Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Poppen en postzakken, mensen en metaforen: Ultima Thule inventief met crisis en poëzie in Een eindeloos geduld van 3 dagen. 28 Februari 2012


© Koen Van Overmeiren
Een vissersdorp ergens op een eiland, schaars bewoond, iedereen kent iedereen. De jonge Mario is een verliefde dromer, wil liever geen visser worden, nu werkloos, straks iedereen. Gelukkig is daar de sukkelende postmeester, die een hulpje kan gebruiken omdat er plots meer post moet bedeeld worden. Op de berg aan de rand van het dorp, in de ‘staart van de duivel’, zoals de weg er naartoe wordt genoemd, staat een kasteel en daar zijn nieuwe bewoners: een blijkbaar beroemde dichter en zijn mooie madam. Zij krijgen iedere dag post, postzakken vol. En Mario brengt ze met de fiets naar boven. Hard labeur.

Het oorspronkelijke verhaal Ardiente Paciencia (1985) is van de Chileense schrijver Antonio Skŕrmeta (1940), ooit uit zijn land gevlucht voor dictator Pinochet. Skŕrmeta heeft een grote bewondering voor zijn landgenoot, de verbannen dichter Pablo Neruda (1904-1973) en maakt hem dan ook tot hoofdpersonage in zijn verhaal, dat in 1994 verfilmd wordt door Michael Radford onder de titel Il Postino. Acteur Kurt Defrancq kwam zo sterk onder de indruk van het verhaal en de film dat hij er per se iets wilde mee doen en bij figurentheater Ultima Thule (Gent) vond hij zielsverwanten.

Voor Defrancq, bekend van solo-optredens en allerhande theater- en tv-rollen, is Een eindeloos geduld van 3 dagen zijn debuut als poppenspeler, evenals voor de jongere Jonas Van Thielen, een ontluikend talent. Voor Ultima Thule een uitstekende gelegenheid om met deze ‘nieuwkomers’ de grenzen van de creativiteit nog maar eens te verleggen. Het oorspronkelijke verhaal werd dan ook tot zijn essentiële ingrediënten teruggebracht: de bekommernis om te overleven in een tijd van emotionele en economische spanningen. De Mario uit het verhaal is het prototype van de mens van goede wil die lief wil hebben en een uitweg tracht te vinden uit een sociale onzekerheid die hem en zijn geliefde belet gelukkig te zijn.

Heel de voorstelling is opgehangen aan het beeld van de dagelijkse beklimming van de berg met de fiets, met postzakken vol poëzie. Mario streeft naar iets hogers dan de dagelijkse sleur en het mysterie rond het kasteel helpt hem daarbij. Mario ontdekt bij de dichter, daar hoog boven de ‘gewone’ wereld, dat er woorden zijn die de rauwe werkelijkheid overstijgen. Dat je het gewone in een beeldende taal buitengewoon kunt maken. Het begrip ‘metafoor’ doet hem duizelen, handelen, dromen, verdwijnen.

Alles is beeldspraak in deze voorstelling, waarin de spelers nu eens vertellers, dan weer manipulators zijn. Postzakken hoog in de lucht en postzakken als grond onder de voeten (scenografie van Rupert Defossez en Wim De Wulf), symboliseren een voortdurende noodzaak aan communicatie, aan interesse, aan toenadering tot een wereld buiten het eiland, maar verwijzen ook naar een primitieve en eerder ruwe toestand en een schurend contact. De mensen praten wel, maar begrijpen ze elkaar en brengen woorden meer inzicht in een kritieke situatie? Kan de kunsttaal van de poëzie hier verlichting brengen? Wordt Mario gehoord, ernstig genomen en begrepen? En wat, wanneer de beroemde dichter definitief afscheid neemt?

Het is wonderlijk hoe men bij Ultima Thule met verbeelding omgaat. Het zit hem in de vele geestige details, in de vondsten en handenvlugheid. En natuurlijk ook in het spelplezier dat van de spelers afstraalt. Els Trio is een meeslepende vertelsters die ook zeer doorvoeld manipuleert. Het experiment met twee niet geroutineerde poppenspelers slaagt voortreffelijk in de inventieve regie van Wim De Wulf, die ook instaat voor de tekstbewerking.

Het visserseiland, het dorpscafé met de bazige moeder en de lieve dochter Beatrice die voor Mario’s ‘metaforen’ bezwijkt, de corrupte postmeester die burgemeester en de vis die te duur wordt, en een volhardend geloof van een eenvoudige mens in de kracht van zijn kwetsbare verbeelding, daar gaat het over zonder belerend te worden, met sobere middelen aangebracht, teder en tegelijk direct, en niet zonder passie.

De poppen en de aankleding van Chris Snik en Peter Devolder zijn sterke karakterkoppen. De stuurse blik in de gezichten, die werk van onder meer Permeke oproept, levert in combinatie met zwierig en fleurig textiel, speelse en zeer geloofwaardige personages op. Het zijn poppen die op verschillende manieren spreken, en niet alleen door de mond van de acteurs. Dat daarbij ook nog wat volkse muziek van Ivan Smeulders wordt rondgestrooid, verhoogt de pret en vormt tegelijk een contrast met de dodelijke ernst waarop Het eindeloos geduld van 3 dagen eindigt. Een nooit eindigend verhaal, voortgaand op de huidige reële bestaansonzekerheid.

Info: www.ultima-thule.be

Dit artikel werd reeds 217 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel