wachter ook de Australische danseres Eleanor Campbell (1985) en de Braziliaanse danser José Paulo dos Santos (1988) te integreren. Kinderrollen mochten geenszins ontbreken. Die zullen afwisselend worden gespeeld door Daan Roofthooft-Mona Staut, Nathan Van den Broeck-Luna Rous, Janten Versteele-Ivana Batchvarov.


De vertolkingen zijn meeslepend, relativerend waar het kan, ernstig waar het moet.

Gilda De Bal en Vic De Wachter betonen hun veelzijdigheid, de dansers hun sterke tegenwoordigheid in het pure opgaan in elkaars lichamelijkheid, in de golvende, vaak agressieve bewegingen of in een strakke en bruuske stand. De kinderen vertolken hun interesse voor een verhaal en het vertellen ervan. Met grote ogen bekijken ze wat er rondom gebeurt.

Woord en beweging, muziek en expressie zijn tot een geheel vervlochten waar je nieuwsgierig en geamuseerd maar stilaan ook ontroerd en overweldigd mee ingaat. Een heuglijke belevenis.


Info: www.toneelhuis.be

Dit artikel werd reeds 618 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel