’s Nachts in een school… fABULEUS, César, mijn broer is een paard (+8)
| 27 Februari 2012 |
 © Jeroen Simoens |
Ik geef ruiterlijk toe, de eerste versie van César uit 2006 heb ik niet gezien. Dat was toen een zaalproductie die naar het schijnt een groot succes kende. Nu is er een nieuwe zaalversie, en ook die heb ik (nog) niet gezien. Maar wel zag ik op het Krokusfestival de première van de versie op locatie! En ik kan me moeilijk voorstellen dat er een betere versie dan deze kan bestaan: hier is alles aanwezig:een lege school bij avond, (ik zag ze om half tien in de winter) , een verlaten speelplaats, bewakingslampen die plots aanfloepen, koude gangen, lange schaduwen, verlaten klaslokalen, en vijf jongeren die met hun ziel onder hun arm ronddolen. Ze zijn niet opgehaald, de mobiele telefoons werken niet, de poort is gesloten. Dat wordt een nacht in een gebouw doorbrengen, een gebouw dat overdag gekend is, maar 's nachts heel vreemd en bevreemdend is. Een beetje Breakfast Club dus. Bedenker en maker van het concept en schrijver van de tekst Filip Bilsen is er weer bij en ook Sophie Beyne, Jeroen Lenaerts en Frauke Depreitere spelen weer mee; Wanda Eyckerman is vervangen door Katrien Valckenaers. In de tussenliggende zes jaren volg(d)en zij dans- en acteeropleidingen. Nu spelen ze als net-volwassenen weer de kinderen tussen de 9 en 12 jaar. Maar hun personages zijn eigenlijk pubers die op zoek zijn naar zichzelf, naar het leven, en dus vaak in de knoop liggen met zichzelf. Die drie levensfasen van kind – puber – net volwassen zijn, vloeien in elkaar over, en dat maakt deze productie qua spel zo aantrekkelijk. De ene keer doen ze aan gewilde overacting, dan weer is het spel subtiel en ingetogen, om zich daarna uit te leven in dansen op de speelplaats, in een klaslokaal, op de gang, onder aan de trap. De vijf hebben allemaal wel wat, de een is jarig en is verdrietig dat hij de taart en zijn moeder zal moeten missen, de ander wil een beroemde schaatsster worden, er is de nerd die veel weetjes weet, er is het meisje dat denkt dat haar broer een paard is. En daar begint het allemaal rond te draaien. Zwerft hij als paard nu door de lege gangen van het gebouw? Zijn het voetstappen of horen we hoeven galopperen? Wij als publiek zien wel iemand als paard verkleed over de speelplaats gaan en wat later ook in een gang, maar is het iemand van de groep die zich verkleed heeft? Lekker spannend en een beetje griezelig dus. Er wordt heel wat af gepraat, gescholden, puberaal geklaagd, filosofisch het leven besproken, dat alles met de nodige melige taalgrapjes en woordspelingen. Soms heel voor de hand liggend en cliché, maar het werkt niet op de zenuwen, integendeel, het charmeert. Ook weet de club te verrassen met het aanbrengen van al dan niet lichtgevende voorwerpen. Waardoor het geheel een absurdistisch bevreemding krijgt die intrigeert. Is dit fantasie of echt gebeurd? Is het paard een onzichtbaar vriendje of niet? En hoe zou je willen dat je ouders zouden reageren als jij zoiets meemaakte? César en de club prikkelen de fantasie met hun spel- en dansenthousiasme. En dat alles in een nachtelijke, lege school. Wauw! (Op het krokusfestival was er ook een toonmoment van een dansvoorstelling in wording, die als werktitel heeft: Kijk ver genoeg achterom en je kijkt weer naar voor. Wat we gezien hebben is veel belovend. Première op 29 september.) Info: www.fabuleus.be
|
| Dit artikel werd reeds 187 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|