|
Een avondje international crossroadsfestival
| 24 Februari 2011 |
 (c) Crossroads Festival |
Als ik het Zuiderpershuis in Antwerpen betreed, sta ik versteld van het vele volk. In vroegere edities trok het mimefestival, destijds in Aarschot en andere oorden, ook publiek, maar ik had de indruk minder. Heeft de naamsverandering zoveel mensen op de been gebracht? En naarmate de avond van vier voorstellingen vordert, komen er mensen bij, en vanaf de tweede voorstelling zijn de zalen totaal gevuld. Er moeten nog stoelen aangesleept worden. Dat is natuurlijk het voordeel van een festival in een grote stad. Maar, ik kom niet om de massa's te aanschouwen, maar om de kwaliteit van de producties te evalueren. De eerste performance die ik onderga, is van Maren Strack uit Duitsland. Tussen haakjes: alle getoonde producties op het festival zijn uit het buitenland. Niets uit België met zoveel theater dat als 'visueel' gezien kan worden, zoals Troubleyn, Fabre, Simon Allemeersch, Miet Warlop en zoveel andere theatermakers die dans, theater en beeldende kunst vermengen. Ook niets uit Nederland. waar mensen van de mime-opleiding en andere artiesten het bewegingstheater – ook kwalitatief – laten 'boomen'. Denken we maar aan Lotte van den Berg, Jetse Batselaan, De Stilte, het Lab Utrecht, enzovoorts. Maar goed, alleen internationale voorstellingen programmeren, is een keuze van de organisatie. (en die houdt er een speciale filosofie op na, waarop ik nog terugkom). Maren Strack heeft iets met de fysicalessen van haar vader. Met autobanden aan haar handen en voeten probeert ze die wetten uit: vertragen, versnellen, grenzen van beweging aftasten. Ze 'ontdekt' een bewegingspatroon, en dat herhaalt en herhaalt ze. Het zijn oefeningen uit een gymles (maar nu met autobanden aan). Naar voor en naar achter schuiven, en dat dan tien à twintig keer achter elkaar. En de armen in de lucht, en hups, daar gaan we weer. Vermoeiend om te doen, lijkt me, nog vermoeiender om naar te kijken. De banden functioneren als foltertuigen uit fitnesscentra. Minder gesofisticeerd en een stuk goedkoper, maar de performance blijft steken in een gelijksoortige reeks exercities. Na deze opwarming hebben we pauze, en dan gaan we in de massa mee naar een vrouw kijken die zich geïnspireerd heeft op een rankpootkreeft. Deze kreeft is veel onderzocht door Darwin, lees ik in het brochuurtje. Mijn natuurkennis beperkt zich tot wat inlandse fauna en flora, en sinds ik het boek Koetsier herfst van Charlotte Mutsaerts over het lobster-liberationfront heb gelezen, durf ik bijna geen kreeft meer te eten. Ecologisch verantwoorde zelfkwelling, kun je dat noemen. Een grotere kwelling was het echter de Deense Kitt Johnson te bekijken. Ze blijkt in de topsport gezeten te hebben, en heeft een achtergrond van Ausdrucktanz en van butoh-dans. De eerste vijf minuten is het wel leuk om te zien hoe ze als een kreeft beweegt, en hoe de belichting bepaalde lichaamsdelen in de schijnwerpers zet waardoor ze als het ware een andere functie en beweging krijgen. Het zou een aardige performance zijn, als je als publiek vrij bent om te blijven en weg te gaan. Het wordt driekwartier verplichte observatie van de bewegingsvarianten van de kreeft. Voor een bioloog lijkt me dat interessant, maar niet voor mij. Theatraal gebeurt er niets. Geen spanningslijn, (alhoewel gesuggereerd door aanzwellende esoterische klanken), geen dramaturgie. Het blijft bij biologieplaatjes kijken. Daarna is het de beurt aan het Mexicaanse Teatro Inercio met zijn dodendans, ook al weer qua bewegingstaal geënt op butoh. Een pop met grijns komt tot leven, verandert in heel veel mist en rood en geel licht in een lichaam met doodshoofd dat het publiek nog feller toegrijnst, om dan letterlijk in (heel veel) rook op te gaan. Onze hoop is gericht op Diva van Sofie Krog met haar figurentheater. Nog eens echte poppenkast! In een koker vol gordijnen en kamertjes draait de onzichtbare manipulator rond, bespeelt ze de ene keer een diva, dan weer laat ze een monsterprofessor op wieltjes aandraven die een lotion wil creëren. Een soort konijntje moet op zoek gaan naar fruit, komt bij een eenzame hand terecht, die achteraf zelfmoord pleegt. Enzovoorts. Het zijn allemaal korte acts in de poppenkastjes van de draaiende koker. Aardig gebracht, bijwijlen echt grappig, maar de gesuggereerde spanning en mysterieuze sfeer hangen op verre afstand. Het is het zoveelste entertainmentverhaal uit vervlogen variété. Hier ter lande hebben we toch heel wat ander figurentheater. Maar Diva was het beste wat ik deze avond gezien heb. Ligt dat nu aan mij? Ik vrees dat ik een grote fout heb gemaakt. Ik had natuurlijk van tevoren de filosofie van het festival op de website moeten lezen. Ik ben nu gewoon gaan kijken als geïnteresseerde theaterbezoeker, met dertig jaar theaterkijkervaring. Verkeerd!Want wat lees ik achteraf: Het 'visueel en beeldend' theater, dat het festival propageert, leunt nauw aan bij de haptonomie (hapsis: gevoel; nomos: wetmatigheid, norm). Haptonomie bestudeert op een fenomenologische wijze het voelen en het verband met het gevoelsleven. In overdrachtelijke zin, het tactiel in contact zijn met onszelf en de wereld, daarbij heel de mens omvattend. Haptonomie en de visuele theaterproducties in het kader van het International Crossroads Festival contempleren over de vraag hoe men in het leven en in relaties staat en hoe die positie tastbaar te maken. Deze reflectie laat toe om zich meer bewust te zijn van en beter om te gaan met de beleving van het lichaam als fundament voor menselijke communicatie, om inzicht te verkrijgen in de wisselwerking tussen dit lichamelijk gevoel en het geestelijk gevoelsleven. Het lichaam als drager van gevoelens en als geheugen voor gevoelservaringen. Dat is nog niet alles, want direct wordt dat aangevuld met: In grote mate is dit reminiscent aan het talmoedische concept jetser hara: het instinctieve leven voelbaar in onze vitaliteit, de verbinding met het onbewuste, met motivaties, verlangens en conflicten. Het ontbrak mij dus aan 'jetser hara en haptonomie'. Ik heb geen actie en interactie tussen lichamelijk gevoel en geestelijk gevoelsleven in de vier producties gezien, laat staan ervaren, ik heb mij niet ingezet om meer inzicht te krijgen in het lichaam als communicatiemiddel. Ik wilde heel gewoon mooi, aangrijpend, pakkend theater zien, overdonderend theater dat in zijn fantasie je bij de lurven pakt, je laat gieren, je inpakt. En dat verwachtte ik van theater dat zichzelf visueel en beeldend noemt (net alsof 'gewoon' theater niet beeldend visueel is), dat hoopte ik van theater dat nadruk legt op beelden en woordloze beweging, en daar haar troeven van maakt. Maar het enige wat ik die avond te verorberen kreeg, waren kleffe hapklare brokken. Ik verwacht van een festival een degustatie (desnoods zonder kreeft). Ik bleef op mijn honger. Jammer voor mij dus. Info: Www.crossroadsfestival.eu
|
| Dit artikel werd reeds 366 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|