BICC in Peer pakt uit met Dulle gulle Griet in Bruegelhuis.
| 16 Oktober 2012 |
 © Sven van Baarle | Een aantal jaren terug was ik al eens verdronken in het schilderij ‘Dulle Griet’ van Pieter Bruegel de Oude. Een schilderij dat je van het ene in het andere verhaal laat tollen. Nooit raak je er op uitgekeken. Rond dat schilderij zijn heel wat theorieën opgebouwd, maar niemand kent de ware toedracht. Is het verdoken commentaar van Bruegel op de actualiteit in de zestiende eeuw? Alleszins raakte ik gefascineerd door dat veelgelaagd werk. En net rond die periode, in 2005, kwam het jeugdboek ‘Dulle Griet’ van Geert De Kockere, met prenten van Carll Kneut, uit. Ik had het onmiddellijk aangeschaft en bewonderend geconstateerd dat dit boek, zowel qua tekst als beelden, een waar eerbetoon was aan het oude schilderij. Goed werk ontsnapt aan de dwang van de tijd. En nu, in 2012, ontdek ik een nieuwe parel aan de Dulle Grietkroon: de theatervoorstelling Dulle gulle Griet, gebracht door Guusje van Tilborgh op tekst van Erik Vlaminck. De tekst lijkt de actrice op het lijf geschreven. Nu eens is ze de ruwe bolster, een buitenkant die wild om zich heen slaat, een dulle Griet; dan weer is ze de blanke pit, een gevoelige gekwetste binnenkant, loyaal voor degenen van wie ze houdt, een gulle Griet. De tekstuele constructie laat het zestiende-eeuwse toen en het nu magistraal in elkaar overlopen. De tekst is net zoals het schilderij veelgelaagd. De wereld nu verschilt niet wezenlijk van die van toen. Vrouwonvriendelijkheid, etikettering, kastjesstopperij en corruptie, men bokst er nog altijd tegenaan. Mensen die een beetje anders zijn, mogen niet gedijen in de maatschappij. Via schijnbaar losse puzzelstukjes wordt het verhaal voortgestuwd. In een nu eens poëtische taal met treffende metaforen, goedgekozen assonanties en alliteraties, soms zelfs speels rijm. Dan weer louter vertellend. En soms verloopt het in flitsende dialogen. De woorden gaan aan de haal met Griet. “Een tollende zuigende zatte zottigheid van woorden … Ze zitten overal, de woorden, en vooral in het binnenste van mijn kop. Gelijk vlammende weerlichten en blinkende bliksemschichten.”, zegt ze. De personages in het leven van Griet zijn mooi getekend: de vereenzaamde zwijgende moeder (ça va seul), de vader die misschien wel even ongedurig is als zijn dochter, maar vooral haar broer Jan, de enige die Griet echt begrijpt. Dat levert ontroerende passages op. Chapeau voor Erik Vlaminck. Het lijkt alsof hij deze tekst geschreven heeft in sonatevorm: een vernuftige compositie met een paar mooi uitgekozen thema’s en een prachtige doorwerking. Maar ook de vertolking van Guusje van Tilborgh verdient alle lof. Zij speelde dit in een niet zo comfortabele theatersetting, een vrij klein zaaltje met een vlakke vloer, geen uitgebalanceerd licht, geluiden van buiten komen binnen en andersom, in het Bruegelhuis in Peer. “Pieter Bruegel, den welcken is geboren niet wijt van Breda, op een Dorp, gheheeten Brueghel”, schreef Carel van Mander in 1604. Breda zou de Limburgse stad Bree zijn en Brueghel zou duiden op het nabije Grote-Brogel. Vandaar dat men in Peer, waarvan Grote-Brogel een deelgemeente is, dat Bruegelhuis kan bezichtigen met 41 getrouwe replica’s op ware grootte van Bruegels schilderijen. Het was, wat we zouden kunnen noemen, een ‘concertante uitvoering’. Het doet trouwens nog eens deugd om zo’n ‘naakte’ voorstelling te zien zonder poespas, opsmukkend decor of verhullende techniek. Het werpt een mooi licht op deze rijke tekst en de dienende parametervolle vertolking van Guusje van Tilborgh. Zelfs haar kledij, zwart tegen een zwarte achtergrond, reduceerde deze vertolking naar louter klank, gelaatsmimiek en gestes van armen en handen.
Ik wil een warm pleidooi houden voor Dulle gulle Griet. Deze voorstelling verdient echt meer gespeeld te worden. Hopelijk zwengelt dit schrijfsel de boel weer een beetje aan.
Info : www.museummayervandenbergh.be, www.biccpeer.be, www.toerismepeer.be
|
Dit artikel werd reeds 489 keer gelezen. | auteur(s):An Melis |
|