Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Laatste transit in  13 ½ 19 Juli 2012


© Sigrid Spinnox
Er is een komen en gaan in het Centraal Station van Antwerpen. Het MartHa!tentatief en DeTijd hebben er in de  Zomer van Antwerpen een perron bij gecreëerd, een perron dat nergens op de infoschermen staat aangekondigd. Daar gaat een trein dertien en een halve mensen meenemen naar een onbekende bestemming. 13 ½ , zoveel zijn het er.Statistisch gezien sterven er in deze stad 13 ½ mensen per dag. Ze komen uit het niets dit transitcentrum binnen en worden door drie engelen naar vierkante platforms geleid, genummerd van 1 tot 14, kriskras verspreid in deze stationssite, beschenen door een onwerelds licht en omsloten door touwen als een boksring. Maar déze mensen hebben hun strijd gestreden. Zij zijn gestorven.

De makers hebben een mooie collectie mensen samengesteld: ouderen, jongeren, autochtonen, allochtonen, evenwichtige mensen, mensen uit balans enz. Zoveel mensen als er zijn, zoveel levens- maar ook doodsverhalen zijn er. De kostumering is mijns inziens zeer raak ontworpen en uitgevoerd. Het is een extra schijnwerper op de identiteit van deze mensen. De veertien spelers zèlf zijn ook met veel zorg uitgekozen, allemaal, zonder uitzondering.

De drie engelen hebben ook een prachtig kostuum, maar ze zijn me een beetje te stroperig, ondanks hun stoere bottines. Ik zou het als dode niet lang kunnen volhouden bij die eeuwig zoetsappige glimlachjes. Volgens mij mochten ze toch meer reliëf gehad hebben, zowel in hun manier van doen, als ook en vooral in hun spreekwijze. Het publiek krijgt tijdens de voorstelling een hoofdtelefoon, waardoor het een mix te horen krijgt van muziek, een kinderstem (de halve van 13 ½) die telt één, twee … tot veertien, wie niet weg is,  is gezien, en de engelen die het levensverhaal vertellen van de verschillende personages. Mooie en boeiende verhalen allemaal, zeer verscheiden, met veel respect voor elke overledene. Ook tekstueel uiterst knap geschreven. De opeenvolging van de verschillende verhalen steekt ook vernuftig in mekaar: sommige kort en krachtig, andere langer, sommige in hun geheel, andere in fragmenten. Er zijn individuele verhalen en er zijn er die gekoppeld zijn aan mekaar: samen in een warm bad van verliefdheid of jammerlijk koud in wederzijds onbegrip. Spijtig is dan wel dat de vertelstemmen al die verscheidenheid op een eendere lijzige toon reciteren. Al het leven is er uit gehaald. Daardoor wordt het wel een heel serene voorstelling. Maar toch, had het niet anders gekund? Hadden zij schrik om schoonheidsvlekjes te maken?

Want esthetisch is deze voorstelling wel. Ons werkelijk dode mensen laten zien die wachten op hun trein naar een voor ons levenden onbekende bestemming, ons meezuigen in dat mysterie van de dood, dat gegeven is alleszins mooi vormgegeven. De toeschouwer loopt naar goeddunken rond en kiest zelf zijn/haar standpunt van waaruit hij/zij het verloop bekijkt. Men ziet zo ook een beetje het verhaal van de levenden: sommigen wringen en dringen om op de eerste rij te staan, anderen volgen rustig vanaf de zijlijn. Een verrassend maar heel goed gevonden detail: er ontstaat een boeiende verwarring rond het kind in de voorstelling wie niet weg is, is gezien.Wie ’t gezien heeft, weet ‘t. Wie ’t niet gezien heeft, heeft wat anders gezien. ’t Mysterie van de rozenblaadjes bijvoorbeeld. 

DeTijd en MartHa!tentatief hebben blijkbaar ook een prima communicatie met de NMBS, want de trein naar de eeuwigheid komt exact op tijd.


Info: www.detijd.be en www.marthatentatief.be en www.zomervanantwerpen.be


Dit artikel werd reeds 144 keer gelezen.auteur(s):An Melis