Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Luk Perceval gastregisseur bij NTGent: Platonov, een chaotische liefde. 23 Februari 2013


© Phile Deprez
In de nalatenschap van de Russische schrijver en arts Anton Tsjechov (1860-1904) werd in 1920 in een bankkluis in Moskou een handschrift gevonden dat de tekst bleek te zijn van een stuk in vier bedrijven. Tsjechovs broer, Michail, herinnerde zich dat hij het ooit had gekopieerd, dat Anton het in 1881 geschreven had en het aan een bekende actrice had aangeboden die er geen interesse voor had. Na de publicatie ervan in 1923 door de Archieven van de Centrale Bibliotheek van de Sovjetstaat, werd het stuk echter pas veel later onder verschillende titels wereldwijd bekend en in evenveel interpretaties opgevoerd.

Het is Giorgio Strehler geweest die in 1959 in het Piccolo Teatro van Milaan het stuk van de vergetelheid redde. In 1978 maakte Thomas Brasch en nieuwe bewerking en in 1984 werd in Londen onder de titel Wild honey (Wilde honing) de zeer goed onthaalde versie van Michael Frayn gespeeld, een versie die onder meer in 1986 door de KNS in Antwerpen in een gastregie van Senne Rouffaer werd opgevoerd. In 1989 was het Jappe Claes die een eigen vertaling en uitstekende bewerking maakte voor Arca in Gent, toch ook steunend op Frayn en Brasch.

Inmiddels zijn de bewerkingen niet meer te tellen. Gewoonlijk wordt het stuk nu naar Platonov, het hoofdpersonage, genoemd, maar sommige bewerkers willen een meer concrete duiding. Suggesties voor een mogelijke titel voor het stuk zijn dan Zonder vader, of De Vlinder, of Don Juan, of, zoals bij Brasch: Der Anarchist als Liebhaber, liefhebber dan in de betekenis van minnaar en/of amateur. In feite is Platonov een kleine Plato en deze enigszins filosofische toewijzing past hem zeker.

De regie van Luk Perceval (1957) voor het NTGent gaat trouwens in de richting van een voortdurende verdediging van een levenshouding. Platonov, een briljant student, is dorpsonderwijzer en in die functie een belangrijk iemand in de kleine dorpsgemeenschap. Hij verovert niet enkel vrouwenharten, hij speelt er een chaotisch liefdesspel mee.

Tsjechov situeert zijn stuk op het landelijke domein van Anna Petrovna (Elsie de Brauw), een rijke jonge weduwe die naar jaarlijkse gewoonte familie en kennissen uitnodigt op een lentedronk. Opmerkelijk is wel dat in dit stuk, dat algemeen als Tsjechovs eerste wordt beschouwd, reeds heel wat elementen aanwezig zijn die de schrijver in zijn latere stukken zal gebruiken. Je voelt onmiddellijk dat Tsjechov reeds op jonge leeftijd niet gelukkig was met een maatschappij van grote tegenstellingen tussen arm en rijk. Bij de grondbezitters leidden ze tot oeverloze verveling en tot welzijn of eventuele welvaart van de niet begoede bevolking droegen ze helemaal niet bij.

Ook in Platonov hangt iets in de lucht dat op een bewustzijnsverandering wijst. Voor Perceval, die een eigenzinnige en grondige bewerking van Platonov presenteert, is de historische maatschappelijke en artistieke evolutie die Tsjechov aanvoelt, al voltrokken wanneer het stuk begint. Perceval houdt zich aan de essentie van het gegeven: het leven is liefde en niet onder één gevoel te vatten. Liefde is een chaotisch en tegenstrijdig gegeven waar je als mens aan kapot kunt gaan. Liefde gebeurt tussen geboorte en dood, jong en oud, maar ook tussen trouw en ontrouw, echt en vals. Een aantal mogelijke gevoelens van liefde worden in Platonov letterlijk naar voor gebracht. Perceval zet de spelers, als waren het stand-up comedians, maar dan van een uitzonderlijke kwaliteit, naast elkaar en laat ze zoveel mogelijk rechtstreeks tot het publiek inspreken. De receptie bij weduwe Petrovna mist haar doel niet. In een licht-beschonken toestand worden voorbije en actuele intriges opgeroepen en komt vroeger met nu samen in een spelvorm die vooral aantoont hoe de grote Platonov als een kleine Plato een uitweg zoekt uit het kluwen van intriges dat hij zelf heeft veroorzaakt. Zijn overleden vader, die op zijn naamdag wordt opgeroepen, heeft er hem en iedereen genoeg voor gewaarschuwd, maar deze vader wist zelf niet hoe hij zijn leven moest besturen. Dat gevoel van een vaderloze erfenis wil Platonov kwijt terwijl hij zelf zijn pasgeboren kind vaderloos zal maken. Zo gaat het ook met zijn liefdesaffaires die tot absurditeit en destructie leiden.

De vertolking steunt op een sterke combinatie van lichaamstaal en een tekst die met een accent wordt gezegd, wat verwijst naar een dorpse gemeenschap en tegelijk deze overschrijdt. Het spelen met de taal loopt parallel met het spelen met het leven en de liefde. In de toegevoegde waarde van de fysieke vorm die de spelers er aan geven in mimiek en gestiek, in presentie en beweging, zie en hoor je een mens balanceren tussen doen en zijn. Daarenboven voegt Perceval aan het stuk een dimensie toe via Jens Thomas, pianist en heldere zanger die met een mobiele vleugelpiano glijdend over de scène achter de spelers door, het gebeuren van een klankdecor voorziet. Jens Thomas is een leeuwerik die boven de hofmakerij en plagerij uitstijgt. Zijn muziek en zang roept een wereld van onthechting, verlangen en vaak ook van onvervuld begeren op. Het spoor dat hij trekt is een mogelijke ontsnappingsroute, al kan het bij Tsjechov wel eens een fatale uitweg zijn.

Het NTGent mag zich op alle gebied gelukkig achten met deze homogeen vertolkte Platonov, (tien spelers!) waarmee Luk Perceval (sinds 2005 in Duitsland) zijn gedegen manier van omgaan met zogezegd klassiek toneel ook nog maar eens bevestigt. Het werk van Tsjechov ligt hem. In 1988 bracht hij met zijn Blauwe Maandag Compagnie een memorabele bewerking van De Meeuw. Daarna kwamen ook nog realisaties van Ivanov (Het Nationale Toneel Den Haag), Oom Wanja (Het Toneelhuis, Antwerpen), Der Kirschgarten (De kersentuin, Thalia Theater Hamburg).

In de Platonov die hij in 2006 bij de Berliner Schaubühne maakte (in een minder compacte versie) legde hij onder andere nadruk op de depressie die Platonov overvalt. Bij NTGent schittert Bert Luppes (1955; vanaf nu vast in Gent) in een totaal andere interpretatie van die rol. Hij is een rusteloze zoeker en met hem verkeren ook de andere personages in een labiele maar boeiende situatie. Koorddansers die afwisselend relativerend en spannend het publiek in de ban houden. Prachtig ook hoe Hugo Vanden Berghe, voormalig artistiek leider van het NTG, zijn gastoptreden viert als de zich opwindende en doordrammende vader in een spel waarmee de 21-jarige Tsjechov eigenlijk ook de eigen strenge, maar wel bekwame vader, eventjes in herinnering brengt.


Info: www.ntgent.be

Dit artikel werd reeds 858 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel