Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De gouden draak van de Queeste, toch niet een gouden handdruk? 8 Mei 2012


© ogen-blik
Kapot? Oké, smijt maar weg. Zo gaat dat. Ook met mensen. In deze voorstelling gaat het over een onfortuinlijke Chinese illegaal met tandpijn. Wegens zijn illegaliteit kan de man niet naar de tandarts en de kwalijke tand wordt er met een drastisch werktuig uitgebroken. De jongeman bloedt dood, wordt afgevoerd en verdwijnt in de golven van de zwarte rivier.

Dat de Queeste dit stuk nú speelt, durf ik wel huiveringwekkend te noemen. Het thema, namelijk het trieste lot van illegalen is brandend actueel en wordt jammer genoeg steeds maar actueler. Maar de mensen van de Queeste konden niet vermoeden, toen ze dit project kozen, dat dit wel eens zou kunnen gaan lijken op hun eigen lot. Sinds februari, na de bekendmaking van de preadviezen van de commissies, hangt het zwaard van Damocles boven hun hoofd niet meer gesubsidieerd te worden. Zij wachten met spanning het verdict van minister Schauvliege af: worden ook zij zomaar weggesmeten? Gaan zij na jaren hard gewerkt te hebben aan een eigen theaterprofiel zomaar verdwijnen in de plooien van de theatergeschiedenis, of zelfs dát niet? “De verre Limburg”: durft men dit begrip nu echt bestendigen? Zo ja, dan moet men inderdaad die theatrale ader maar doorsnijden. Laat maar doodbloeden en smijt maar weg. Maar dan miskent men wel de artistiek inhoudelijke uniciteit van de Queeste’s projecten en de maatschappelijke waarde daarvan. Akkoord, niet alle projecten zijn spelmatig evengoed gelukt, maar wie draait wèl constant op het hoogste niveau?

Uniek is de Queeste zeker wèl te noemen. Zij halen heel dikwijls hun mosterd bij – ja, inderdaad – een zeer regionaal gegeven, zoals bijvoorbeeld bij Moresnet. Maar ze doen dan diepgaand onderzoek aangaande het betreffende onderwerp en laten dan zien dat er verregaande, grensoverschrijdende, universele consequenties mee verbonden zijn. Met De gouden draak hebben ze gekozen voor een bestaand stuk en niet het minste. Der Goldene Drache van de Duitse toneelschrijver Roland Schimmelpfennig werd in Duitsland in 2010 als beste theatertekst bekroond. Zijn schrijfstijl is vaak episch/neo-Brechtiaans. Het is bijna filmisch geschreven in een soort short-cutmethode. In langere en korte tot ultrakorte taferelen mixt hij verschillende verhaallijnen en realiteiten. In het begin denk je dat die afzonderlijk van elkaar verlopen. Er loopt één gefragmentariseerde rode draad door, die alles verbindt: de fabel van de mier en de krekel. En we komen te weten dat dat geenszins een fabel ís. Naar het einde toe komen al die puzzelstukken heel pakkend samen. Onmacht, ontaardende frustraties, onverschilligheid, wreedheid, hypocrisie, opportunisme: onze geglobaliseerde wereld kent evenveel onfrisse strategieën als er Chinees-Vietnamees-Thaise schotels bestaan. Deze theatertekst kent een hoge graad aan originaliteit en kwaliteit.

De Queeste heeft in deze jungle van taferelen en tafereeltjes helder en goed zijn weg gevonden. De acteurs (twee vrouwen en drie mannen) spelen dit zeer wakker. Er wordt veel en vinnig overgeschakeld naar de juiste versnellingen. De 5 acteurs spelen een 20-tal personages in niet minder dan 48 taferelen. Mannen spelen vrouwen en andersom. Een grote gong bepaalt het scènebeeld. Een slag op de gong verwijst naar een nieuwe situatie. Alleen al de manier waarop die gong bespeeld wordt, is verwonderlijk gevarieerd. En zo ook het acteerspel. Telkens wordt de juiste sfeer gecreëerd. Gelijklopend met het steeds wranger wordend verhaal van de krekel en de mier, verandert de speelstijl: van een hilarische soap over het alledaagse leven naar een surrealistische nachtmerrie. Met tussenin een prachtig in scène gezet beeld van “de zweefvlucht van de tand”. Het stuk is enorm rijk aan details en verschillende lagen, zonder in letterlijkheid en psychisch realisme te vervallen. Intelligent tot een geheel geconstrueerd. Zo ook het spel: gedetailleerd tot in de puntjes verzorgd. Spreektechnisch kon men misschien meer aandacht besteden aan stembeheersing bij climaxen. Bij groot volume schoot de toonhoogte ook steeds naar omhoog, terwijl men toch ook boeiend de lage luidheid kan bespelen. Maar er zit zeker muziek in deze voorstelling. Veel lof trouwens voor de zangcoach Hans Primusz. In de voorstelling is een meerstemmig Duits lied geïnjecteerd. De acteurs zingen het zeer harmonieus, trefzeker van intonatie en samenzang met een frisse poem poem toets. De gouden draak is een zielig verhaal met ondraaglijke lichtheid gebracht en relevant voor onze huidige samenleving.

Wie trekt er aan de alarmbel? Wie slaat er op de gong? Ik wil dit doen. Want Limburg heeft recht op een degelijk uitgebouwd professioneel theater. En de authenticiteit en de kunde waarmee de Queeste zich daarbij al jaren profileert, heeft het recht om die functie te vervullen. Smijt die mensen toch niet weg! 


Info: www.dequeeste.be

Dit artikel werd reeds 195 keer gelezen.auteur(s):An Melis