Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Herinneringen aan Ellen Stewart: een “mama” voor het theater 9 Februari 2011


(c) Ruby Washington
Op 91-jarige leeftijd is in het Beth Israel Hospital in New York op donderdag 13 januari 2011 Ellen Stewart na een langdurige ziekte overleden. Zij startte begin negentienzestig in New York La MaMa, een Off-Off-Broadway-experiment dat ook tot Europa doordrong en van een enorme betekenis is geweest voor de evolutie van het theaterschrijven en voooral –spelen. In 1973 nam ze in Gent deel aan een internationaal colloquium over “marginaal theater”, een benaming die ze zeer verfoeide. Dat bleek onder meer uit haar tussenkomsten en ook uit gesprekken daarna. Ze behoort niet enkel tot het theater van Amerika. Haar inzet en haar principes voor een herwaardering van het theater zijn ook hier van belang geweest en zijn het nog waard er aan te herinneren.

De zwarte Amerikaanse Ellen Stewart werd op 7 november 1919 geboren in Alexandria in de staat Louisiana. Verschillende bronnen vermelden dat haar voorouders Afrikaanse slaven waren, die zich graag muzikaal manifesteerden. Zelf ging ze er prat op dat ze van kindsbeen af creatief bezig was, samen met haar pleegbroer Fred Lights. Haar ouders zijn vroeg gescheiden en Ellen was om beurten bij haar vader, een kleermaker in Louisiana, en haar moeder die lerares was in Chicago. Naar eigen zeggen is Ellen in haar jeugd weinig op school geweest.

In Chicago runde ze een muziekkroeg waar onder meer de jazz- en blues-zangeres Billie Holiday (1915-1959) en scat-zanger Cab Calloway (1907-1994) gasteerden. Ze ging uiteindelijk voor lerares studeren aan de Arkansas State University, huwde een postbode en kreeg in 1943 een kind. In 1950 besliste ze modeontwerpster te worden en verhuisde ze naar New York.

In die tijd was New York één van de twee steden in de VS waar Afro-Amerikanen terecht konden in een school voor modemakers. Het duurde slechts een paar dagen vooraleer Ellen een job vond in het kledingscircuit. Ze dacht daarmee haar studies te betalen, maar ze werd zodanig in beslag genomen door haar opdrachtgevers dat ze fulltime in dienst ging en opklom tot chef. Ze bleef acht jaar bij Saks Fifth Avenue en verwierf faam als modeontwerpster. Ze werd ziek en ontslagen. Daarna werkte ze enkel nog freelance.

Na een omweg via Tanger (Marokko) waar ze voor een depressie naartoe was gegaan, kwam ze terug in New York. Haar pleegbroer had samen met een vriend, Paul Foster, een toneelstuk geschreven maar ze kregen geen waardering voor hun werk. Daarom besloot Ellen Stewart zich in te zetten voor jonge toneelschrijvers. Inmiddels was ze door een modezaak afgewezen omdat ze geen blanke was en dacht ze er aan zelf een boetiekje te beginnen. Ze huurde een kleine kelder en toen iemand zei dat die ruimte eigenlijk best als keldertheater kon dienen, vond ze het geen slechte suggestie.

De naam La MaMa ontstond toevallig. Een ambtenaar die langs kwam voor een onderzoek, na klachten van blanke buren, meende eerst met een verdachte bar te doen te hebben. Maar zelf was hij een man die graag op stap was en hij zag de kelder wel geschikt als restaurant. Hij hoorde Paul Foster Ellen Stewart “mama” noemen en stelde voor het pand als Café La Mama te registreren. Uiteindelijk werd het La MaMa Experimental Theatre Club (La MaMa E.T.C.). De ruimte bood plaats aan 25 toeschouwers.

De eerste officiële voorstellingen begonnen in juli 1962. Het waren eenakters van onbekende auteurs en de spelers speelden voor wat het publiek na afloop wilde geven. Bij gebrek aan beter, werd soms in de slaapkamer gespeeld en diende het bed als podium. Maar Ellen Stewart hield het daar niet bij. Ze wilde workshops organiseren en het theater in New York (en daarbuiten) weer ziel en zin geven. Het experiment van Joe Cino in zijn Café Cino in New York was haar bekend. Jonge dichters kwamen er voorlezen, er werden korte stukjes opgevoerd en de beatniks brachten er gitaarmuziek. Het kunstenaarstreffen van Off-Off-Broadway kwam tot nieuw leven en daar mocht theater niet bij ten achter blijven. Maar de moeilijkheden en de tegenkantingen stapelden zich op. De stad New York stelde zware eisen inzake brandveiligheid, de media negeerden haar werking en het syndicaat van de acteurs liet niet toe dat met niet-gesyndiceerde acteurs en beneden de prijs werd opgetreden. Er zat niets anders op dan nieuwe ruimtes te zoeken en meer mogelijkheden.

Zelf had Ellen een inkomen uit haar modeontwerpen en dank zij de goede prestaties van spelers en andere medewerkers kon ze op sponsoring rekenen van onder meer de Rockefeller- en Fordstichting en van andere sympathisanten. In 1969 beschikte ze al over twee zaaltjes van elk 120 plaatsen en behalve La MaMa E.T.C. was er ook een La MaMa Repertory Theatre bedrijvig. Beginnende auteurs als Sam Shepard en de Belg Jean-Claude van Itallie trokken de aandacht, evenals Harold Pinter en de activiteiten die het Open Theatre iedere maand organiseerde onder de leiding van Joe Chaikin. Daarenboven had ze in 1964 Tom O’Horgan als residerend regisseur aangetrokken. Deze all-round artiest realiseerde voor La MaMa De Meiden van Jean Genet. O’Horgan vormde een hechte groep spelers waarvan hij verwachtte dat ze werkelijk alles konden: dansen, zingen, acrobatie, jongleren, dat ze een perfecte taalbeheersing hadden en meerdere instrumenten konden bespelen. Oosterse en Westerse technieken van lichaamstraining en -beheersing werden bestudeerd. Volgens O’Horgan was theater niet “tonen”, maar “zijn”: “to be – not to represent – to be”. Op uitnodiging trok hij met zijn spelers naar Denemarken en werd La MaMa meteen in Europa bekend. Einde 1964 was Ellen Stewart in Parijs. In 1965 maakte een hele groep spelers een eerste tournee en in 1967 werden meerdere Europese hoofdsteden bezocht en werd het plan opgevat in verschillende landen bijhuizen van La MaMa op te richten.

In 1969 verliet O’Horgan La MaMa om met een eigen groep te beginnen. Hij had inmiddels ook naam gemaakt Off-Broadway en in Londen met Hair, een musical waarvoor hij zich baseerde op Shakespeare’s Twelfth Night ( Driekoningenavond). Het werd een taboedoorbrekende, anarchistische productie en een groot succes, niet enkel door een paar vluchtige naaktscènes.

De invloed van 0’Horgan was niet gering bij de spelers die bij La MaMa bleven werken en ook niet bij anderen in de toenmalige progressieve theatermiddens. Het verwerken van de dynamiek die uitgaat van een lichaam, van een beweging of een gebaar, werd gecombineerd met rockmuziek waaruit dan onder meer de rockmusical ontstond.

In 1970 werd La MaMa erkend als een internationaal centrum voor theater. Ellen Stewart organiseerde op vraag van de UNESCO het Third World Institute of Theatre Arts Studies (TWITAS) een initiatief voor uitwisselingen tussen derdewereld-kunstenaars en kunstacademie-leerlingen van de VSA, dat in 1979, het Jaar van het Kind, uitgebreid werd naar leraars en andere culturele verantwoordelijken uit de hele wereld. De stad New York schonk La MaMa een ruimte, waarin ook een kunstgalerie voorzien was, waar beeldende kunstenaars gratis konden exposeren en dichters en muzikanten konden optreden. In 1980 koos Peter Brook La MaMa voor het opzetten van The Ik en The Conference of the Birds. Hij negeerde daarmee de aanbiedingen van de commerciële Broadwaytheaters en dat bleef niet onbesproken.

Ellen Stewart ging maar door met het organiseren, regisseren en vooral activeren van alle soorten theateractiviteiten. Dat werd haar niet door iedereen in dank aangenomen.
Een tentoonstelling in La MaMa van foto’s van Robert Mapplethorpe werd door de overheid als obsceen aangezien. De NEA (National Endowment for the Arts), de commissie die van staatswege subsidies toekende, trok de toelage in. Het gebeurde wel meer dat La MaMa op het punt stond te moeten verdwijnen. Een noodfonds werd dan opgericht en heel wat bekende acteurs en andere kunstenaars sprongen bij.

Tot op heden blijft La MaMa een bloeiende en boeiende onderneming, dank zij de onvermoeibare inzet en de generositeit van medewerkers en publiek. Het overlijden van Ellen Stewart maakt geen einde aan de activiteiten. Haar opvolgers in de verschillende locaties waaruit La MaMa momenteel in New York (74 East 4th Street) bestaat, dragen de visie van de “mama” verder uit. Ellen bracht deze visie in oktober 1973 in ons land naar voor op een Internationaal Colloquium in de Gentse Academie.

Ze beklemtoonde dat het theater dat na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan en eventueel als “experimenteel” kan omschreven worden, niet als “marginaal” mag beschouwd worden. Dit jonge, vitale theater, verzet zich tegen verstarring, geeft nieuwe impulsen, bloeit overal in de wereld en kweekt nieuw bloed. Niet dit theater is marginaal, maar de mensen die er geen weet van hebben en er niet mee in voeling staan. Theater, als volwaardige kunst, staat trouwens nooit buiten of aan de rand van de maatschappij, maar er midden in. Dit maatschappelijk geëngageerd theater wordt enkel gemaakt met spelers die theater beschouwen als een noodzakelijk verlengstuk van hun leven met al de risico’s van dien. Leven en theater zijn één.

Ellen Stewart heeft een golfbeweging op gang gebracht die zich over heel de wereld heeft verspreid. In Europa, dat inzake vernieuwing in de greep kwam van Antonin Artaud en Jerzy Grotowski, heeft zij er het maatschappelijk aspect van theater aangescherpt, met nadruk op communicatie, die echter niet noodzakelijk verbaal hoeft te zijn. Onmiskenbaar is haar invloed op de visie van Ritsaert ten Cate van Mickery in
Amsterdam en op de teksten en regie’s van Lodewijk De Boer; op Franz Marijnen, Grotowski-adept die Mechelen ruilde voor New York en in 1973 met zijn Camera Obscura-groep eventjes terug was; op Peter Brook en Ariane Mnouchkine in Parijs, en op regisseurs en dramaturgen zoals Armand Delcampe en Jacques De Decker in Franstalig België.

Ellen Stewart was er van overtuigd dat haar werkterrein de hele wereld was en voor elk mens wilde zij een “mama” zijn. Ze zag theater als een uitstekend middel om mensen bij elkaar te brengen en ze met elkaar te confronteren. Niet het theater is een spiegel, maar de mens is een spiegel voor de mens.


Info: www.lamama.org

Dit artikel werd reeds 323 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel