De makers hebben een mooie collectie mensen samengesteld: ouderen, jongeren, autochtonen, allochtonen, evenwichtige mensen, mensen uit balans enz. Zoveel mensen als er zijn, zoveel levens- maar ook doodsverhalen zijn er. De kostumering is mijns inziens zeer raak ontworpen en uitgevoerd. Het is een extra schijnwerper op de identiteit van deze mensen. De veertien spelers zèlf zijn ook met veel zorg uitgekozen, allemaal, zonder uitzondering.
De drie engelen hebben ook een prachtig kostuum, maar ze zijn me een beetje te stroperig, ondanks hun stoere bottines. Ik zou het als dode niet lang kunnen volhouden bij die eeuwig zoetsappige glimlachjes. Volgens mij mochten ze toch meer reliëf gehad hebben, zowel in hun manier van doen, als ook en vooral in hun spreekwijze. Het publiek krijgt tijdens de voorstelling een hoofdtelefoon, waardoor het een mix te horen krijgt van muziek, een kinderstem (de halve van 13 ½) die telt
één, twee … tot
veertien, wie niet weg is, is gezien, en de engelen die het levensverhaal vertellen van de verschillende personages. Mooie en boeiende verhalen allemaal, zeer verscheiden, met veel respect voor elke overledene. Ook tekstueel uiterst knap geschreven. De opeenvolging van de verschillende verhalen steekt ook vernuftig in mekaar: sommige kort en krachtig, andere langer, sommige in hun geheel, andere in fragmenten. Er zijn individuele verhalen en er zijn er die gekoppeld zijn aan mekaar: samen in een warm bad van verliefdheid of jammerlijk koud in wederzijds onbegrip. Spijtig is dan wel dat de vertelstemmen al die verscheidenheid op een eendere lijzige toon reciteren. Al het leven is er uit gehaald. Daardoor wordt het wel een heel serene voorstelling. Maar toch, had het niet anders gekund? Hadden zij schrik om schoonheidsvlekjes te maken?
Want esthetisch is deze voorstelling wel. Ons werkelijk dode mensen laten zien die wachten op hun trein naar een voor ons levenden onbekende bestemming, ons meezuigen in dat mysterie van de dood, dat gegeven is alleszins mooi vormgegeven. De toeschouwer loopt naar goeddunken rond en kiest zelf zijn/haar standpunt van waaruit hij/zij het verloop bekijkt. Men ziet zo ook een beetje het verhaal van de levenden: sommigen wringen en dringen om op de eerste rij te staan, anderen volgen rustig vanaf de zijlijn. Een verrassend maar heel goed gevonden detail: er ontstaat een boeiende verwarring rond het kind in de voorstelling
wie niet weg is, is gezien.Wie ’t gezien heeft, weet ‘t. Wie ’t niet gezien heeft, heeft wat anders gezien. ’t Mysterie van de rozenblaadjes bijvoorbeeld.
DeTijd en MartHa!tentatief hebben blijkbaar ook een prima communicatie met de NMBS, want de trein naar de eeuwigheid komt exact op tijd.
Info:
www.detijd.be en
www.marthatentatief.be en
www.zomervanantwerpen.be