Herinneringen aan Ward De Ravet
| 6 Mei 2013 |
Op zes maart 2013 is acteur Ward De Ravet in Antwerpen overleden. Voor sommigen allicht een onbekende, voor ouderen zeker een acteur met allure, waar men graag aan terugdenkt. Hij behoorde tot de eerste generatie studenten van de Studio van het Nationaal Toneel van België, later Studio Herman Teirlinck (Antwerpen). Die Studio werd in 1946 gestart, onder toenmalig minister van Openbaar Onderwijs Auguste Buisseret (1888-1965) die, op advies van Herman Teirlinck (1879-1967) dan het Nationaal Toneel van België had opgericht, waarvan de Vlaamse afdeling werd toevertrouwd aan de Antwerpse KNS, die daardoor ook Gent en Brussel diende te bezoeken. De Studio was daar een onderdeel van en bedoeld als een hoger opleidings- en trainingsinstituut. Herman Teirlinck werd de geestelijke leider van deze school en stelde een programma op naar het voorbeeld van de Londense Old Vic- en Young Vic-opleiding. Teirlinck steunde vooral op de inzichten van Konstantin Stanislavski (1863-1938), Edward Gordon Craig (1872-1966) en de Franse kunstfilosoof Alain (Emile Chartier, 1868-1951). België stelde hiermee een benijdenswaardig voorbeeld van kosteloos hoger kunstonderwijs met bovendien de mogelijkheid van een studiebeurs. Tot de eerste afgestudeerden van de Studio in 1949 behoorden, benevens Ward De Ravet, ook nog onder meer Bernard Henry (die naar de opkomende televisie ging), Tone Brulin (naar de KVS, Brussel), Jef Burm (naar het Reizend Volkstheater), Roger Coorens (KVS), Bert Struys (KVS), Dora Van der Groen (KNS), Ketty Van de Poel (KNS), Paul Van Roey (Reizend Volkstheater). Ward De Ravet was voor 1949-1950 verbonden aan de KVS in Brussel waar hij in één seizoen niet minder dan zestien rollen vertolkte. Van 1950 tot 1967 was hij aan de KNS in Antwerpen. Ook daar bestond nog het één-weekstelsel: iedere week een première, wat ongeveer een dertigtal stukken per seizoen veronderstelde. Het zou nog duren tot 1960-1961 vooraleer naar het twee-wekenstelsel werd overgeschakeld, zowel in Antwerpen als in Gent en Brussel, wat meteen een betere voorbereiding en artistieke kwaliteit meebracht. Tot 1967 vertolkte De Ravet nog wel eens een rol bij de KNS, maar reeds in 1965 had hij het besluit genomen zich te verbinden aan het toenmalige Dramatische Gezelschap van de BRT. De reden daarvoor was dat hij zag dat radio en televisie een zodanige vlucht hadden genomen dat er daar veel en ander werk te doen was: om het een beetje nuchter te zeggen, vertrouwde hij een journalist van de Gazet van Antwerpen toe, er is daar een beter afzetgebied. Maar er was ook de kwestie van pensioen. Er lag namelijk een groot verschil tussen de pensioensregeling van de schouwburgacteurs en deze van de spelers die aangeworven werden door de BRT. Het duurde nog tot 1975 vooraleer een sociaal statuut voor de toneelspelers een definitieve en gunstige vorm kreeg. Maar daar had De Ravet dan al lang geen zorgen meer over. Hij speelde in feuilletons, in films en hij was ook geregeld te horen in de luisterspelen van de radio, een genre dat jammer genoeg in het vergeetboek is geraakt. Van zijn theatercarrière in de KNS is zeker zijn vertolking in 1961 van de rol van de gevoelsrechter Azdak in De Kaukasische Krijtkring van Bertolt Brecht in het geheugen blijven hangen. Een stuk van Brecht in een stadstheater was in de jaren zestig voor een publiek dat vooral een Angelsaksisch repertoire en psychologische spanningen gewoon was, niet zo evident. Regisseur Fred Engelen (1912-1967) had echter een ‘frisse’ neus voor wat in het buitenland aan ander werk te rapen viel. Wat niet belet dat hij ook voor echt goed Vlaams werk te vinden was. Hij was het toch die in 1957 Voorlopig vonnis van Jozef Van Hoeck ‘ontdekte’, een stuk dat vele vertalingen kende en ook in eigen land voor de toneelschrijfkunst een enorme stimulans was. Fred Engelen was niet met alles van Bertolt Brecht opgetogen. Hij deelde diens marxistische visie niet, maar zag wel een vernieuwing in de aanpak van zijn acteermethode en in zijn opvattingen van ensemblewerk. Engelen was een regisseur die jonge acteurs inwijdde in vernieuwende evoluties en ook al was hij dan in leeftijd niet meer zo heel jong, Ward De Ravet voelde zich nog altijd een van hen. Dat had hij trouwens al bewezen in 1956 met zijn vertolking van de titelrol in Peer Gynt (H. Ibsen) in een regie van Ben Royaards. In maart 1963 vertolkte hij Alvaro, een vurige vrachtrijder, de hoofdrol in De getatoeëerde roos van T. Williams. Met zijn tegenspeelster, Helene Van Herck, en in een regie van Kris Betz werd weer toneel gespeeld zoals het moest, aldus een criticus. De film- en televisieloopbaan van Ward De Ravet is een lange opsomming die begint bij Kapitein Zeppos (1964) en tot ver in de jaren negentig loopt. Als er dan toch een toppunt dient vermeld, dan is het zijn rol van burgemeester in De burgemeester van Veurne, naar het boek van Georges Simenon en een scenario van Johan Boonen, dat in 1984 op de BRT kwam, in een regie van Dré Poppe. De Ravet legde zonder pretentie veertig jaar acteerervaring in de rol van de mysterieuze burgemeester die eigenhandig zijn zwakzinnige dochter verzorgt, tegen de wil van zijn vrouw in. Toen hij in een gesprek met Leo De Haes (Humo, 4.10.1984) op zijn nagenoeg veertigjarige carrière gewezen werd, antwoordde De Ravet, dat veertig jaar acteren voor hem eigenlijk niets betekende. Waarom zou ik met een dikke krop moeten rondlopen?, wedervoer hij. Dit vak ken je nooit helemaal. Eigenlijk is het een kwestie van vertrouwen. Als je geen vertrouwen in je regisseur hebt, kun je beter opstappen. Bescheidenheid sierde De Ravet. Hij was zelf van bescheiden afkomst, had als kind veel armoede meegemaakt. Vader was in februari gestorven toen Ward op 1 juni 1924, geboren werd. Maar hij heeft er zich altijd doorgewerkt, geluk gehad, noemde hij het. Eerst als jonge toneelmachinist in het jeugdtheater van Tante Corry, dan als figurant, tenslotte als gediplomeerd acteur. Hij ging er ook fier op, dat hij altijd aan de kant van de zwakkeren stond, als een romantische socialist, zei hij dan. Zo zal hij ook voortleven in het zwakke geheugen van het theater, in een foto of op een video- of filmtape, als een werker, een robuuste doordrijver met een groot hart en een even groot talent.
|
Dit artikel werd reeds 646 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|