Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

De mens als brooddoos
Brooddoos van Bronks
5 Oktober 2010


(c) Bronks
Een mens is een brooddoos waar elke dag iets anders inzit. Een brooddoos die honger kan stillen. Een doos die leeg kan achterblijven. Dat is het originele idee achter – jawel – Brooddoos, een theatervoorstelling voor 5+. Janne Desmet speelt, Dimitri Leue schrijft en regisseert. De muziek komt uit alles, behalve uit conventionele instrumenten, en de overige personages zijn grote, kartonnen figuren.

Casie vertelt een verhaal. ‘Geen sprookje’, legt ze uit, veel meer ‘een echt-gebeurdje’. Ze was erg blij toen ze voor de allereerste keer naar school mocht, want daar zou ze heel veel leren en enorm veel nieuwe vriendjes maken. Maar het eerste wat ze leerde, was dat niet alle kinderen even leuk zijn. Vooral Mo valt tegen: die is ‘de beste in niet leuk zijn.’ Hij duwt haar en probeert allerlei scheldwoorden uit. Casie doet alsof het haar allemaal niet raakt, tot Mo haar plotseling ‘brooddoos’ noemt. Dan begint haar lip te trillen en als haar lip begint te trillen, weet Casie, dan volgen de tranen, en als de tranen komen, is ze verloren. Ze zoekt begrip bij een aantal volwassenen, maar de juf, de directrice en haar ouders wuiven de pesterijen een voor een weg. Het meisje ontdekt uiteindelijk zelf hoe positief de naam ‘brooddoos’ zijn kan, als ze het maar uit de juiste hoek bekijkt.

Actrice Janne Desmet, compleet met twee vlechtjes, brengt de monoloog speels en ontwapenend. Het personage ligt haar goed en haar stem past perfect bij het huppelende ritme van de tekst. Dimitri Leue schreef Brooddoos op vraag van culinair fotograaf Tony Leduc. Die was van plan om een kookboek te maken over brooddozen en wilde het project een extra poot geven. ‘Ik heb lang getwijfeld omdat ik geen idee had wat een voorstelling over een brooddoos zou kunnen zijn’, zegt Dimitri Leue in de perstekst. ‘Pas toen ik tevreden was over de gedachte achter de voorstelling, hoe een mens een brooddoos zou kunnen zijn, ben ik beginnen nadenken over de verhaallijn.’ Van de theatertekst is ook een kinderboek gemaakt, met illustraties van Tom Schoonooghe. Begrijpelijk, want het verhaal is sterk en mooi genoeg om ook op zichzelf te staan. De taal die Leue gebruikt is fris en beweeglijk. Ze vindt een ideale partner in de muziek die Jon Birdsong, Aarich Jespers en Kobe Proesmans live uit de vreemdste attributen te voorschijn toveren. Een regenpijp, glazen flessen, een fietsbel en -wiel, plastic tassen en dozen, proppen ritselend papier… het kan allemaal dienen. Een gieter met gaatjes erin wordt heel eenvoudig een fluit. Noem ze muzikanten, geluidskunstenaars of bricoleurs met tonen en noten – het klopt allemaal, want wat ze doen klinkt ook allemaal. Niet te vergeten is ook de rol van Mattias De Leeuw, die de kartonnen figuren uit de voorstelling maakte. Levensgrote gezichten van de volwassenen die haar niet begrijpen of berispen, kijken streng op het kleine meisje neer en illustreren eenvoudig, maar raak de grote wereld waarin een kind gemakkelijk verloren kan lopen. De Leeuw, die illustratieve vormgeving studeert en met Brooddoos zijn eerste stappen in het theater zet, manipuleert zijn figuren ook zelf op scčne en speelt tegelijk de stille sidekick van het meisje. Uitgedost als Spiderman helpt hij haar nu en dan een handje.

Allemaal samen zorgen deze elementen voor een grappige, levendige en bij momenten oprecht ontroerende voorstelling die eenvoudige materialen op een inventieve manier samenbrengt tot een muzikaal en ritmisch kloppend, fantasierijk geheel. Hoogtepunt voor de jonge toeschouwers is ongetwijfeld het moment waarop Casie aanzet tot een dansje om nieuwe vrienden te bekoren. Na twee seconden twijfelen, springt heel de zaal recht en doet in zijn enthousiasme de tribune daveren. Deze uitbundige scčne is verrassend, en juist in het stuk verweven. Brooddoos is een goed uitgebalanceerde voorstelling die huppelt, springt en danst, maar ook vertraagt op exact de goede momenten.


Info: www.bronks.be

Dit artikel werd reeds 829 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten