Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De zaak: in Malpertuis zoekt Piet Arfeuille verder naar wat essentieel is 2 April 2011


(c) Malpertuis
Na anderhalf jaar artistieke leiding in het West-Vlaamse theater Malpertuis (Tielt) , mag het nu wel duidelijk zijn waar theatermaker Piet Arfeuille (°1961) mee bezig is. Na twintig jaar theateractiviteit als acteur en regisseur in eigen land en in Nederland, na zijn verkenningsperiode met De Schaduw (Ardooie), de stormachtige successen met onder meer Hamlet en De Storm bij HetPaleis (Antwerpen) en opmerkelijke realisaties in samenwerking met Productiehuis Brabant ('s-Hertogenbosch, Nederland), is Arfeuille echter nog altijd niet thuisgekomen. Hij is een kunstenaar die letterlijk onderweg is en in zijn zoektocht streeft naar een bevrijding van en voor de theatrale elementen.

Arfeuille vindt het spannend dat de verschillende elementen een zekere autonomie hebben en aanvaardt ook dat autonome elementen met elkaar in contact blijven, zoals moleculen elkaar in een spanningsveld in evenwicht houden. Er is eerder sprake van nevenschikking dan van onderschikking. Wat hem stoort is, dat in het theater (bijvoorbeeld minder in de beeldende kunsten) de elementen te veel een dienende functie hebben. Het "verhaal" domineert te sterk. Het maakt taal, geluid, handeling, aankleding, ondergeschikt. Arfeuille wil veel vertellen met weinig verhaal.

Deze problematiek heeft hij al aangesneden in twee voorafgaande realisaties: Are you ready, are you ready for love en in 2019(Droomspel), die hij evenals De Zaak, samen met Productiehuis Brabant, maakte. Ook werk van anderen die met onderzoek bezig zijn, wil hij daarbij betrekken. Dat deed hij met onder meer  Send all your horses, een bijzonder boeiende voorstelling van Esther Lybeert (muziek) en Nathalie Teirlinck (film) waarin muziek, film en theater naar een eigen plaats zoeken in een project waarin ook een personage (een meisje) op zoek is naar een identiteit.

Kenmerkend voor zijn opvatting over theatermaken is alleszins dat hij vertrekt vanuit een vraagstelling: wat is leven?, wie ben ik?, waarom doe ik wat ik doe? Hij geeft geen antwoorden, maar stuurt aan op verdere vragen. Dat is ook zo in De Zaak, een titel waarmee hij zowel de mens als het theater viseert. De mens als een element in een groter geheel, maar dan ook een eenzame mens in dat geheel. Een mens op zoek naar aanraking, naar communicatie onder welke vorm dan ook.

In de reeds genoemde eerste twee producties wordt vooral de stilte benadrukt van waaruit een mens tot leven komt. Maar een stilte moet aanspreken wil ze opgemerkt worden. Dit aanspreken gebeurt via het gevoel en de fantasie, die gestimuleerd worden door beelden, door een sfeerscheppende poëzie. Daarom wordt De Zaak gespeeld door twee dansers. De muziek, de geluidsontwerpen (Pepijn Caudron, Fred Van de Moortel), creëren de sfeer waarin de beweging centraal staat. Het leven als een bestendige beweging, een golfbeweging als van een zee. De dansers, de Fin Veli Lethovaara en de Zweed Marcus Baldemar, voeren geen ballet uit, ze zijn vrije dansers die voortdurend eigen patronen uittekenen en zich in alle richtingen op en boven de grond trachten los te maken van de aarde. Zij symboliseren het zich bevrijdende leven, zonder een personage te worden.

Een uitgangspunt voor die productie was het beeld van een man (een mens) die op de straat ligt en schijnbaar opgehouden heeft te bestaan, maar door passanten een leven wordt toebedacht. Een ander uitgangspunt was de mythe van Orpheus en Eurydike, maar dan vanaf het ogenblik dat Orpheus zich na het verdwijnen van Eurydike terugtrekt en alle verkeer met vrouwen weigert, waardoor hij zich de woede van de Mainaden op de hals haalt, die hem tenslotte in hun razernij in stukken scheuren. Zowel van het ene als van het andere uitgangspunt wordt in de voorstelling afgeweken al blijft er een symbolische verwijzing van over wanneer je er over nadenkt dat een provocerende houding: op straat gaan liggen of contact weigeren, niet wordt aanvaard, dat afwijkend en non-conformistisch gedrag niet wordt getolereerd. Dit is dan ook het statement dat met De Zaak wordt gemaakt: dat theater en meteen ook de theatermakers zich moeten bevrijden van elke vorm van indoctrinatie.

Een sterke vorm van beïnvloeding gebeurt nog altijd via het woord, al dan niet gecombineerd met een beeld. Niet door het gesproken woord, maar door het woord dat gelezen wordt, zoals het repetitief gebeurt via reclamespots in het straatbeeld, in de krant en op de televisie. Vandaar dat Arfeuille opteert voor een voorstelling waarin de tekst als leestekst wordt aangeboden. De tekstband, een technisch hoogstandje, neemt dan ook de hele ruimte in beslag. De geschreven en gedrukte woorden vloeien over en boven de scène. Poëtische zinnen, maar woorden zonder klank. Woorden die je ziet maar niet ziet als woorden, maar als passanten die je sterk in de ogen kijken. Het zijn priemende woorden en korte zinnen die je netvlies raken. Woorden die je voelt.

Met De Zaak zet Piet Arfeuille zijn zoektocht naar de essentiële dingen in het leven en in het theatermaken onverdroten verder. Een zaak om te blijven volgen.

Info: www.malpertuis.be of www.productiehuis.nl

Dit artikel werd reeds 310 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel