Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Kijkgenot bij joggend afzien
fABULEUS & Krokusfestival, Kijk ver genoeg achterom en je kijkt weer naar voor
10 Oktober 2012


© Clara Hermans
Een heerlijke lange titel die je aanzet tot nadenken over de titel zelf. Inderdaad, zo constateer je, als je je maar lang genoeg omdraait, dan sta je er na 180 graden weer recht voor. Tevens is het een titel die in al zijn speelsheid als vlag de danslading van de productie dekt. Buiten de felle trainingsbewegingen gebeurt er ogenschijnlijk in de opbouw niets, maar dan, heel geleidelijk ontwikkelt zich een spanning waarin je meegaat. Zoals je ook al meebeweegt, geestelijk dan toch, en je vermoeid raakt van alleen al naar het kijken naar de uitputtingsslag van de twee meisjes op de scène. Want het eerste kwartier (denk ik toch) springen en huppen die twee alsof ze niet kapot te krijgen zijn. Joggen en joggen: loopbewegingen, springen, van links naar rechts veren, van achter naar voor, op een ritmische cadans en in een tempo waar menig amateur-sporter – denk ik - jaloers op zou zijn (zelf ben ik geen loper -jogger, en na deze voorstelling kan ik mij alleen maar gelukkig prijzen). Ik was paf en keek in volle adoratie naar hun uithoudingsvermogen. Het deed mij denken aan het oudere werk van Jan Fabre waarin hij zijn 'ridders van de schoonheid' ook tot het diepste liet gaan. Maar in deze fABULEUS-creatie bepalen Paulien Truijen en Sarah Vingerhoets zelf wanneer ze met die hevigheid stoppen. Choreografe Manon Avermaete geeft hen daarin de vrijheid. Oef.

De twee danseressen in jog-beweging associeerde ik ook met de dansers en danseressen uit Spaar ze van Schwalbe. Meer dan drie kwartier houden die het vol om op technobeat en repetitieve bewegingen zich in een trance te dansen. Bij Kijk... ontbreekt die beat. In het eerste jogging-gedeelte klinkt niets van muziek, het zijn alleen de stampen op de vloer die het ritme aangeven. Of de twee meisjes in trance geraken, betwijfel ik, maar als in een tarantelladans blijven ze in een beweging, geraken niet meer vanzelf uit cadans, blijven ondanks of dankzij (?) de spierverzuring gymmen. Onbewust ? En maar voortdoen. De een stopt dan toch, de ander doet nog door, zwijmelend vol wilskracht, maar begeeft dan ook. De energie straalde vanaf het podium naar het publiek. Dat er als het ware even vermoeid bij zit. Voldaan. Maar de twee meiden gaan verder. Een paar trainingsspullen worden bezweet opzij gegooid, tegen een wand. Die bweegt. Nu voel je een spanning in de zaal. De twee wanden bewegen, schuiven onder zacht industrieel geratel dichter naar elkaar. De twee meisjes zien en voelen dat ook. Hun ruimte is nu wat ingeperkt, ze zoeken naar nieuwe plekken in die ruimte, naar afstanden tussen elkaar. Kleinere, minder heftige stapjes, armbewegingen, en dribbelpasjes zoeken ook zichzelf. Het is een aftasten, een verder achterom kijken om weer bij voor uit te komen, het wordt een verfijning van de eerdere heftige bewegingen. Zachter, kalmer, intenser. Bijwijlen vertederend, in een soundscape (Steven Holsbeeks) van losse pianoklanken, snarengetokkel, in echootjes van die repetitieve minimal sound. Er volgen nog een paar opstootjes in beweging, passen en sprongetjes in uni sono.  De wanden schuiven, schuiven de speelplek van de twee meisjes weg, schuiven hen weg. De energie is leeggestroomd. De beleving is in rust. En als je na een paar dagen  achterom kijkt naar deze voorstelling, dan is het weer opnieuw, vanop afstand, van het afzien genieten.


Info: www.fabuleus.be of www.krokusfestival.be

Dit artikel werd reeds 945 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens