Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De bittere tranen van Petra von Kant : passie en loutering in een luxekooi 8 November 2011


(c) Phile Deprez
De handeling is gesitueerd in het salon van de modeontwerpster Petra von Kant. Een luxueuze en uitvergrote etalage, waarin zes vrouwen van uiteenlopende leeftijden worden tentoongesteld. Zo lijkt het aanvankelijk, maar met wat slome muziek komt er beweging in de modieus en kleurrijk aangeklede ‘poppen’, compleet met pruiken en prikkelende make-up.

Centraal staat het bed en alle personages zijn het gehele stuk door aanwezig op het plateau. De beslotenheid van de ruimte (decorontwerp van Katrin Bombe) suggereert meteen een zekere onvrijheid van de aanwezigen onder de dominantie van gastvrouw Petra.

De bittere tranen van Petra von Kant van Rainer Werner Fassbinder (1945-1982) is vooral bekend door de film die hij er in 1972 van maakte, na het slechte onthaal van zijn toneelstuk dat hij in 1971 geschreven had voor Experimenta 4 (Frankfurt). Opmerkelijk is, dat na het uitbrengen van de film de interesse voor het stuk toenam.

In zijn gehele theater- en filmoeuvre is dit het stuk dat zeer sterk op de persoonlijke ervaringen van Fassbinder betrokken is. Als homoseksueel behandelt hij bij voorkeur vrouwelijke thema’s en stelt hij zelfs de vrouw centraal. Het lesbische ritueel waarrond De bittere tranen van Petra von Kant is opgebouwd, refereert naar een niet vervulde mannenrelatie van de schrijver zelf.

De Nederlandstalige creatie dateert van 1976 in Arca (Gent), met Kate (Griet De Bock) in de titelrol. Sindsdien werd het stuk in ons land nog nauwelijks door beroepsgezelschappen maar wel door amateurgroepen opgevoerd.

Waarom NTGent dit stuk nu speelt is wellicht vooral te danken aan de ‘ontdekking’ van Susanne Kennedy, een vrouw die regie doet, wat blijkbaar nog altijd niet frequent voorkomt. Daarenboven is Kennedy al langer gefascineerd door machtsverhoudingen, zoals ze voorkomen onder vrouwen in het algemeen en in het theater, onder meer tussen spelers en regisseurs. Dan biedt Fassbinder die de zes dames monumentaal op de scène zet, een welgekomen opdracht.

Petra von Kant viert haar verjaardag en heeft bezoek van mama, dochtertje, een vriendin en een meisje dat mannequin wil worden. De zwijgende en onopvallende bediende en secretaresse Marlene, voert slaafs Petra’s bevelen uit. Ieder personage in dit stuk heeft uiteenlopende ervaringen met relaties en liefdes en de drie generaties die er in vertegenwoordigd worden, zijn dan ook afspiegelingen van liefdesaspecten. In Petra von Kant vloeien een aantal aspecten samen.

De eerste man van Petra is verongelukt en van haar tweede man heeft ze gewalgd en is ze gescheiden. Ook het meisje Karin, dat uit een lagere stand komt en mannequin wil worden, heeft minder goede ervaringen. Wanneer deze merkt hoe verliefd Petra op haar wordt, ziet ze ook haar kans op een welstellender bestaan. Toch kan ze zich nog niet aan Petra geven, want ze is nog altijd niet van haar man gescheiden. Het almaar heviger wordend verlangen naar Karin en de twijfel of het wel tot een relatie komt, maken bij Petra niet enkel hevige emoties los, maar ook agressie tegenover iedereen en alles. Ze voelt wel dat Karin van haar financiële welstand en faam wil profiteren, maar ze rekent ook op haar bekend overredingstalent en haar dictatoriaal doorzettingsvermogen om het meisje in te palmen. Wanneer Karin dan toch weggaat, komt Petra in een haast klinische toestand terecht en ondergaat ze een louterend proces. Ze ziet uiteindelijk in dat ze Karin te veel als een onvoorwaardelijk bezit heeft gezien en niet als een vrije vrouw.

Hier krijgt de voorstelling de allures van een Griekse tragedie. Het menselijk tekort en de decadente macht van een ‘godin’, vertwijfeling en waan, zijn in tweestrijd. Suzanne Kennedy houdt echter de emoties sterk in toom, en alle vertolkers volgen tot de laatste seconde de strakke lijn van een uiterste beheerstheid, van een standing die ook via de haute-couture weerspiegeld wordt. Tegelijk kijk je dwars door de perfectie van de glitter heen. In een artificiële erotiserende sfeer blijven de personages geloven in de mogelijkheid tot een zuivere liefde te komen, terwijl ze voortdurend ook hun onzekerheid te kennen geven. Een bijzondere interpretatie geeft Susanne Kennedy aan Gabriële, het dochtertje, op de drempel van de volwassenheid, dat als een danseresje doorheen de voorstelling dartelt. Een nimfje dat nog ontsnapt aan de pijnen van een passie en een zuiverheid uitstraalt die Petra niet ziet, omdat ze zich nog nauwelijks voor haar opgroeiende dochter interesseert.

Na het louteringsproces komt Petra von Kant met beide voeten op de grond. Ze beseft dat je moet leren liefhebben zonder terug te eisen, een inzicht dat ze in een afscheidsgesprek aan haar moeder bekent. Wanneer Karin dan opbelt, klinkt Petra’s antwoord zeer zakelijk. Petra ziet nu nog enkel Marlene, die nerveus te veel room op de verjaardagstaart spuit. Petra vraagt haar dat ze zou spreken. Niet zomaar iets zeggen, maar uitvoerig uit haar leven vertellen. Is dit voor Petra von Kant een nieuw begin? Of gewoon praten en samen roomtaart eten?

Voor die productie (in een nieuwe vertaling van Bernard Dewulf) beschikte Susanne Kennedy over een topcast van spelers uit NTGent en het Nationale Toneel Den Haag: Nettie Blanken (de moeder), Lien Wildemeersch (Gabriële), Betty Schuurman (de vriendin), Marie Vinck (Karin), en Bien De Moor (Marlene), aangevoerd door een ijzersterke Els Dottermans.


Info: www.ntgent.be, www.nationaletoneel.nl

Dit artikel werd reeds 149 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel