|
Schitz in de KVS: theater dat in de buik stampt
| 17 Februari 2013 |
 © Danny Willems | Het mag dan een herneming zijn uit 2003-2004, de KVS (Brussel) doet er zeer goed aan Schitz van Hanoch Levin weer onder de aandacht te brengen. De regie is ook nu van David Strosberg, en zoals in 2004 zijn het weer Brenda Bertin, Koen De Graeve, Chris Thijs en Bruno Vanden Broecke die alles op alles zetten om die onbeschrijfelijke farce in de verf te zetten. Hopelijk kan een uitgebreide tournee met Schitz worden georganiseerd, want zowel stuk als realisatie zijn van een ongemeen inslaande kwaliteit. Het heeft lang geduurd vooraleer Hanoch (of Hanokh) Levin (Tel-Aviv 1944 – 1999) buiten Israël bekendheid verwierf. Dat lag voor een deel bij hem zelf. Hij was niet echt gesteld op vertalingen en hij beschouwde zijn eerste stukken, die hij ook zelf regisseerde, eerder als geschikt om het plaatselijk publiek de ogen te openen. Als universiteitsstudent schreef en publiceerde Levin satirische schetsen maar ook politiek-kritische stukken als een demper op de euforie waarin het land verkeerde na de Zesdaagse Oorlog. In verschillende stukken trouwens drukt hij zijn bezorgdheid uit over de gevolgen van de opeenvolgende conflicten binnen en buiten Israël. Zijn conflict-dramaturgie is dan ook na zijn overlijden actueel gebleven. In ongeveer vijftig stukken gaat hij drastisch te keer tegen oorlog en geweld, winstbejag en materialisme, egoïsme en seksueel misbruik. Precies door zo sterk de negatieve kanten van het leven te kijk te zetten, roept hij onuitgesproken de verlangens op van liefde en hoop en van een geloof in een humanitaire verantwoordelijkheid. Levin werd voor het eerst in 2000 in ons land gespeeld door toedoen van David Strosberg, die als afgestudeerde aan het INSAS (Brussel) diens werk leerde kennen tijdens een week over theater in Israël, georganiseerd door het Théâtre de la Vilette van Parijs. Strosberg was meteen gewonnen voor het werk van Levin waarin het leven wordt getoond als een gevecht dat reeds op voorhand verloren is. Strosberg ging Levin bezoeken in Tel-Aviv en trof er een stervende schrijver aan, die ondanks alles nog kon lachen en hem er van overtuigde dat er zelfs in de diepste put nog een mogelijkheid is om te overleven. Nadat Strosberg in 2000 L’Enfant rêve van Levin gerealiseerd had in het Théâtre Varia in Brussel, heeft hij in 2004 in de KVS Schitz gedaan. Voortgaande op de unieke theatervorm die Levin beoefent, heeft in 2008 Ruud Gielens, eveneens in de KVS (in coproductie met Ro Theater Rotterdam) Kroum geregisseerd. Het Hebreeuwse kroum betekent zoveel als ‘een vliesje op de melk’ en dat slaat dan op de man in het stuk die wel iets zou willen veranderen aan het ongelukkig bestaan van zijn familie, maar er niet toe komt: zijn willen lijkt een dun vliesje met niets dan leegte eronder. Ook in Schitz vertrekt Levin voor zijn specifieke zwarte joodse humor vanuit een kleine gezinskern waarin alles verkeerd loopt en die bovendien een weerspiegeling is van een globale beschadigde beschaving: overdadige consumptie, corruptie, leugen en bedrog en verheerlijken van oorlog en geweld. Elk personage symboliseert op een eigen groteske manier waar de kritiek van Levin op slaat. De vader is een leugenaar en een vraatzuchtig iemand, ongemeen tuk op saucijsjes. Hij runt een bedrijf van bulldozers, beweert dat de zaak slecht draait en dat hij geen geld heeft om zijn dochter uit te huwelijken. Hij speelt onder één hoedje met het militarisme en verdiend goed aan het opruimen met zijn bulldozers van slachtvelden en lijken. Moeder is de ijdelheid zelve. Ze minacht haar man en loopt warm voor een universiteitsprofessor die eigenlijk niet bestaat, maar door de onaantrekkelijke en naïef-domme dochter wordt bedacht. Wanneer een ex-officier als schoonzoon opdaagt, die met zijn firma een nieuw soort loopgraven ontwikkelt, wordt vader gechanteerd, moeder gemanipuleerd, de dochter dan toch met een bruidsschat binnen gedaan. In zijn werk is Levin schatplichtig aan cabaret en grand-guignol. Regisseur Strosberg volgt hem daarin. Hij zet de vier spelers op één rij, alsof ze in een wachtkamer zitten, hun beurt afwachten en een nummertje zullen opvoeren om de tijd te doden. Maar de kamer wordt almaar meer een slachtveld. Een liedje tussen de rake klappen en het verbale geweld door, verscherpt nog de spot. De maskers worden grondig afgeschuurd met grof schuurpapier. Tenslotte blijft van de mens enkel nog een verpakking over, zoals de moeder constateert, een omhulsel, een buik gevuld met vet, water en lucht. Schitz is théâtre de cruauté, waarin zowel de mentale als de fysieke mens felle stampen te verduren krijgt. Het is een genre dat nog zelden te zien is. De KVS slaagt er in het bijtende van de groteske te combineren met het hilarische. Het tragische dat achter dat alles wordt opgeroepen sijpelt naar het einde van de voorstelling stilaan door: de voor dood achtergelaten vader sterft niet. Deze comédie humaine kent blijkbaar geen einde. Info: www.kvs.be
|
| Dit artikel werd reeds 405 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|