Braaf maar dringend Ik ben geen racist van fABULEUS
| 23 Januari 2011 |
 © Clara Hermans | De zeventienjarige Braam (Braam Verreth) uit Ik ben geen racist van fABULEUS is op de vlucht. De meute wil hem dood. Door enkele verkeerde beslissingen en door net te vaak te weinig na te denken over wat er om hem heen en in zijn naam gebeurde, is hij de meest gezochte persoon van het land geworden. Met de hulp van een videocamera gaat hij na hoe dat zo is kunnen gebeuren. fABULEUS ontleedt in deze stevige theaterversie van Per Nilssons gelijknamige jeugdroman de mechanismen van het populisme. Hij is zeventien en een wees. Zielig wil Braam daar niet over doen, maar misschien speelt het wel een rol dat hij geen ouders meer heeft, oppert hij. Het begon allemaal kort na de dood van zijn vader. Hijzelf en twee klasgenoten mochten naar een beurs op de Heizel in Brussel, omdat ze een prijs hadden gewonnen met een zelfontworpen broodrooster op zonne-energie. De drie plattelandsjongens nemen het er zich goed van, zo op stap in de grote stad. Ze drinken, flirten met meisjes, maken plezier. Maar dan loopt het mis. Braam wordt neergestoken door een jongen van Marokkaanse afkomst. Hij overleeft, maar het krantenbericht trekt de aandacht van Jan Breidelman, een charismatische politicus met grootse plannen. Breidelman vraagt Braam voor hem te komen werken. Zonder goed te beseffen waar die Breidelman eigenlijk voor staat, stort de tiener zich in een avontuur dat het hele land in een populistische, extreem-rechtse maalstroom vol doodslag en geweld doet terechtkomen. Dramaturge Ruth Mellaerts herschrijft het oorspronkelijk Zweedse verhaal naar een Belgische context. Dat doet ze althans geografisch. Opmerkelijk misschien – zeker in deze tijden van politieke impasse en hang naar populisme – is dat ze de politieke (binnen- en buitenlandse) actualiteit uit de tekst houdt. Is dat omdat de makers ervan uitgaan dat jongeren niet genoeg weten over politiek om zich voor verwijzingen naar de actualiteit te interesseren (een figuur als Geert Wilders kon zo als gefundenes Fressen voor de voorstelling dienen)? Of om het verhaal universeler te houden? Ons stoorde de fictieve achtergrond niet zozeer. Het iets vagere maatschappelijke onbehagen dat voortkomt uit de wrijvingen tussen links en rechts was wel duidelijk herkenbaar en schiep genoeg grond. Het thema op zich is voldoende dringend en herkenbaar om het stuk uiterst relevant te maken. Op theater werkt Ik ben geen racist voor ons beter dan in de romanvorm, waar de vele stilistische herhalinkjes en truukjes snel op de zenuwen beginnen te werken. Per Nilsson imiteert er een spreekstijl mee die haast vanzelf naturel gaat klinken als je hem effectief uitspreekt, maar dat niet per se doet in geschreven vorm. Dat het verhaal er staat, heeft echter ook vooral te maken met de acteerprestatie van Braam Verreth. Hij draagt de voorstelling moeiteloos. Scenografische ingrepen zoals een scherm en camera en een rollend décor maken de voorstelling visueel prikkelender en brengen haar dichter bij de zaal. Nergens vermoed je dat ze ook nog eens moeten dienen als handvatten voor de acteur om zich aan vast te grijpen. Hij blijft ook zo overeind. Braaf en klassiek ondanks de technische ingrepen, maar tegelijk ook dringend, dynamisch en bijzonder goed gebracht. Zo zou je Ik ben geen racist van fABULEUS kunnen omschrijven. Het valt te hopen dat de voorstelling nog een lang en succesvol parcours kan afleggen, ook en misschien vooral voor scholen. Van september tot november 2011 beleeft de voorstelling alleszins een tweede tournee.
Info: www.fabuleus.be
|
| Dit artikel werd reeds 872 keer gelezen. | auteur(s):Ines Minten |
|