Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Het theater als stad, de stad als theater. 18 Januari 2013


De Grote Post - Oostende
Eind december 2012 opende in Oostende het cultuurcentrum De Grote Post de deuren.

Het lange wachten op een breder panorama op podium- en andere kunsten van een aanzienlijk deel van het kunst- en cultuurpubliek van de Koningin der badsteden en ommeland, is nu voorbij. Met de dynamische Theater Aan Zee Festival-organisatoren, met het degelijke aanbod van Vrijstaat O, Mu.zee, Muzeeum, het Filmfestival en occasionele evenementen van het Kursaal kan De Grote Post door een specifieke visie en de logistieke mogelijkheden, in ruime mate een belangrijke aanvullende factor worden in zowel het stedelijk als provinciaal cultureel leven.

In 2005 kocht het stadsbestuur het beschermde modern-monumentale postgebouw, dat meer dan een halve eeuw geleden was ontworpen door de te vroeg overleden architect Gaston Eysselinck. Aanvankelijk bestemd als museum, vond het stadsbestuur dat er meer te doen was met het unieke gebouw en schreef het in 2007 een internationale wedstrijd uit voor het realiseren van een cultuurcentrum op de maat van de stad. Het team van de nv B-architecten (Crols-Engelen-Grooten) won de wedstrijd en is dan ook niet enkel met het aanpassen, maar vooral met het uitbreiden begonnen van een aantal zalen en het installeren van de nodige accommodatie voor een cultuurcentrum van klasse A. De nodige fondsen worden door de Vlaamse Gemeenschap, de Provincie West-Vlaanderen en de stad Oostende bijeengebracht en er wordt natuurlijk ook gerekend op de eigen inkomsten.

Vragen die spontaan opkomen wanneer het over organiseren, bevorderen en spreiden van kunst en cultuur gaat, kunnen niet even spontaan beantwoord worden. De nood elkaar te ontmoeten, bijeen te komen en samen iets te beleven, in discussie te gaan en er over na te denken, is groot en wordt onder de druk van maatschappelijke en economische veranderingen, almaar groter. Een opmerkelijke realisatie zoals De Grote Post in Oostende noopt tot duiding in een groter geheel van spirituele en ook specifiek artistieke aangelegenheden. Enige bouwstenen voor een gefundeerd gesprek worden aangereikt in het jongste nummer van het tweemaandelijks kritisch kunsttijdschrift Rekto Verso (nr. 54, november-december 2012). Onder de titel Het Gat in de Stad, wordt een dossier geopend waarin kunst en kunstenaars worden benaderd vanuit de radicale wezensverandering waarmee het hedendaagse stedelijk gevoel dient bekeken.

De begrippen platteland en stad worden almaar genuanceerder. Voor de Nederlandse filosofieprofessor Henk Oosterling (in een gesprek met Wouter Hillaert & Tom Viaene) is de stad 'global' geworden, omdat internet er gekomen is:

'Rural en urban zijn rurban geworden. Vroeger woonden mensen in de stad, nu ben je op de globe. Een continue influx van informatie heeft de hele urbane cultuur aan alle kanten opengetrokken'.

De functie van een openbare ruimte, zoals een cultureel centrum, is daardoor enorm breder geworden. Ze is niet meer lokaal maar globaal. Het is een ruimte waar je niet alleen doorloopt, maar waar je ook virtueel verblijft, aldus Oosterling, en waar je in aanraking komt met andere culturen. Oosterling spreekt dan ook liever van een interculturele samenleving dan van een multiculturele. Intercultureel contact werkt langs meerdere kanten. Er ontstaat (of zou kunnen ontstaan) een waarnemen van verschillen en/of gelijkenissen tussen het lokale en het globale, tussen het inheemse en uitheemse karakter van personen, handelingen en situaties.

Oosterling wijst er ook op, dat in een tijd van grenzeloze mobiliteit en communicatie ook de tegenstelling tussen privé en openbaar aan het verdwijnen is. Wie zich opsluit in zijn kamer en op internet surft, is niet langer meer privé bezig. De provider weet met wat en wie en hoe lang men bezig is. Ook de kunstenaar ondervindt dat niet enkel zijn privacy maar ook zijn kunstenaarschap, zijn specifieke manier van denken en doen, van ontwerpen en maken, onderhevig zijn aan de invloeden van de media en in de openbaarheid wordt gegooid.

'Zowat iedereen kan nu ook beschikken over de productiemiddelen om designer of kunstenaar te zijn. Een medium als internet is immers niets anders dan een podium. Zodra je een scherm hebt, heb je theater. Op elk moment kan je dus zelf de hoofdrol spelen in een geënsceneerde situatie die je als echt voorstelt', aldus Oosterling.

Als stof voor een fervente forumdiscussie over het ontdoen van de kunst van haar technische beperkingen en esthetische formuleringen in het vooruitzicht van nog sterkere, meer frappante en onthullende elektronische en bijhorende materiële realisaties, zijn de hier fragmentarisch aangehaalde meningen uit Het Gat in de Stad al een hele hap. Het is natuurlijk de vraag of je met een cultureel centrum een sociaal-filosofische toer moet opgaan, maar een houvast zal toch wel worden verwacht. Een veelvoud aan mogelijkheden, het moeilijk maken om te kiezen en om zijn weg te vinden in het ultramoderne labyrint dat de stad van de toekomst kan worden, eist een aanbrengen van nieuwe oriënteringsmechanismen.

Dat men daar in kunstmiddens al mee begaan is, blijkt onder meer uit een bijdrage in het theatertijdschrift Documenta (UGent, 3-4, 2012), waarin Christel Stalpaert de dansvoorstelling Megalopolis van de Argentijns-Duitse choreografe Constanza Macras uitvoerig bespreekt. In deze voorstelling wijst Macras op de spanningen in een stad die 'onder invloed van globalisering' staat, waarin mensen uit diverse landen niet enkel hun weg niet vinden maar ook elkaars taal niet begrijpen. Het overweldigd worden door het complexe karakter en de onmetelijkheid van een uitvergrote stad maakt angstig en roept existentiële vragen op. Een inleidende vraag zou kunnen zijn, in hoeverre een dergelijke probleemstelling van toepassing is op een land waar men geen stadsagglomeraties heeft die te vergelijken zijn met sommige wereldsteden. Maar de toekomst is misschien dichterbij dan men denkt. De plannen voor onder andere de Metropool Lille/Rijsel, waar ook een derde van de Provincie West-Vlaanderen bij betrokken wordt, zijn naar verluidt in voorbereiding. Het kan helpen om tot een inzicht te komen indien kunstenaars die daar nu al, in gelijk welke discipline, mee bezig zijn, een plek zouden krijgen om hun artistieke visie te realiseren en publiekelijk te maken.

Met De Grote Post beschikt Oostende over een grote troef in het aantrekken van gevestigde waarden uit binnen- en buitenland en in de mogelijkheid tot professioneel residentieel creatief werken en experimenteren in meerdere genres en met diverse publieksgroepen. Ook de lokale niet-professionele artistiekelingen en socio-culturele verenigingen kunnen in het grote huis hun weg vinden. Voor hen wordt onder meer over repetitiemogelijkheden onderhandeld.

Het eerste jaar van De Grote Post wordt een presenteren van een staalkaart van wat heden ten dage aan degelijk werk voorhanden is, hopelijk in het vooruitzicht van evenveel durf in het openen van nieuwe vensters. De programmatoren Jan Goossens van de KVS (Brussel laat Oostende niet los!) Liv Laveyne (theaterrecensente), Serge Feys (muziek en techniek) en coördinator Stefan Tanghe zijn als kenners van de sector niet aan hun proefstuk en zich terdege bewust van hun verantwoordelijkheid. Voor hen moet De Grote Post niet enkel een denk- en werkruimte zijn, maar daarenboven ook een fantasieprikkelende speelruimte worden.


Info:
www.degrotepost.be of www.rektoverso.be

en verder:

Documenta: Documentatiecentrum Dramatische Kunst, Universiteit Gent.



Dit artikel werd reeds 497 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel