Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Het begon veelbelovend (op de Zomer van Antwerpen 2011)
Theatergroep Wak, Niets is echt moeilijk
Geumhyung Jeong, 7Ways
11 Juli 2011


(c) Geumhyung Jeong
Voor een zeer grote houten kist (waar we toch met ongeveer 90 mensen in kunnen) worden we opgewacht door het olijke Hollandse trio Wak. Eentje zaagt op het dak flyers die dan naar beneden vallen en door de andere twee verdeeld worden. Het zijn houten plankjes met de tekst 'Niets is echt moeilijk'. Daarna worden we in het houten staketsel gepakt. Buiten de tribune is het een lege ruimte. Er is niets. Een van de drie mannen kruipt uit de vloer, een ander valt uit de wand, de derde probeert via een touw in een gat in het dak naar beneden te komen. Verder zijn er ook gewoon twee deuren. Alle drie willen ze van deze niets-ruimte iets maken, en dat is moeilijk. Ze proberen via allerlei bewegingen en acrobatische toeren een plek te vinden in de ruimte, ze trekken heel wat smoelen, volgen elkaar, vliegen op elkaar in, dagen elkaar uit, gaan in strijd met elkaar. Het mimisch spel en de slapstick schuren tegen meligheid aan, maar zijn mooi gedoseerd, en blijven verrassend grappig. Maar na een half uur worden er attributen zoals een televisietoestel, een zetel, een plant en een tapijt aangesleurd, en volgt er een lang mimisch tafereel van een voetbalkijker. De grollen herhalen zich, de spanningsrek is eruit, het wordt saaie en flauwe kolder. Jammer, want het begin was echt de moeite.

Dat euvel van veelbelovend starten en als een kaars uitdoven kenmerkt nog veel erger de voorstelling van de Koreaanse bewegingskunstenares Geumhyung Jeong. Terwijl de grote hangar volstroomt, zit ze in haar uppie tussen een berg kleren, plastic en prullen aan de zijkant van de betonnen vloer. Over het grote speelvlak liggen allerlei dingen verspreid. Een zittende paspop, een stofzuiger, een hoop kabels. Zoals zij wacht op het binnenstromend publiek, zo moeten de toeschouwers wachten op haar acts. Traag komt zij recht, langzaam kleedt ze zich uit, en hult ze zich in een zwart pak, ook haar gezicht. Een masker staat klaar, ze steekt haar voet erin, en kijk, een wezen als een oude man richt zich op, kruipt naar de ander kant van het speelvlak naar een paspop. Hij legt ze neer in twee stukken en heeft het moeilijk om het onderste deel in het bovenste deel van te pop te schuiven. Dat levert een aardige seksuele associatie op, zoals ook vier andere acts gezien kunnen worden als een erotisch, en bij wijlen grappig spel. Er is bijvoorbeeld de act met een heftig aan het lichaam zuigende stofzuiger.

Traagheid overschaduwt echter deze mix van dans, beweging en poppenspel. De speelster is bijzonder lenig en zeer goed in objectenmanipulatie en kan daardoor mooie en soms grappige beelden maken. Maar tussen de taferelen zijn er lange onderbrekingen, en ook de acts zelf kennen een traag tempo. Dat alles wil misschien sacraal en integer overkomen, theater als een ritueel, maar het lukt de speelster niet die dimensie in haar spel te krijgen. Zeker niet in deze immense hangar. Ik heb vaak kunnen genieten van traag ritueel spel van bijvoorbeeld Raimund Hoghe, maar bij deze Koreaanse ontstaat geen sfeer, laat staan een intieme sfeer, die sereniteit en erotiek uitstraalt. Het wordt saai, monotoon en voorspelbaar, zeker bij de laatste twee acts, als een boot over uitgespreide blauwe gewaden en op een lichaam dobbert en hobbelt, en als uit een koffer een pop wordt opgeblazen. Die twee tableaux vivants zijn er echt te veel aan. Ze had beter alleen de eerste vijf gebracht op verschillende plekken op het terrein van 'de zomerfabriek'. Opduikend uit de struiken of vanachter een schutting de performances los van elkaar opvoeren. Veel verleidelijker zou dat geweest zijn.


Info: www.zva.be

Dit artikel werd reeds 255 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens