Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Ultima Thule creëert Oosterlengte: twee verhalen, één droom. 23 Januari 2011


© Koen Van Overmeiren
Het grote voordeel van figurentheater is, dat het nog suggestiever kan werken dan alle andere vormen van theater. Zelfs als je de figuren en objecten tot minimale proporties en aantallen beperkt, kan je nog een hele wereld oproepen. Dat wordt nog maar eens bewezen met Oosterlengte van Ultima Thule. Twee verhalen die één worden, met één verteller-acteur, met een paar kleine popjes, met primitieve schommels op een haast kale scène.

Ultima Thule is ooit, onder de naam Poppentheater Joris Jozef, zo begonnen in 1981, met één man, Joris Jozef, één van de pioniers van het progressieve poppenspel dat zich al zeer vroeg tot een multidisciplinaire kunst ontwikkelde. Samen met nog andere poppentheaters bouwde Joris Jozef mee aan de nieuwe visie. De relatie tussen pop en speler werd een lat-relatie: de pop maakte zich los van het kastje en ging een confrontatie aan met de speler-manipulator of gewoon met de speler-acteur. Ook de horizon werd breder, het repertoire universeler, het gezelschap groter. In de jaren negentig werd het dan Figurentheater Ultima Thule, een verwijzing naar het weinig bekende eiland Thule als symbool voor het durven ontdekken en dromen en het verleggen van grenzen. Die visie blijft bewaard in de evolutie die het gezelschap, dat nu al enkele tijd door Wim De Wulf wordt geleid, nog altijd meemaakt.

De Wulf is zowel acteur, zanger, componist, regisseur, schrijver en manipulator en bekend van activiteiten bij heel wat kleine en grotere gezelschappen. Al was hij de laatste jaren bij Ultima Thule vooral aanwezig achter de schermen, voor Oosterlengte is hij op de scène de duivel-doet-al, gecoacht door Sven Ronsijn en Els Trio, aangekleed door Evelyne Meersschaut en in het licht gezet door Rupert Defossez.

Het tweedelige verhaal dat De Wulf kwijt wil, situeert hij voor een deel hier en voor een deel in een ontwikkelingsland. Het gaat telkens over twee kinderen die er van dromen hun verlangens uiteindelijk verwezenlijkt te zien. Bij de twee westerse knapen gaat het om een geheime uitvinding waarmee ze dan de wereld zouden kunnen verbazen; bij een broertje en zusje uit een Afrikaans land gaat het over een stille droom naar een betere situatie, naar genegenheid en een beetje erkenning. Na heel wat perikelen en trucs bij de enen en ellende, misbruik en dood van het broertje, bij de anderen, ontmoeten Noord en Zuid elkaar in België, in een onthaalcentrum voor mensen zonder papieren. Daar is een vervroegd-gepensioneerde militair en vader van de snaakse uitvinder Arthur, de directeur van.

Hoe het Afrikaanse meisje Naomi uiteindelijk bij Arthur en zijn uitvinding terecht komt en hoe het hen verder vergaat, vertelt Wim De Wulf met veel zwier en gedrevenheid. De personages krijgen een specifieke beweging, een eigen lichaamstaal, mimiek en stem. De popjes die hij hanteert zijn bijzonder. Ze lijken gewone speelgoedpoppen te zijn en precies daardoor versterken ze het pure karakter en de onschuld van de kinderen. Het verstrijken van de tijd en de overtocht naar het beloofde betere land krijgen een even eenvoudige als verrassende technische oplossing in het gebruik van schommels en zeildoek.

De productie richt zich niet enkel tot een jeugdig publiek, maar zeker ook tot volwassenen. Het is een nuchtere vorm van vertellen en een kundig artistiek optillen ervan. Dat betekent niet dat het dramatische van het gegeven wordt ingepakt. Bepaalde scènes laten niet los. Korte gevoelige passages waarin Naomi en Arthur, ondanks een taalprobleem, dichter bij elkaar komen krijgen ook een vleugje humor mee. Ook dat maakt van Oosterlengte een frisse bries in een vroege lente.


Info: www.ultima-thule.be of info@ultima-thule.be

Dit artikel werd reeds 374 keer gelezen.auteur(s):Roger Arteel