Hoe nietig is de vluchteling, de mens Haven 010 van Walpurgis & 't Arsenaal, i.s.m. Union Suspecte | 18 Augustus 2010 |
 (c) Jordi Bover | Migratie, asiel, illegalen. Het zijn thema's die de gedreven theatermaker (en artistiek directeur van 't Arsenaal, en publicist) Michael De Cock brandend actueel houdt, en dat is maar goed ook. Het is een problematiek die we niet uit het ogen mogen verliezen. Samen met fotograaf Stephan Vanfleteren stelde hij een fotoboek samen, en samen met zijn gezelschap en met Walpurgis en Union Suspecte werd de productie Haven010 gemaakt.
Een grote loods, half donker, drie grote projectieschermen. Beelden van de Oostendse haven in de ochtendschemering. Vrachtwagens vertrekken langzaam en glijden van het ene scherm naar het andere. Iets desolaats schuilt in de beelden, en ook in de schemering over het betonnen speelvlak. Het personage Mourad (Mourade Zeguendi) loopt trekkend met zijn been schichtig, zich half verbergend, over en weer. Als een muis die in een scheepsruim doolt. Ondertussen zie je op de schermen de getuigenis van een illegaal over zijn brutale behandeling door de politie. Die getuigenis zet zich verder in het personage, wanhopig op zoek naar een vluchtoversteek naar Engeland. Dat is zijn doel, dat is zijn redding. Terug naar Algerije kan hij niet, hier in België blijven ook niet, Engeland is zijn levenshoop. Pogingen zijn tot nu toe mislukt, hij is zelfs verder van de kust weggeraakt, tot in Jabbeke. Daar ontmoet hij de vrachtwagenchauffeur Eric (Ruud Gielens), een man die weliswaar papieren heeft, maar die net als Mourad op zoek is naar onafhankelijkheid en naar een eigen identiteit. Hij voelt zich als een mier die voeding door Europa vervoert.
Het is een aftasten in wantrouwen en vertrouwen. Mourad belandt een paar maanden in Merksplas, Eric geeft hem een gsm, en op het einde lopen ze samen als de poort omhoog rolt, naar buiten. De gesprekken en de stiltes tussen deze twee mensen zijn levensecht en menselijk, en hoefden echt niet aangevuld te worden met getuigen en politieke duiding op de schermen. Die documentaire achtergrond had ook in de tekst en het spel verwerkt kunnen worden, waardoor het geheel aangrijpender had kunnen zijn. Sfeerbeelden van de Oostendse haven op de schermen waren genoeg geweest.
Sfeerdragend zijn ook de muzikale intermezzo's van het vijfkoppige meisjesorkest met zang, accordeon, viool, basgitaar en klarinet (onder leiding van Judith Vindevogel). Het zeeroverslied Jenny van Brecht/Weill klinkt snerpend, Heroes van Bowie drukt de wensdroom uit, en ook de andere liederen en instrumentale nummers passen organisch in het verhaal en het spel. Pas echt én beklijvend is het einde als een groep mannen, vrouwen en kinderen de speelvlakte bevolkt, en er luid de cantate Ach, wie flüchtig, ach wie nichtig ist der Menschen Leben van Johan Sebastian Bach wordt gescandeerd, uitgescheeuwd. Deze mensen dit lied zien en horen zingen in deze lege, kille en donkere ruimte: dat emotioneert, raakt, ontroert. Alleen al om dat mee te maken en te ondergaan, is Haven 010 aan te raden.
Info: Www.walpurgis.be - www.tarsenaal.be - www.unionsuspecte.be - www.zva.be
|
| Dit artikel werd reeds 320 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|