Krokusfestival van de dans (3) – dans voor peuters Nat Gras, MuurtjeMuurtje - Aaben Dans, Ik Jij Wij - Tanzfuchs, Kopffüssler
| 22 Maart 2011 |
 (c) Ditte Valente |
Theater voor peuters bestaat nog niet zo lang. Eerst keek men de kat uit de boom toen een paar gezelschappen zich daarmee gingen bezighouden. Kun je voor die allerkleinsten tussen 1 en 3 jaar wel echt een artistiek product maken? Kun je dan eigenlijk wel met kunst bezig zijn? Doe je dan geen knieval? En zak je dan niet voor dat twee turven hoog publiek evenredig tot een laag artistiek niveau? Een aantal gezelschappen hebben ondertussen bewezen dat producties voor peuters, en zelfs voor baby's, wel een artistieke kwaliteit kunnen hebben, en een intiem kleinschalig tegengewicht kunnen vormen tegen de flitsende megabeeldcultuur die die jonge mensjes ondergaan. Theater voor peuters is de laatste jaren al wat aanvaard. Maar dans? Dans voor kinderen? Dans voor kleuters, laat staan dans voor peuters! Wie denkt dat dansvoorstellingen niet geschikt zijn voor peuters rond drie jaar, zal zich verslikken in zijn vooroordelen als hij of zij de producties op het Krokusfestival gezien zou hebben. Deze veertiende editie van het festival stond, zoals de laatste jaren al werd aangezet, volledig in het teken van de dans voor kinderen, jongeren, kleuters en ook voor peuters. En die peutervoorstellingen getuigden van een artistieke frisheid, van een kwaliteit in bewegingen, concepten en gelaagdheid. Drie choreografen leverden puik werk, tegen alle clichés in van wat er op televisie, in spektakels en evenementen te zien is. Weg van alle glitter en spetterende deuntjes en pasjes. Een twintig à dertig minuten was het kijken, daarna konden de kleintjes zelf aan de slag met het materiaal waarmee in de voorstelling was gespeeld en gedanst. Dat varieerde van houten torentjes bouwen over lichtgevende balletjes zelf laten bewegen tot lekker kleien. De opkomst en de appreciatie van dans voor peuters zou je kunnen vergelijken met het begin van moderne schilderkunst eerste helft vorige eeuw en met de schilderijen van de Cobra-groep van de vijftiger jaren. Artiesten tekenden bewust kinderlijk en naïef, wat bij veel mensen de reactie uitlokte (en nog uitlokt): is dit kunst? Dat kan mijne kleine ook! Maar zgn. primitieve en kinderlijke tekeningen zijn vaak zoektochten naar de essenties van kunst, leveren ontdekkingen op, raken de kijker, beroeren hem of haar. Die gelaagdheid vinden we ook in deze peuterproducties. Allicht zal de peuter zich geen vragen gaan stellen over het artistieke aspect, maar hij ondergaat wel een kunstervaring. Een welbehagen. En dat willen we toch, nietwaar? Nat Gras met MuurtjeMuurtje Twee jaar geleden verraste het gezelschapje van Goele Van Dijck met Schaapwel (zie archief): over het ritme van de dag, wakker worden, opstaan, spelen overdag, gaan slapen. Rituelen die dansant werden gevisualiseerd en in beweging gebracht. Herkenbaarheid alom troef. Vorig jaar was er Speeltijd. Voor oudere kinderen, al wat abstracter, maar met mimetische scharnieren. Nu ging MuurtjeMuurtje in première, voor peuters vanaf 2 ½ – 3 jaar. De titel klinkt concreter dan Schaapwel, maar het dubbel gebruik van het verkleinwoord maakt het toch ook weer abstract. En wijst ook op de twee kijkrichtingen. Het publiek zit op twee tegenover elkaar geplaatste kleine tribunes, en kijkt uit op het middenpodium waar houten schuttinkjes en hekjes in een lus of cirkel geplaatst zijn. De kleintjes kunnen alvorens op de banken te gaan zitten, het decor en de spullen zoals een berg houten blokken, dunne stammetjes in boomschijfjes, en manden houthaksel, verkennen. Ze mogen er nog niet aan zitten. Dat is voor straks. Eerst wordt het kijken naar de dans. Achter en tussen de houten muurtjes ontwaren we beweging. Een voet, een been, een arm schieten plots te voorschijn. Over de muurtjes bewegen handen. Ze naderen elkaar, gaan weer weg. (Mijn kleindochter van 2 ½ keek niet naar de echte handen, maar vond het schaduwspel dat op de grote wand van de zaal ontstond, veel interessanter). Eerst zijn het alleen de handen, daarna de hele personen die variëren op het thema van aantrekken en afstoten dat we uit heel veel dans kennen. In een traag ritme verschijnen en verdwijnen de twee danseressen Goele Van Dijck en Sumalin Gijsbrechts achter en voor de muurtjes, en spelen daarmee in op het geliefde kiekeboe-effect van de kleintjes. Piepmuurtjes. Ze schuiven met de houten hekjes, ze maken er cirkeltjes mee, creëren nieuwe plekjes waar je je kunt verstoppen, en waaruit je te voorschijn kunt piepen. Een kindje wordt in zo'n rondje 'gevangen' gezet. Het heeft er duidelijk plezier in. De danseressen slepen manden met houtschilfers aan, maken er bergjes van, bakenen er nieuwe ruimtes mee af. MuurtjeMuurtje is een zacht plezierige beeldende installatie die op de klanken en door de danseressen tot beweging komt. Een ontdekkingstochtje, waar je eerst naar kijkt, en dat een serene rust over je heen laat stromen (mijn kleindochter ging geagiteerd het zaaltje binnen, en kalmeerde tijdens de voorstelling zienderogen). Een ontdekkingstocht die je daarna zelf kunt maken. Met de houten blokken torens bouwen, even abstract als de dans/speelplek zelve. Ik hoop echter dat de productie nog wat groeit, in die zin dat er meer uit de muurtjes wordt gehaald, en dat ze ietsiepietsie meer nieuwsgierigheid opwekt. Ik heb er vertrouwen in dat dat Goele en Nat Gras wel zal lukken.
Tanzfuchs, Kopffüssler Kinderlijke tekeningen. Kindertekeningen. Het Duitse Tanzfuchs neemt zo'n kinderlijke kindertekening als uitgangspunt voor de voorstelling Kopffüssler. De bekende tekening van een groot hoofd met beentjes en handjes eraan. Een koppoter of kopvoeter. Het is het soort tekeningen dat kleintjes op hun twee en drie jaar maken als afbeelding van mensen, en het is een verschijnsel dat zich in alle culturen over heel de kinderwereld voor doet. Je ziet een hoofd, met daaraan vast benen en armen. Zo hebben de twee danseressen hun lichaam 'geboetseerd'. Ze kijken elkaar verbaasd aan, en nog verbaasder kijken ze naar hun eigen voeten en handen. Die kunnen bewegen! Langzaam ontpoppen ze, al buitelend en rollend, tegen elkaar botsend, in elkaar verstrengeld en over elkaar vallend, tot hele mensen. Om dan weer terug kopvoeters te worden. Ze rollen groene balletjes naar elkaar, balletjes die je plat kunt stampen en waar je figuren van kunt maken en die kun je dan weer nabootsen. Dat alles gebeurt op een ritme van frisse klanken en geluidjes, soms schel dan heel diep, op piepjes en biepjes. Kopffüssler is een rustige aangename mengeling van dansante bewegingen, beelden en muzikale geluiden in een ritme van ontdekken en genieten. En daarna is het zelf kleien en boetseren!
Aaben Dans, Ik Jij Wij Een zelfde sereniteit straalt er van Ik Jij Wij van Aaben Dans uit Denemarken. We zitten al dan niet in tuinstoeltjes rond een groot tapijt waarop dingetjes liggen en waar tussen plexiglasbuizen koorden gespannen zijn. Een heel lange danser en een kleinere danseres trekken elkaar aan, onderzoeken elkaar argwanend, stoten elkaar weer af, en de ene wil de andere overtroeven met nieuwe dingen die hij of zij al dansend en bewegend vindt op het tapijt, tussen de buizen. Dat varieert van een pluisje tot lichtgevende balletjes, van een vierkant dat als een harmonica uitklapt en zich weer opplooit tot een schuivende spiraal. Ook hier klinken frisse computergeluidjes die uitwaaieren tot kleine melodietjes. Het is een kleine ode aan nieuwsgierigheid naar dingen uit je kleine wereld, en van mensen naar elkaar. Ook als volwassene ontdek je (weer) de schoonheid van een pluisje, een gekleurd schijfje, van een rollende bol. Mooi poëtisch. Daarna mogen de kleintjes zelf op ontdekkingstocht op het tapijt, en ook dat is vertederend om te zien. Dans voor peuters – ook abstracte dans – het kan.
Info: www.krokusfestival.be
|
| Dit artikel werd reeds 316 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|