Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Hoe puur je spits en relevant theater uit stoffige archieven?
Billy, Sally, Jerry and the .38 Gun van Steigeisen/KVS
28 Juni 2010

Met zijn heuglijk historisch-documentair theater is het jonge gezelschap Steigeisen (Duits voor klimijzer) goed bezig zich stevig in het theaterlandschap te verankeren. Het visueel, tekstueel en sferisch sterke Fobbit, dat Thomas Bellinck en Jeroen Vander Ven maakten toen ze nauwelijks afgestudeerd waren van het Rits, is me bijgebleven als een van meest belangwekkende producties van 2009. Billy, Sally, Jerry and the .38 Gun duikt in de geschiedenis en blijft hangen in 1975, op de dag dat de Amerikaanse president Gerald Ford voor de tweede keer net niet neergeschoten wordt. Drie levens snijden elkaar op dat moment. Drie mensen die tegen wil en dank zijn wat ze zijn en die vooral bekend zijn geworden door wat ze niet deden of niet wilden. Met Billy, Sally, Jerry and the .38 Gun bewijst Steigeisen dat er heel wat boeiends te puren valt uit stoffige archieven en dossiers.

Gerald Ford staat geboekstaafd als de langstlevende Amerikaanse president. Hij stierf in 2006 op de 93-jarige leeftijd. Hij werd als vice-president noch als president door het volk verkozen. In 1975 volgde hij Richard Nixon op toen die na Watergate moest aftreden. Drie weken nadat een aanhangster van Charles Manson Ford had proberen neer te schieten, deed ook politiek activiste Sara Jane Moore een poging om ‘een poot onder het bed vandaan te zagen’, opdat het hele boeltje in elkaar zou stuiken. Ze miste de president op een haar na. Voor ze een tweede keer kon vuren, duwde Vietnam-veteraan Oliver Sipple haar arm opzij en redde op die manier het leven van de president. Moore vloog achter de tralies en kon pas vervroegd vrijkomen na de dood van Ford, waardoor ze 32 jaar binnen zat. Sipple werd heel kortstondig uitgeroepen tot nationale held, maar zijn toevallige daad leverde de man vooral onheil op. Via de pers ontdekte zijn moeder dat hij homoseksueel was. Ze liet hem als een baksteen vallen. De verhalen van deze drie mensen inspireerden auteur-regisseur Thomas Bellinck tot een stuk. Hier en daar smukt hij de historische feiten op met een vleugje fictie (zo laat verhangt zijn Oliver ‘Billy’ Sipple zich, terwijl die in werkelijkheid twee weken na zijn overlijden in zijn bed werd teruggevonden). De basis haalde Bellinck echter uit historische documenten.

Om de beurt, in een voortdurende afwisseling van korte monologen, laat de auteur-regisseur zijn drie personages hun verhaal doen. Willy Thomas als president Ford opent de voorstelling, stuntelend met microfoon en draad (een knipoog naar de carrière van lezingen die Ford zich zoals veel ex-presidenten na zijn hoofdstuk in het witte huis heeft aangemeten). Een (historisch-documentaire) film zegt meer over de tijd waarin hij gemaakt wordt, dan over de tijd die hij belicht, zegt hij, en hij geeft enkele voorbeelden. Zo laat Thomas Bellinck zijn personage pienter weerwerk bieden tegen de manier waarop hij zelf wordt opgevoerd in het stuk, als een vergeten president-loser, wiens belangrijkste wapenfeit was dat hij niet vroeger het loodje heeft gelegd. Tegelijk poneert Bellinck anno 2010 als een tijd van antihelden, mislukking, gebrek aan daadkracht en karige middelen. Tot dat laatste dragen vooral het stoffig-sympathieke decor van het Brusselse Magic Land Théâtre en de ingezette rekwisieten bij (doorhangende gordijnen, een oude overheadprojector, een ladder, een gietertje en een paraplu om regen te ensceneren...). Jeroen Vander Ven als de aandoenlijke Billy ‘Ik ben een lafaard’ Sipple en Isabelle Van Hecke als de nerveuze Sally/Sara krijgen een opgevuld kostuum. Waar dat goed voor is, wordt niet helemaal duidelijk. Het is een leuke gimmick en doet hen misschien wat meer lijken op de historische figuren die ze spelen, maar veel draagt het niet bij.

Thomas Bellinck heeft een boeiende theatertekst geschreven, waarin hij de drie personages een evenwichtige plaats probeert te geven. Doorspekt met humor en taalplezier toont de tekst zich als een product van een gedreven, talentvolle jonge schrijver. Hier en daar uit hij zijn enthousiasme voor de materie in een te grote woordenvloed. De humor die de drie personages vreemd genoeg lijken te delen, verraadt ook nog iets te veel de hand van de auteur, waardoor de verschillen vooral door de spreekstijl van de overigens erg overtuigende acteurs naar voor komen. Met iets meer schrappen en bijschaven had de speeltekst nog een stuk spitser kunnen zijn dan hij nu al is.


Info: www.kvs.be

Dit artikel werd reeds 561 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten