Branie op de konijnenwei De Roovers, Blue-Remembered Hills | 16 Juli 2010 |
 © Jordi Bover | De Roovers kiezen een braakliggend gebied tussen de spoorweg en de binnensingel onder het Antwerpse Justitiepaleis als speelplek voor hun bewerking van de oorspronkelijke film van Dennis Potter. Deze plek wordt ook wel 'de konijnenwei' genoemd. Het publiek loopt in een lange slinger in de richting van de spelers, die in de verte een vuurtje aanleggen, huppelen, elkaar een sigaret afpakken, elkaar pesten, met steentjes gooien. We belanden op het speelterrein van een groep kinderen en worden er zowaar nostalgisch van. 'Dat er nog zo'n plaats in de stad bestaat…', bedenken we terwijl we een zitje zoeken op de tribune. Rechts zien we signalisatielampen van een vliegveld, die tijdens de voorstelling steeds feller zullen gaan branden, en links op een heuveltje staat een bruin schuurtje.
De volwassen acteurs spelen kinderen. De jongens spelen oorlogje, zitten een eekhoorn achterna, en de ene doet nog stoerder dan de andere. Dreigende verbale branie evolueert naar echte vuistslagen. De meisjes spelen met poppen, maar willen niet onderdoen voor de jongens. Het is oorlogstijd, we horen het geluid van overvliegende bommenwerpers boven ons (iedereen kijkt dan of het wel echt is, en ja hoor, één keer vliegt er echt een vliegtuigje boven het terrein). Er is de stoere jongen, er is de eeuwige tweede, de grote mond, de stotteraar, en de jongen Donald die altijd gepest wordt, ook door de meisjes. En dat zal natuurlijk ontaarden.
De Roovers speelden de tekst van Dennis Potter al in 2003, toen als zaalvoorstelling. In zijn artikel Ridders op een houten ros? Theater als strijdtoneel, gisteren en vandaag vermeldt collega Roger Arteel dat hij getroffen was door het spel en de maatschappelijke inhoud van het stuk. 'De grens tussen kinderspel en echte oorlog, tussen pesten en terrorisme wordt steeds vager.'
De locatieversie op de Konijnenwei maakt alles groter. Door het uitvergrote spel, door het af en aan rennen, de heuvels oplopen, de heuvels afglijden, krijgt het verbale 'geweld' ook een fysieke uitstraling, krijgen de karakters ook letterlijk ruimte en bewegingsvrijheid. De onderhuidse spanningen kunnen echt naar boven komen, de conflicten ontbranden.
Kinderen zijn kleine volwassenen. Ze zijn directer in hun gluiperigheden dan de grote mensen, existentieel zijn het geen onschuldige wezentjes. Ze kunnen zich ontpoppen tot ettertjes die een conflict alleen met geweld menen op te lossen. Het zijn machtsconflicten die als ze geen kinderen meer waren en echt machtig zouden zijn, op grote schaal tot een oorlog konden leiden.
Niet alleen de locatie geeft een meerwaarde aan deze inhoud, ook het spel van de acteurs in die entourage zorgt voor extra naturel. Het zichtbare plezier waarmee alle acteurs kind spelen, draven, hollen, schelden, zorgt voor een speelse, maar vaak ook wrange humor. De drang om zich te moeten manifesteren in een groep, met alle stoerdoenerij erbij, is bij deze volwassen kinderen veel manifester aanwezig dan bij 'echte' volwassenen, bij wie machtsontplooiing wat meer gecamoufleerd wordt, maar met eenzelfde wreedheid tot gevolg. Haantjesgedrag en lafheid gaan samen, maar er is ook onderlinge solidariteit. In deze herinnerde nostalgie naar de kinderjaren valt de romantisch gekleurde verhulling eraf.
In die zin verlaten we de konijnenwei met een dubbel gevoel: we hebben genoten van de humor en van het spelplezier, en aan de andere kant zijn we (alweer) getroffen door de gevolgen van de primaire machtsneigingen bij mensen, oud en jong.
Info: Nog t/m 24/7 op de Zomer van Antwerpen - www.zva.be - www.deroovers.be
|
| Dit artikel werd reeds 459 keer gelezen. | auteur(s):Tuur Devens |
|