|
Onvoltooid verleden: een geclausuleerde bekentenis van een moordenaar
| 28 September 2012 |
 © Koen Broos |
Tom Dewispelaere en Jan Decleir staan tegenover elkaar in een bewerking voor toneel van Onvoltooid verleden (1998) van Hugo Claus. Een productie van Olympique Dramatique en het Toneelhuis van een boek dat aansluit bij een vroeger werk van Claus: De geruchten (1966). Geen vervolg, maar een uitvergroten van een thema dat in De Geruchten blijkbaar onvoldoende was uitgewerkt: hoe schuldig kan vermeende onschuld zijn, hoe pervers goedheid en zuiverheid? In Onvoltooid verleden treedt de schrijver op als ex-politiecommissaris Blaute die, na vele jaren, eindelijk zekerheid wil over een aantal moorden en de rol daarin van iemand die misschien ontoerekeningsvatbaar is. Misschien. Zekerheid moet er zijn in de zaak Noël Catrysse, broer van de misdadige René, die ooit (zie De Geruchten) het dorp Alegem in opschudding bracht. Zekerheid. Elk detail, voor zover nog te achterhalen, is van belang. Onderzoeker Blaute (Jan Decleir) komt op persoonlijk verzoek van de geïnterneerde Noël (Tom Dewispelaere) voor een hopelijk definitieve opklaring. De zaak Noël Catrysse is geen gewone zaak en Onvoltooid verleden is evenmin een gewoon verhaal. Het is een reële weergave van het doen en laten van een mens in een aantal discrete persoonlijke omstandigheden, een onderzoek in vraag- en antwoordvorm geschreven, wat een bewerking voor toneel zeer aanvaardbaar maakt. Meteen is het ook geen gewone roman van Claus. De verdachte Noël is tegelijk de objectieve verteller van het verhaal waarin hij ook de dader is. De oudere politieman Blaute helpt bij mondjesmaat de verteller en ook de lezer/toeschouwer naar een aanvaardbare waarheid. Olympique Dramatique is een collectief dat zich in 2002 openbaarde met een spraakmakende bewerking van De Krippel, naar The Cripple van Martin McDonagh. In 2007 ging het vierspan, samen met een drietal gastacteurs, voor het eerst met een regisseur aan de slag. Met de artistieke Toneelhuisleider Guy Cassiers werd De Geruchten gerealiseerd. Onvermijdelijk is daarna ook Onvoltooid verleden (uit 1998) aangepakt. Er wordt nu geen regisseur vermeld, maar aangenomen kan worden dat dramaturge Ellen Stynen een oogje in het zeil hield. Tom Dewispelaere volgt zeer getrouw de tekst van Hugo Claus, en zet een Noël Catrysse op de scène waar je huiverend naar kijkt en luistert. Noël is als kind van zijn moeders fiets gevallen en houdt daar een mentale handicap aan over. In zijn hoofd is hij een kind gebleven, maar fysiek is hij een volwassen man. Daardoor leefde hij in een bestendig onevenwicht. Mentaal is hij te beperkt om onder meer tot een volwassen liefdesrelatie te komen. Zijn kindse mentaliteit wat betreft onschuld en zuiverheid werd voortdurend vertroebeld door allerlei lichamelijke factoren en door de omgeving waar hij onvermijdelijk mee in aanraking kwam. Hij stond voortdurend onder een tegenstrijdige spanning: enerzijds begeerte en drift, anderzijds angst er aan te voldoen. Enerzijds wilde hij het kind in hem beschermen, anderzijds het kinderlijke overstijgen en deel uit maken van het leven van de kleine dorpsgemeenschap, waar hij buiten spel werd gezet. Het is deze bestendige dualiteit die Noël buitensporig angstig maakt. Voor zijn beklemmende gevoelens zoekt hij oorzaken en meent ze te vinden in mensen die hij niet begrijpt (de 'geleerden') of die hem negeren of kleineren en die hij daden ziet verrichten die hij niet direct in hun ware context kan duiden. Foto's van verklede meisjes op een toneel worden in zijn angst en verbeelding als perversiteiten ervaren. Hij ziet kinderen altijd als slachtoffers van kinderlokkers. Hij wil de belaagde onschuld wreken, hij wil een kerstekind zijn (let op zijn naam: Noël) en de mensen verlossen van hun kwade daden, maar als seriemoordenaar, zoals uiteindelijk blijkt, verliest hij alle onschuld. Tom Dewispelaere toont een afstandelijke Noël, af en toe met een nerveus trekje van zijn rechter wang, een overblijfsel van zijn val als kind. Voor de rest is hij een niet in te nemen vesting. Een blok ijs, koelbloedig en ongenaakbaar, dat pas helemaal op het einde een beetje tot ontdooiing komt en enig begrip zoekt bij Blaute. De spanning in het onophoudelijk praten van Dewispelaere, wordt gevoed door steeds maar nieuwe elementen, bekentenissen, beschouwingen en argumenten. Het is alsof in dit ene personage de levens van ontelbare losers en al dan niet echte misdadigers de revue passeren. Het boek is geschreven in de nasleep van de Dutroux-affaire. Het verscheen eerst als feuilleton in de krant De Morgen. Toch was het Claus niet te doen die actualiteit nog eens over te doen of er commentaar op te geven. Hij toont een zekere vorm van mededogen met een verdachte vanuit de optiek dat een schrijver nu eenmaal niet anders kan dan zich bezig te houden met het kwade: 'Ik word er mee geconfronteerd telkens als ik de televisie aanzet. Maar het houdt me niet zo erg bezig als het goede omdat dat veel menselijker is en vandaar ook precair en kwetsbaar. Maar het kwade krijgt meer aandacht omdat ik een theatrale figuur ben en botsingen tussen goed en kwaad goed kan gebruiken als verteller die het van de suspense moet hebben', aldus Claus in een gesprek met Bart Vanegeren (Humo, 13 jan. 1998). Die dagelijkse aanwezigheid van het kwade in de wereld, wordt sterk gesymboliseerd in het decor (Tom Liekens) dat hoofdzakelijk bestaat uit de achterwand van de scène die een torenhoog archief van processen-verbaal toont. Dit sterk beklijvend beeld houdt echter helemaal op het einde van de voorstelling nog een sterkere symboliserende verrassing in. De interpretatie die Jan Decleir aan Blaute geeft, is een analyse die op een behoedzame en vaderlijke manier beetje bij beetje gerealiseerd wordt. Blaute's houding tegenover de dader die tegelijk toch ook een slachtoffer is, is in zijn fysiek optreden als gewezen commissaris van politie sterk menselijk. De uitgebalanceerde tekst van Claus is voor Decleir een gelegenheid om met woord en gebaar op een uiterst karige en gevoelige manier om te gaan. Hij cijfert zich zoveel mogelijk weg en blijft toch duidelijk aanwezig. In combinatie met het acteren van Tom Dewispelaere vanuit een diep en brandend-pijnlijk innerlijk aanvoelen, wordt Onvoltooid verleden een gebeurtenis die je niet vlug vergeet. Terecht was deze productie op het Theaterfestival 2012 geprogrammeerd en even terecht wordt ze in 2013 hernomen. Info: www.toneelhuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 118 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|