Deel twee van De man zonder Eigenschappen: een streling voor oor en oog Het Toneelhuis, Het Mystieke Huwelijk
| 16 Oktober 2011 |
 (c) Koen Broos |
Het eerste deel van De man zonder eigenschappen raakte emotioneel niet, schreef ik in mijn bespreking (zie archief), maar zorgde wel voor puur intellectueel genot. Deel II, Het Mystieke huwelijk, beroert zowel de ratio als de gevoelens. En hoe! Het is ook weer een pareltje van een productie qua inhoud én vorm. Wat een taal, wat een beelden! In het eerste deel van de trilogie De man zonder Eigenschappen (een bewerking van de gelijknamige roman van Robert Musil) maken we kennis met de elite van Kakanië, de spotnaam voor het Oostenrijks-Hongaars keizer – en koninkrijk, die in 1913 in Wenen de zgn. Parallelactie voorbereidt ter viering van het zeventigjarige Keizerschap van Franz-Josef in 1918. Het personage Ulrich, wiskundige en de man zonder eigenschappen, is een van de vele personages. Er zijn verder o.a. de conservatieve graaf Leinsdorf die extreem-rechts wordt, de idealistische en spirituele salondame Diotima, de wat simpele generaal Stumm von Bordswehr, de opera- en vrouwenliefhebber graaf Tuzzi, de hysterische Clarisse en haar man, de mislukte kunstenaar Walter, enzovoorts. Een waaier van personages, opvattingen, rake uitspraken en typeringen ontvouwt zich voor de projecties van eerst Het LaatsteAvondmaal van Da Vinci (als beeld van 'saamhorigheid') en daarna de Intocht van Christus in Brussel van James Ensor (als beeld van de maskers die de elite opzet). Protagonist Ulrich staat nu veel meer in het middelpunt dan in het eerste deel. Hij wordt de man zonder eigenschappen genoemd door zijn omgeving. Hij weet niet goed te kiezen, hij durft geen standpunt in te nemen, laat staan te verdedigen. Hij draait mee met de wind en de woorden van de anderen. Het is echter iemand die twijfelt, die mogelijkheden wil overwegen, iemand die openstaat voor andere opinies en ze wikt en weegt, iemand die piekert over kansen voor iets anders. In Het mystieke huwelijk wordt het aantal personages verkleind tot zes, en van die zes vormen Ulrich (Tom Dewispelaere) en zijn zus Agathe (Liesa Van der Aa) het hoofdduo. Om hen twee gaat het. Hun vader is gestorven en zij ontmoeten elkaar in het ouderlijk huis op de vooravond van de begrafenis. Ze hebben elkaar al lang niet meer gezien, door de verblijven in internaten, de studies op andere plekken, de vestiging van Ulrich in Wenen. Er ontspint zich een herwonnen vertrouwen dat groeit naar liefde, en meer. Subtiel en suggestief komen ze dichter tot elkander. De ratio schuift, de emoties nemen toe. De 'man zonder eigenschappen' wordt meegezogen in de liefde tussen broer en zus. Overpeinzingen verworden tot korte zinnen, tot emotionele verzuchtingen, andere mogelijkheden worden nog overwogen, maar er resten er geen. Clarisse (Katelijne Damen) verdiept zich wel heel diep in de figuur van de seriemoordenaar Moosbrugger, Diotima (Gilda De Bal) raakt in de ban van en daarna verstrikt in de opkomende Freudiaanse psychoanalyse, generaal Stumm von Bordswehr (Marc Van Eeghem) wordt leper en rechtser (en spiegelt onze huidige Europese en Belgische situatie laconiek grappig), Graaf Leinsdorf (Vic De Wachter) conserveert de oude keizerlijke idealen. In het eerste deel waren het vooral de straffe en rake politieke en herkenbare uitspraken die opvielen door hun formuleringen en die een intellectueel genot teweegbrachten, nu zijn het naast de schitterende quotes over politiek en maatschappij met al zijn onhebbelijkheden, corrupties en stupiditeiten, ook de psychische en psychologische ontsponnen draden die zich als vanzelf tot een fijn rag weven. Ook nu wilde ik de ene zin na de andere onthouden, vanwege de stijl, de helderheid, de raakheid, maar dan volgt al weer een andere treffende formulering. (Ik moet nu echt het boek gaan lezen!) Wijze en schone woorden die op hun beurt versterkt worden door de zegging van de acteurs en actrices. Het mystieke huwelijk is een streling voor het oor, maar ook een visueel genot door het typische Guy Cassiers' spel met videobeelden en projecties. Ook nu glijden beelden zacht in elkaar over, van een stukje bibliotheek om de locatie aan te geven naar een close-up van Ulrich half in de schaduw. Van een spel met dubbele spiegelbeelden van Clarisse tot een als tegels in en uit elkaar schuivende beelden van de Intocht van Christus in Brussel van James Ensor. Een beeld dat we ook op het einde van deel I zagen: De personages laten hun masker niet vallen, integendeel, mensen worden maskers. De wereld aan de vooravond van de eerste wereldoorlog wordt grotesker en grotesker. Organisch gaan de beelden in elkaar over, zoals de muzikale dialogen tussen twee personages van in elkaar schuiven, zoals de microwereld van Ulrich en Agathe opgenomen wordt in de macrowereld van de vertegenwoordigers van het rijk en andersom. Alles weeft in elkaar, qua vorm en inhoud. Zo helder, zo mooi, zo roerend. Info: www.toneelhuis.be
|
| Dit artikel werd reeds 166 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|