Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Frisse jonge theatermonologen op TAZ in Mononomaden. 1 Augustus 2012


Damiët - © Tom Callemin
Nieuws van het front op theater aan zee. Front, want we wandelen in, over en rond restanten van WO1 en WO2. Daar, op verschillende locaties worden de drie voorstellingen van de Mono Nomaden gespeeld.

Na een korte wandeltocht bereiken we een paviljoentje van waaruit we uitkijken over een wijde grasvlakte met dito luchtpartij. Midden in de verte staat een man vastgegroeid. Na een poos komt ie toch in beweging, want een mens moet vooruit in het leven nietwaar? Dat is meteen ook het thema van de voorstelling. Een mens mòet zoveel in deze prestatiegerichte maatschappij. En wat als we nu te maken hebben met een persoon (Geert Belpaeme) die anders in mekaar steekt, die niet mee wil in deze tredmolen of eigenlijk die niet mee kàn maar toch poogt en daarvoor alle fysieke, psychologische, auto-sloganeske middelen inzet om toch maar te slagen? Dan krijgen we een grappig gevecht tussen inborst en daadkracht, tussen verbale taal en lichaamstaal. Alle fitnessinspanningen zijn nooit veraf van ware kruisiging, lijkt Geert ons wel te zeggen. Met zijn één meter tweeënnegentig heeft hij een benijdenswaardige lichaamsbeheersing. Hij laat echo's doorschemeren uit de klassieke pantomime, valt van de ene verrassende associatie in de andere. Het levert tevens mooie beelden op: de 'kleine' wroetende mens scherp afgetekend tegen al deze wijdheid. Een mooie locatie voor dit project De vrijetijdsmens-studie #1 van l'hommmm.

We vervolgen onze nomadentocht en dalen af in een ondergrondse krocht. Daar maken we kennis met de bewoner (Jonas Vermeulen) en zijn 'hol'. Een neurastheniek, paranoïd personage. Bovendien ook nog eens een ADHD-er die zich zelf verdoemt tot nog geen vierkante meter. Iemand die zò in zichzelf en met zichzelf leeft, dat hij een eigen taal is gaan hanteren. Om te beginnen een mix van dialecten, alhoewel hij dat niet consequent volhoudt. Hij creëert ook een geheel eigen woordenschat, wat zijn 'hol'-verslag levendig en speels maakt. Met een ver doorgedreven overacting neemt hij ons een tijdje mee op sleeptouw. Alle basisgevoelens passeren de revue. Het spijtige aan de voorstelling Uit de grond is dat de verhaallijn geen opgebouwde spanningsboog heeft. Het kabbelt te vaak van rust via een climax naar een top en terug naar rust. Na een tijdje heb je het wel gehad. Trop is teveel. Jammer.

Bij de derde voorstelling Damiët  komen we terecht op een zolder. We zitten als sardientjes in een blik en kijken naar een piepklein speelvlak. Daarin speelt een bijzonder energieke, wakkere Joke Emmers het liefdesverdriet van Damiët, stiefzus en geliefde van Esmoreit. De middeleeuwse hoofse, onmogelijke liefde wordt geactualiseerd en geïncorporeerd in een vrouw van nu. Damiët doet verwoede pogingen om normaal te functioneren, om te doen wat ze moet doen. Maar werkelijk in alles komt ze zichzelf en haar groot verlies tegen. Constant borrelt die innerlijke onrust naar boven, soms klein en subtiel, soms groot met onbegrensde tentakels. Die smalle grens tussen het tragische en het komische wordt op een heel authentiek wijze bespeeld. We lachen en tegelijk staan onze haren overeind van mededogen. Joke hanteert een bewegingspalet om U tegen te zeggen. Het te kleine speelvlak belemmert dat iets of wat denk ik, maar tegelijk schept het wel voor de vertelling een grotere intimiteit. Joke geeft zich letterlijk en figuurlijk bloot. Ze geeft met een grote generositeit. Ze spreekt niet aan, maar in. Klasse!

Deze monologen zijn mooi samen gezet. Drie solo figuren die thematisch wonderwel verbonden zijn: elk op hun eigen manier zoeken ze 'zen' in het leven. Jonas Vermeulen trekt zich gewoon terug in zijn hol: nooit 'hopenloos', letterlijk dan, figuurlijk is zijn personage een hopeloos geval. Bij Joke Emmers is er gelukkig nog hoop: "de liefde overwint SOMS". Bij Geert Belpaeme komen we tot de slotsom dat het misschien toch beter zou zijn als de maatschappij eens grondig zou veranderen in plaats van het individu.

Hier dus ook een pluim voor de programmatoren van Jong theater werk : Liv Laveyne en Sophie De Somere.


Info: Theater Aan Zee

Dit artikel werd reeds 244 keer gelezen.auteur(s):An Melis