| Lola en de leugen | 27 Februari 2003 |
De stad Maastricht maakt werk van de herinrichting van het winkelcentrum. Aanleggen van nieuwe riolering, kabels, straatbekleding, en er komt een tunnel. Dat alles om de koper het winkelen aangenaam te maken. Want een stad leeft van en door zijn winkels. Maar na sluitingstijd loopt een inkoopstad leeg. Dan begint een ander soort uitgaansleven. Theaterbezoek hoort daarbij. En Maastricht heeft op theatergebied veel te bieden. Niet alleen inzake opleiding, ook als aanbod van voorstellingen. In het Derlon Theater, even de Maas over naar de Céramique toe, daar speelt Het Vervolg. Dit ensemble gaat ook op reis en komt al eens in België. En altijd met verzorgde voorstellingen, zoals dat heet. Bewerkingen vaak van boeiende auteurs. Zoals nu deze Lola Lola, waarvan het materiaal teruggaat tot bij de Duitse schrijver Heinrich Mann en diens roman Professor Unrath uit 1905, bekend door de filmversie die Josef von Sternberg in 1930 maakte onder de titel Der blaue Engel, met Marlene Dietrich. De kunstenares Rosa uit het boek van Mann wordt de nachtclubzangeres Lola. Het is dit personage dat Rainer Werner Fassbinder (1946-1982) opvoert in zijn film uit 1981, waarvoor Peter Märthesheimer het scenario schreef, dat in een tweede versie gesitueerd is in een kleine stad in een milieu van corrupte projectontwikkelaars en prostitutie. Fassbinder houdt zich niet aan het scenario van Märthesheimer. Hij maakt een eigen versie. Jaren later schrijft Märthesheimer dan een toneelversie en daar heeft regisseur Léon van der Sanden van Het Vervolg mee gewerkt. Dat wil zeggen, hij heeft er teksten aan toegevoegd en inhoudelijk dingen veranderd. Zo is de idealist Esslin van demonstrant tegen de oorlog nu een milieuactivist. Maar de uiteindelijke ontknoping van het melodrama over liefde, geld en leugen, is deze van Fassbinder en Märthesheimer: een corrupte ambtenaar pleegt geen zelfmoord; hij huwt het hoertje, wordt in het clubje van gechanteerden opgenomen en geniet aanzien in de stad.
Het kan toeval zijn dat Lola Lola in Maastricht geprogrammeerd staat precies in de periode dat het centrum van de stad een bouwwerf is. Of er nu in die stad en in verband met de “openbare werken” sprake is van corruptie of niet, het doet er niet toe. Lola Lola is een stuk voor alle tijden en voor alle steden. De voorstelling is dan ook in die zin opgevat, dat er geen reële locatie of tijd wordt opgeplakt. Centraal staat een klein draaitoneel, een meerduidig symbool. De wereld als een carrousel, een molen van plezier, maar ook een molen die gevoelens maalt en waar je in verdwijnt en plots weer te voorschijn komt. De Lola die Sally-Jane van Horenbeeck neerzet is gereserveerd, niet direct een wulpse meid, maar eerder een introvert type, dat in de loop van de voorstelling opengaat. Lola staat niet voor datgene dat de geniepige en rijke schuinmarcheerders er in willen zien. Zij is een jonge vrouw die heimelijk hoopt op een bestendige liefdesrelatie. Ze wordt door haar bezoekers grof misbruikt en fungeert eigenlijk als een middel om ze te ontmaskeren. Maar eenmaal zo ver, ziet ze ook in dat buiten zowel als binnen de nachtclub, de wereld op de zelfde leugenachtige manier draait.
De voorstelling loopt in één ruk door, dus zonder pauze. Er is een rijke afwisseling van scènes die bijzonder vlot worden gerealiseerd rond de draaiscène en waarin vooral zakelijk, zonder franjes, wordt geacteerd. Alles zeer to the point. Met een verrassende uitschieter als de onkreukbare von Boom (Paul Hoes), begeeft en zich in een haast waanzinnige bui afreageert. Mieneke Bakker en Guusje Van Tilborg nemen zonder moeite twee rollen voor hun rekening. De vertolking is trouwens over de gehele lijn zeer homogeen.
Belgische toeschouwers kunnen extra blij zijn met Sally-Jane van Horenbeeck die zij onder andere kennen van soapseries op de Vlaamse televisie, en nu in Lola Lola bewijst zeer plankvast te zijn. Vlaamse theatermakers houden ze best in het oog.
In het seizoen 2003-2004 gaat Lola Lola op tournee.
Info: Het Vervolg
|
| Dit artikel werd reeds 166 keer gelezen. | auteur(s):Roger Arteel |
|