Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Venijn in de liefde
De Queeste en Toneelgroep Maastricht, Demonen (van Lars Norén)
12 September 2011


© ogen-blik
Kijken hoe andere geliefden ruzie maken, elkaar afzeiken en compleet de grond inboren, het heeft iets gênants. Je voelt je voyeur, maar het geeft natuurlijk ook wel voldoening: zo erg gaat het er bij ons niet aan toe. Of nog beter: we zullen maar geen ruzie meer maken, want dat niveau halen we toch niet. Dat zou je als een catharsis-element uit Demonen van Lars Norén kunnen halen. Een steengoed stuk over relaties tussen geliefden, als het ook goed gebracht wordt, en daar zorgen de locatie, de eigentijdse regie en het spel van de acteurs en actrices krachtig voor.

Een verdieping in het voormalig postsorteercentrum van Hasselt: een grote ruimte,met vooraan een grote radiator, wat designbanken, wat verderop een keukenaanrecht. Rechts de ramen die op de straat naar het station uitgeven. Je hoort het straatgeluid, de treinen in de buurt. Als een personage uit het raam hangt, wordt er van beneden op straat gereageerd, en dat doorbreekt de tragiek eventjes. De ruimte wordt achteraan begrensd door een groot raam,waardoor we een trap zien. Boven dat raam hangt een scherm, waarop ofwel de traphal of de slaapkamer geprojecteerd wordt. Het kon wel een trendy loft zijn van twee goedverdienende dertigers. Die leeftijdsgroep, waartoe ook regisseur Domien Van Der Meiren (De Queeste en huisregisseur Toneelgroep Maastricht) behoort, was voor hem een rede om een van de zgn. 'hysterische' stukken te kiezen van de Zweedse theaterschrijver Lars Norén die enorm succes kenden in de jaren '80, maar nu nog zelden worden opgevoerd. Van Der Meiren herkent zich in de vraagstukken van de personages: “Ze staan op een kruispunt: wat is al voorbij, en wat moet nog komen? ... Het houdt mij bezig dat de relaties van mijn generatie verzanden in sleur en of verstikken in ontgoocheling, dat de idylle van het gezinsgeluk genadeloos wordt doorprikt, dat we onszelf steeds weer verliezen.”

De keuze van het stuk ligt ook in de lijn van het voornemen van De Queeste om naast eigen geschreven of hedendaagse auteurs regelmatig sterke 'klassiekers' te brengen. En Demonen is zo'n klassieker. Het stuk van Lars Norén is duidelijk geïnspireerd door die andere klassieker Who's afraid of Virginia Woolf van Edward Albee uit 1962. Maar Demonen gaat verder, zo legt Wouter Hillaert uit in een essay, dat als heel dun boekje bij De Queeste is uitgegeven. Norén past ook in een Scandinavische traditie. Het is de naturalistische opzet die we ook vinden bij Ibsen en Strindberg. De demonen zijn de 'Spoken' van Ibsen: de personages worden overvallen door schimmen uit hun eigen familiegeschiedenis. Ook Noréns 'hysterische' stukken dragen veel symboliek over schuld en boete. In Dodendans van Strindberg wordt hetzelfde spelletje gespeeld als Frank en Katharina nu doen. Maar Norén gaat verder: hij isoleert zijn personages van elke maatschappelijke context. Het zijn allemaal 'ikken' die aan 'double bind' lijden, die zichzelf, met de nodige spiegel- en glasscherven, spiegelen in de antagonisten. Als Frank de as van zijn moeder uit de urne schudt, is Freud niet ver af.

Was sich liebt, das neckt sich, zei mijn vader vaak, als koppels in televisieseries ruzieden. Of was het: was sich neckt, liebt sich? Doet er niet toe. Ik dacht altijd dat daarmee bedoeld werd dat geliefden elkaar de nek omwrongen, maar het was gewoon plagen, pesten. Hoogstens elkaars bloed onder de nagels halen. Wat Katharina en Frank doen is elkaar niet de kast opjagen met sarcastische opmerkingen en vilein commentaar, maar elkaar nekken, in de betekenis van kelen, elkaar kruisigen en dat op een zeer sadistische manier en met in vitriool geweekte zinnen. Keihard gaat het er tussen die twee aan toe, en dan worden de onderburen Jenna en Thomas erbij gehaald, een koppel met kinderen, schijnbaar gelukkig, maar ook zij worden verzopen in de diepste krochten van botsende emoties.

Gaat het in Who's afraid of Virginia Woolf nog hoofdzakelijk om twee koppels, in Demonen worden vier individuen messcherp opengesneden en tot op de graat gefileerd. Lien De Graeve (vaste actrice van De Queeste) overtuigt als Katharina in haar extreme emoties en tegelijkertijd subtiel spel. Zo ook Bram De Win (Toneelgroep Maastricht) met zijn overdonderende verbale tsunami van venijn, zelfbeklag en projectie. Bram Van Der Kelen (De Queeste) moet het hebben van zijn stiltes en aarzelingen, en ach, Lotte Driessen (stagiaire Toneelgroep Maastricht) zet aandoenlijk de naïeve benedenbuurvrouw met kinderen neer.

Jammer dat het stuk maar zo kort speelt, hopelijk toert het het volgend seizoen, al dan niet op locatie, door Vlaanderen en Nederland.


Info: www.dequeeste.be - Nog te zien t/m 17 september 2011

Dit artikel werd reeds 372 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens