Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Het rad van kwetsbaarheid. Performances van:
Alexander Vantournhout & Björk Oskarsdottir – Ballade
Jesse Huygh
1 Juni 2011


Alex & Björk - (c) Bart Grietens
In de week van 23 mei 2011 was er een symposium over circus, in een organisatie van het Circuscentrum en het Vlaams Theater Instituut. Om – hoe kan het anders – het circus en het theater dichter bij elkaar te brengen. En vooral om circus beter bekend te maken bij het theaterpubliek. Om de vooroordelen die er bij dat publiek over circus heersen, weg te nemen. Het waren badinerende gesprekken tussen circusartiesten, theatermakers en programmatoren over clichés, moeilijkheden, cross-overs tussen circus, theater, dans, en wat er aan gedaan kan worden. De bijeenkomst sloot naadloos aan bij het nummer van Courant (uitgave van VTI, en voor deze keer in samenwerking met het Circuscentrum) Cirq'onstances dat helemaal gewijd is aan circus en circustheater. Liv Laveyne stelde een mooi nummer samen met een stand van zaken, interviews, discussiepunten en trends. Ik raad dan ook elke geïnteresseerde en theaterliefhebber dit nummer aan! (In het nummer ook een interview met Alexander Vantournhout die zijn circuscarrière in Roeselare bij het circusatelier Woesh begon. Hij studeerde in 2010 af aan ESAC, de hogeschool voor circuskunsten in Brussel, en volgt momenteel PARTS.)

Maar wat mij het meeste aansprak die dag waren de twee aangekondigde circusacts aan het begin en op het einde van de gespreksnamiddag. Ik geef toe, het laatste seizoen heb ik het circus aan mij voorbij laten gaan. Ik vond dat ik het wel gezien had, en dat wat ik zag een déja-vu was. Ik vond - buiten een paar uitzonderingen, zoals Da/Fort van Cic'ombelico (zie archief) - dat het nieuwe circus steeds meer afgleed naar show, evenement, spektakel, entertainment. Jongleurs en acrobaten toonden hun kunsten, maar het bleef voor mij vaak steken in een demonstratie van virtuoze technieken en krachtpatserij, zoals op turnwedstrijden, zonder dat het mij raakte op wat voor een wijze dan ook. Knap werk, was de enige reactie die mij bij opkwam. Of iemand nu met vijf of zeven ballen jongleert, maakt voor mij theatraal geen verschil. Ik wil ontroerd worden, verwonderd en geraakt worden, in een sfeer gedompeld worden, een beleving rijker zijn. En dat miste ik, en dat vond ik afgelopen maanden wel in een aantal theater- en dansproducties, in cross-overs van muziek en theater, van theater en dans, van acrobatie en dans, en ook in producties met een mengeling van circuskunsten en theater (zoals bijvoorbeeld Vorst/Forest van KVS en Compagnie Cecilia). Maar die werden aangekondigd als theaterproducties.

Tot vorige week (week van 23 mei 2011, nvdr) op het symposium. Ik zag daar twee performances die mij weer helemaal overtuigden van de artistiek-fysieke mokerslagkracht die circustheater zo eigen kan zijn. Een spot op de violiste Björk Oskarsdottir. Het licht verspreidt zich langzaam, en de danser-acrobaat rolt zijn rad (een roue Cyr in vaktermen) het podium op, en gaat er een duet mee aan. Als in een dans wordt het een spel van aantrekken en afstoten. Deze keer geen antagonist in levende lijve, maar een rad van twee diameter waarin Alexander ronddraait, waaruit hij stapt, waarmee hij kantelt, zwiept en schokt. Een duet waarbij het rad een evenwaardige danspartner is, een duet waarbij beide 'dansers' samen gaan, zich van elkaar losmaken en reageren op elkaars bewegingen. Virtuoos, maar mede door de muziek, de sierlijkheid, de naturel en de ingetogenheid wordt het geheel een existentieel gevecht met fysieke kwetsbaarheid dat net als het rad nog lang natrilt. Ballade is geen kunstjesvertoning, maar een puur artistiek gelaagde performance.

Een nog grotere kwetsbaarheid gaat uit van de act van Jesse Huygh aan de mast.(in vaktermen Chinese mast of pole). Jesse komt van Ell Circo d'ell Fuego (het Antwerpse circusatelier) en zit momenteel in zijn laatste jaar ESAC. Op de klanken van een sombere soundscape laat hij zich uitdagen door de opgespannen mast. Klimt naar boven, valt langs de paal naar beneden. Hoe ver kan zijn uitdaging gaan? Het mooie in deze act is dat hij dit thema niet eindeloos uitmelkt, maar zeer strak timet. Verrassend gaat de confrontatie tussen danser en mast over in een uittesten van hoe een discusschijf aan een koord rond de mast kan zweven en hoe hij als mens de rotaties kan bepalen. Een sacrale, bijna rituele queeste in beweging. Subtiel heersen in zijn bewegingen twijfels. Ze nemen op momenten de overhand om dan zacht langs de mast weg te glijden in een aanvaarding.

Beide performances toonden aan dat circusdisciplines, dans en performance goede 'minnaars' kunnen zijn, die bij het publiek niet alleen bewondering opwekken, maar ook verwondering en een rituele beleving.


Info:
  • Www.vti.be (waar het nummer van Courant kan aangevraagd en/of gedownload kan worden)
  • www.circuscentrum.be
  • Over Alex Vantournhout: Beelden van de performance van Alexander Vantournhout zijn te zien in een korte reportage van NTR: tvblik. Zie ook: focus -wtv
  • Over Jesse Huygh: heeft sinds een paar jaar ook een straatvoorstelling met een celliste. Zie www.ciel-au-mat.be


Dit artikel werd reeds 569 keer gelezen.auteur(s):Tuur Devens