|
Media en democratie: Theater Malpertuis doet een (oud Grieks) boekje open.
| 10 December 2012 |
 © Paul de Cloedt |
Nooit was het begrip democratie zo actueel als vandaag. Zelfs als het woord niet luidop wordt gezegd, is het toch in veel ontmoetingen een hoofdbekommernis: beleven we nu het einde van de aloude, min of meer dubieuze democratie of staan we aan het begin van een nieuw en echt democratisch elan? Meteen hebben theatermakers ook weer ontdekt hoe politici hun eigen ‘theater’ maken en hoe zij daarmee, meer en driester dan het theater, de media opeisen. Met Recht zal zijn wat ik zeg, belicht Theater Malpertuis (Tielt) de media, in casu de televisie, en de populistische politieke welsprekendheid daarin door tegelijk een kijkje achter de schermen te gunnen. Artistiek leider en voor deze productie tekstbewerker en eindregisseur Piet Arfeuille, zet de jonge spelers Thomas Janssens, Matthias Meersman en, in een figurantenrol Dimitri Compernolle, aan het werk met een gegeven uit de Griekse oudheid, meer bepaald uit het jaar 336 voor onze jaartelling. Aichines (Meersman) en Demosthenes (Janssens) zijn politieke tegenstanders die met elkaar in conflict komen over een eerder banale zaak, die echter aanleiding is om elkaar verbaal in het openbaar te lijf te gaan alsof ze aartsvijanden zouden zijn. Waar men vroeger als politieker enkel op het uitgalmen van een betoog vanop een tribune aangewezen was, beschikt men nu over gesofistikeerde media. De handeling is dan ook gesitueerd in een suggestieve tv-studio waar de politici voor de camera hun ding zullen doen. In diezelfde ruimte eten de spelers een croque uit het vuistje of veranderen ze van kledij, waarmee het duidelijk is dat de klassiek geformuleerde tekst die de spelers debiteren en de ruimte waarin het gebeurt, tijd- noch plaatsgebonden is. Wat de oude Grieken bezighield is nog altijd actueel: kiest men in het stemhokje voor een persoon of voor een programma? Daarop doordenkend (en dat is het wat na afloop van een goede voorstelling verwacht wordt) kan men zich afvragen of gekozen wordt voor een partij of voor een beleid en ook of politiek en partijpolitiek dezelfde lading dekken. Gaat het niet altijd om het aanleunen bij, of het flemen van een macht? Macht is momenteel de wereldwijde macht van een onbedwingbare economie, geleid door de petroleum- en wapenindustrie. De almaar opdringerige media vormen er één blok mee en zijn als zodanig gelinkt aan het gangbare politiek bestel. Publiciteit is daarenboven een voorwaardelijk onderdeel voor programmering of productie geworden. En wie op de televisie komt is voor de kijkersmassa sowieso belangrijk. De makers van Recht zal zijn wat ik zeg leggen dan ook terecht de nadruk op het onafscheidelijk samengaan van het tv-medium en de politiek. Het ligt in de bedoeling van Piet Arfeuille om met Malpertuis en mede met andere gezelschappen, de veelzijdigheid van theater maken te analyseren. Een coproductie op het einde van dit seizoen met de Kortrijkse buurtwerkgroep Unie der Zorgelozen aan de hand van Kasimir en Karoline van Ödön von Horvath (1901-1938), wijst ook in die richting. Von Horvath is weer actueel omwille van zijn ‘volkstoneel’ waarin hij zeer raak een economische en maatschappelijke crisis uit de vorige eeuw schetst. In een dergelijk initiatief kunnen het politiek-sociale en het artistieke leven elkaar vinden. Het belang daarin van de gesproken taal als communicatiemiddel tussen overheid en burger wordt in Recht is wat ik zeg bijzonder duidelijk gemaakt door Janssens en Meersman, die opmerkelijk welbespraakt een personage opbouwen dat tot luisteren dwingt. Schijnbaar achteloos gooien ze zich in het debat, winden zich geloofwaardig op en geven af op de gedwee volgende beeld- en geluidman, om tenslotte het masker af te zetten en het ware gelaat van de politieke komedianten te tonen in een partijtje tafeltennis en een al te vriendschappelijk afscheid, alsof al wat voorafging een niemendalletje was. In de reeks producties die momenteel door verschillende gezelschappen met politieke systemen in verband worden gebracht is Recht zal zijn wat ik zeg, de voorstelling die het felst op de kern van de zaak afgaat. Geen omwegen meer via bewerkingen van bestaande stukken, geen allusies via gefantaseerde situaties. De historische tekst van de oude Grieken (uit: Leden van de jury… uitgegeven bij Athenaeum, Polak & Van Gennep) is meer dan een pijnlijke herkenning voor de hedendaagse Grieken. Het gegeven betreft de hele mensheid. De grote theaterman Jean Vilar ging er ooit van uit, dat het theater er de mensheid moet op wijzen wanneer ze zich vergist. Misschien kunnen politici wat meer naar theater gaan? Info: www.malpertuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 628 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|