Vader en zoon op de scène Dit is mijn vader van Ilay den Boer/Huis van Bourgondië | 14 September 2010 |
 (c) Moon Saris | Zie ze daar staan. Vader en zoon, in flodderende trainingsbroeken, de vader in zijn onderlijfje. En met een voetbal in zijn hand. Daar wiebelen ze van het ene been op het andere, wat onwennig voor het publiek. De zoon een Jood, zo vertelt hij, via moederskant, de vader een afvallige gereformeerde. Het is echt: Gert den Boer is de echte vader van Ilay. En samen weten ze realiteit en dramatische realiteit organisch door elkaar te weven. Dat is het knappe van deze enscenering: er is een evenwichtige balans tussen het participeren van de toeschouwers om het samenspel van de twee antagonisten wat te sturen, en het theatergedeelte van die twee.
Ze zullen over vaders leven vertellen, en als de toeschouwers iets willen weten, hoeven ze het maar te vragen. Ilay deelt een dun boekje uit met jaartallen over zijn vader. 1959, het geboortejaar, 1963 met de naam van de kleuterschool. Bij 1978 staan Spanje en altruïsme. Bij 1986 de geboorte en besnijdenis van Ilay. Eerste scheiding in 1984. 1996 is het jaar van veranderingen. De mensen krijgen even de tijd om het door te nemen. Aarzelend begint de vragenronde.
Uit vakjes in een grote kast tegen de wand worden voorwerpen gehaald om de anekdotes kracht bij te zetten. Soms ligt er niets achter een luikje met een jaartal. Dan zijn het alleen herinneringen. Het wordt een gezellig gekeuvel tussen vader, zoon en publiek. Maar je voelt tussen vader en zoon een onderhuidse spanning, die steeds meer naar boven komt. Waarom heb je dat toen gedaan? Wilde je weer opvallen? Hoe kun je je als twaalfjarige van het geloof afwenden? Dacht je toen wel aan mij? Had je niet beter anders gehandeld? Waar waren je idealen?
De babbel glijdt geleidelijk naar praten over voetballen, de grote jeugdpassie van de zoon. Hij kon heel goed keepen. Een mooi fragment is als vader en zoon op het podium een balletje trappen. De vader blijft richtlijnen geven, zoals hij vroeger zijn zoon wilde pushen. Met succes. Maar een jongen, Benny van de voetbalclub, ziet bij het douchen dat Ilay een besneden piemel heeft: ‘Ben jij een Marokkaan?’ ‘Neen, ik ben een Jood. Wij kennen ook de besnijdenis.’ Dan begint het getreiter, dat van kwaad tot erger leidt. De vader probeert de voorvallen verbaal te verzachten, te relativeren, maar de situatie escaleert. Ilay wordt in een tunneltje gemolesteerd, de auto hangt vol poep, vader en zoon krijgen ruzie met Benny en diens vader, er vallen klappen.
Gebeurt het allemaal in het hoofd van Ilay of is het echt? Is het fantasie of werkelijkheid? Het doet er niet toe. Ilay ziet in het pestgedrag van Benny antisemitisme, raakt er door verblind, ziet de hele samenleving tegen de Joden samenspannen, en in een razernij trekt hij schuiven en pancarten uit de grote wandkast: een grafzerk besmeurd met hakenkruisen, skinheadfiguren, een spandoek 'Hamas Hamas, alle Joden aan het gas', rapporten over het groeiend antisemitisme. De hele Nederlandse gemeenschap is anti-joods. De hele bevolking is zijn vijand geworden. Hij geeft zich bloot, in al zijn woede en machteloosheid. In clichés, allicht, want vijandbeelden zijn nu eenmaal clichématig en met vooroordelen aan beide kanten.
Ilay reageert ook zo, net zoals Benny tegen hem, even dolgedraaid en drammerig. Zijn vader probeert hem te kalmeren, te troosten. Eveneens met clichés. Samen zingen het lied: Mensch, durft te leven. Eigenlijk is dat cynisch, want dat lied dat uit 1918 stamt, was erg populair in de jaren '20 en '30, en wij toeschouwers weten wat er in die tijd broeide en wat er met de Joden is gebeurd. De vader ruimt de antisemitische symbolen op, de zoon haalt ze steeds weer tevoorschijn.
Gingen deel I en deel II van Het beloofde feest nog over het Jood-zijn en de staat Israël (zie bespreking Janken en schieten, archief) dan gaat dit deel III over het antisemitisme dat Ilay als opgroeiende jongere heeft ervaren. Je kunt de vader niet anders dan gelijk geven in zijn pogingen de situatie niet op te blazen, maar ook de onmacht van de zoon en diens felle reacties roepen om begrip. Je kunt alleen maar hopen dat zijn fanatisme zal afnemen. En ook het fanatisme aan de andere kant.
Info: www.theaterfestival.be en www.hetbeloofdefeest.nl
|
| Dit artikel werd reeds 419 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|