|
An Old Monk: een dansje doen tot de laatste adem
| 14 November 2012 |
 © Kurt Van Der Elst |
Een acteur en een jazztrio samen op het podium? Dat loopt lekker, althans als je Josse De Pauw en het Kris Defoort Trio hun ding laat doen. Er werd al langer naar uitgekeken en nu is het er: An Old Monk, een tekst van De Pauw met muziek van Kris Defoort die af en toe verwijst naar werk van de Amerikaanse jazzpianist en –componist Thelonious Monk (1917-1982), in een productie van muziektheater LOD, De Werf (Brugge), en Théâtre Vidy-Lausanne. De Pauw sluit met An Old Monk enigszins aan bij Weg (1999) en Die siel van die mier (in 2004 op een tekst van David Van Reybrouck), producties die hij respectievelijk met de musici Peter Vermeersch en Pierre Vervloesem en met Jan Kuijken en George Van Dam maakte. In Weg maakte De Pauw voor het eerst duidelijk wat hij verstaat onder ‘jazzgevoel’: een wonderlijk vertellen, zingen en spelen van een soloacteur samen met muzikanten die creatief in elkaar opgaan, naar analogie van een jamsession. Muzikanten zijn voor De Pauw niet louter uitvoerders, maar zoveel als mogelijk scheppende kunstenaars die met de inspiratie van het ogenblik hun muziek ter plekke maken. En daar wil De Pauw met woord en daad bij zijn. Dat is het dan ook wat je weer ervaart in An Old Monk. Pianist Kris Defoort, bassist Nic Thys en drummer Lander Gyselinck zetten de avond in, tasten elkaar instrumentaal af, beleven wat ze spelen. Vooral de jonge Gyselinck kan in een typische benadering van zijn drumstel zijn inventiviteit laten blijken. De Pauw draait dansend rond de piano. Zijn verhaal is een opgaan in een dansje als een uiting van levenswil en -genot al dan niet in een lijfelijk contact met een partner. In het sporadisch verwijzen naar Thelonious Monk in de muziek, verwijst ook De Pauw eventjes naar Nellie, de vriendin en toeverlaat van Monk, in 1957 bedacht met Crepuscule with Nellie. De verteller bekijkt met een zekere weemoed het leven in zijn dansante verloop. Na het jeugdig dansen worden mensen moe en beginnen kwaaltjes ook de lust om te dansen aan te tasten. Wie ouder wordt, danst niet meer of veel te zelden, aldus De Pauw. Dan denkt een mens er over na ‘monnik’ (een toespeling op Monk?) te worden en stilte en rust op te zoeken. Maar de zin om te dansen is nooit helemaal weg en een zekere nieuwsgierigheid bekruipt de zogezegde monnik. Hopend op nog een beetje plezier, doet hij toch nog een dansje, en dan nog eentje, met zijn laatste adem misschien. De Pauw heeft inmiddels kalk aan de schoenen en laat een wit spoor na als een uitnodigend teken voor een nageslacht. De Pauw leidt het evenement. Een opsomming van medische termen van mogelijke ouderdomskwalen resulteert in een samenzang met het publiek dat blijkbaar gedreven en uit volle borst thrombosis en incontinentia als kwade geesten uitdrijft. Inmiddels speelt ook het jazztrio wellustig in op het verhaal en creëren zowel de acteur als de muzikanten een meeslepend in elkaar vloeiend geheel. Wanneer uiteindelijk de dansende mens achter de piano wegdeemstert, wordt nagedacht aan de hand van levensgrote foto’s (Bach Jespers), expressionistisch aangescherpt (Benoît van Innis). We zien in verschillende fases het al dan niet versierde lichaam van danser De Pauw. Een ietwat te lange reeks droombeelden waar de kijker vanuit de eigen levenservaring een vergelijkend verhaal bij kan fantaseren. Ze doen geen afbreuk aan het levenslustige van de voorstelling, ze vertragen enkel het losbarsten van een dankbaar applaus. Info: www.LOD.be
|
| Dit artikel werd reeds 788 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|