Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

KVS en Théâtre National evoceren Raymond, een ‘Brusseleir’ 15 Maart 2012


© Danny Willems
Spelen met taal. Acteur Josse De Pauw kan er weg mee. Met of zonder muzikanten, alleen in een immens decor of met meerderen, De Pauw boeit altijd. Ook nu weer in Raymond, een evocatie van flitsen uit het leven van een bijzonder man, een voetbalcoach nog wel. Een hypothetische schets van een niet makkelijk te definiëren figuur: een wat ijdele aristocraat in zijn voorkomen, een ‘Brusseleir’ in zijn praten.

De idee om de legendarische Raymond Goethals (1921-2004) te vereeuwigen komt van documentairemaker Manu Riche, die aan een filmproject dacht. Uiteindelijk is het een theatermonoloog geworden, op een tekst van Thomas Gunzig, Franstalig auteur en columnist, niet bijzonder in voetbal geïnteresseerd. Goed zo. Gunzig overstijgt in zijn script (in samenwerking met dramaturge Mieke Verdin voor het Nederlands) het anekdotische en schetst een modale man in zijn verlangen naar liefde en erkenning. De Raymond in het stuk wil iemand worden en gaat dan ook, als een echte voetballer, kordaat op het doel af.

De Goethals achter Raymond kreeg klappen van zijn vader, werd voor nietsnut uitgescholden, maar huldigde een levensfilosofie die er op neerkwam dat je moet weten wat je wil en volharden in je streven. Raymond weet het: hij wil de grootste zijn op het voetbalveld, de trainer, de aanvoerder en bezieler van een ploeg die een massa op de been brengt . ‘Hoor je dat’, zegt hij op een bepaald ogenblik en dan hoor je inderdaad de juichende, zingende en brullende massa rond het voetbalveld: een hymne aan de spelers en meteen aan Raymond.

Dit doorzetten op eigen kracht wordt getoond in een sobere regie van Manu Riche en een meeslepende vertolking van Josse De Pauw, die ook eigen levenservaringen in de voorstelling inbrengt. Het enorme scherm op de scène dat zowel filmdoek als reclamepaneel zou kunnen zijn, maakt de acteur die uit de diepte van de achtergrond komt, klein. Het scherm wordt weinig benut zodat de acteur kan groeien en meester wordt van de ruimte, waarin hij een haast filosofisch onderbouwd verhaal ontvouwt aan de hand van herinneringen aan verre en nabije vrienden, aan de liefde die Tine heet en telkens weer opduikt, aan vader en moeder, en aan de gestadige verovering van het voetbalstadion, met wat beeld en een flard geluiden aangevuld.

Niemand beter dan De Pauw kan in twee talen spreken en spelen. Beginnen in het Frans of Nederlands en dan verder gaan in de andere landstaal, het is typisch Brussels en het geeft De Pauw een gelegenheid om Raymond te spelen zonder boventitels. Geen afleiding van de aandacht meer. Meteen verwijst de voorstelling zijdelings ook naar de vraag naar de overlevingskansen van het type ‘Brusseleir’, zoals Goethals er een was.

Het teksttheater staat in Brussel, de meervoudige en veeltalige hoofdstad, voor een aantal dilemma’s waar niet direct een oplossing voor is. Raymond is een coproductie met het Théâtre National. Een samenwerking voor grensverleggend theater die al meer is gebeurd en hopelijk bestendigd wordt.


Info: www.kvs.be of www.theatrenational.be

Dit artikel werd reeds 197 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel