Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

NTGent zingt – een geslaagde oefening in teambuilding
Aida* van NTGent
5 Oktober 2010


(c) Phile Deprez
NTGent opent zijn nieuwe seizoen met een knal. Aida* is een statement van formaat om de nieuwe koers van het gezelschap onder artistieke leiding van Wim Opbrouck in te luiden. Het Gentse stadstheater profileert zich voortaan als een ‘huis van spelers’ en trekt met Aida* de mentaliteit van de horizontale, niet-hiërarchische structuur radicaal door.

De spelers van NTGent willen hun schouwburg – nu ze eindelijk echt helemaal van hen is en van hen alleen – inzingen. Ze doen het vol overtuiging en overgave, in heel het gebouw (ze zingen niet alleen in de zaal, maar ook vanuit de gangen) en slepen en passant de boekhouding, de schoonmaakploeg en alle toeschouwers in hun enthousiasme mee. Een nooit gezien staaltje teambuilding.

Wie een getrouwe weergave verwacht van Verdi’s opera komt bedrogen uit. Het decor is kaal. In de zwarte doos van de scène staat alleen een eiland waarop de muzikanten (Jan Czajkowski en Bendix Dethleffsen) hun instrumenten hebben neergepoot. Het gewoonlijke visuele operabombast ontbreekt volledig. Ook het tragische liefdesverhaal van de Ethiopische slavin en de Egyptische legeraanvoerder die uiteindelijk levend begraven worden, is geschrapt. Geen glitter, geen triomftochten met olifanten en pluimen, geen aria’s, geen sterspelers. Wat blijft zijn sterk vereenvoudigde zangpartijen voor koor en publiek. De tekst wordt extreem vereenvoudigd tot er niet veel meer overblijft dan een uit volle borst getoeterd ‘pa paa papapa papa paa papapa paa papa!’ Hoe gek het ook klinkt, het is dit onderdeel van de voorstelling dat overeind blijft. Puur uit de samenzang puurt de voorstelling toch nog de adrenalinestoot die je verwacht van opera.

Dat de samenzang lukt, is ongetwijfeld de grote verdienste van dirigent Christoph Homberger (hier vriendschappelijk Hombie genoemd). Wanneer Wim Opbrouck voorzichtig aankondigt dat weldra het ‘gênantste moment’ van de avond zal volgen en dat de toeschouwers allemaal mee zullen moeten zingen, schuifelt er eventjes iets van onwil door (grote delen van) de zaal. Maar al snel blijkt dat geen enkele aanwezige individueel voor schut gezet zal worden. Misschien helpt die opluchting om ons over de drempel te helpen, maar het is toch vooral de sympathieke en enthousiaste aanpak van de dirigent die ervoor zorgt dat bijna iedereen, van de parterre tot het derde balkon en voor hij/zij het goed en wel doorheeft, luidkeels meezingt. En het gaat wel degelijk om zingen, niet zomaar om in het wilde weg meebrullen – wie zo’n resultaat bereikt met een onvoorbereid en ongeoefend publiek, is een groot pedagoog. Opeens en onverwacht maak je als toeschouwer deel uit van iets moois, van een artistiek project. Het NTGent zindert tot in zijn fundamenten. Het horizontaal gestructureerde tijdperk-Opbrouck is aangebroken en iedereen zal het geweten hebben. Een bedrijfsleider die zoiets voor elkaar krijgt, mét participatie van het volledige personeels- en klantenbestand, doet een gooi naar de titel van manager van het jaar.

De eerste voorstelling onder bewind van een nieuwe leiding laat zich makkelijk lezen als een artistiek statement: zo gaat het er hier vanaf nu aan toe. Een geoliede machine waarin elk radertje goed in het volgende draait en waarin al te veel hiërarchie gemeden wordt. Mooi. Met zulke vooruitzichten krijg je je personeel wel gemotiveerd om hard te werken. Wat ook duidelijk is, is dat NTGent zijn waardering wil uiten voor het publiek dat trouw kaartjes koopt. ‘Ook u bent belangrijk. Ook u hoort bij ons. Ook u mag meespelen in ons fijne bedrijf’, is de boodschap.

Het enige wat me mogen hopen is dat de verregaande Aida-bewerking van NTGent geen al te populistische periode inluidt. Qua startschot kon dit spektakelstuk namelijk tellen. Qua op zichzelf staande voorstelling doet ze het iets minder. Na de spetterende climax van de triomfantelijke samenzang schakelt Aida* over op iets traditionelere theatermechanismen. Steven Van Watermeulen speelt Ferdinand de Lesseps, de Franse ingenieur die het Suezkanaal bedacht en verwezenlijkte. Ter ere van de opening van het kanaal schreef Giuseppe Verdi zijn Aida. Uit de optimistische en idealistische speeches van De Lesseps haalt het NTGent de inhoud van de eigen versie. Geen tragische liefdesgeschiedenis, maar een betoog vol blind geloof in de vooruitgang en de handel, die alle mensen ter wereld in harmonie zullen laten samenleven. Aida* ontleent er ook zijn ondertitel aan: Optimism is a moral duty. Het wordt meteen het motto voor de nieuwe koers. Helaas waren we als toeschouwer minder optimistisch over de kracht van de monoloog. Na de adrenaline van het samen zingen, is de speech een minder geslaagde anticlimax. Misschien was Aida* als inzinger overtuigender geweest als het gewoon bij een inzinger was gebleven? Nu vermoeden we er toch een gemeende voorstelling achter en bijgevolg net iets te veel een poëtica van wat komen gaat. Voor één keer was het mooi en plezant. Maar het mag bij die ene unieke belevenis blijven. Nu wachten we op het echte werk.


Info: www.ntgent.be

Dit artikel werd reeds 471 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten