Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Allemaal mens?
Blik over de taalgrens: Un Homme est un Homme van Théâtre de Poche, XK Theater Group en La Compagnie du Roseau de Ouagadougou
28 Juni 2010


(c) Stéphanie Jassogne
Uit zes verschillende landen komen ze, en ze roepen op tot solidariteit. Voor Un Homme est un Homme verzamelden regisseurs René Georges (XT Theater Group, België) en Salifou Kientega (La Compagnie du Roseau de Ouagadougou, Burkina Faso) een diverse groep Afrikaanse en Europese medewerkers rondom zich. Na twee jaar gezamenlijke voorbereiding komt het heterogene gezelschap tot een homogeen resultaat. Op microniveau verwezenlijken ze hun grotere ideaal: gelijkheid tussen Noord en Zuid. Mens zijn we immers allemaal.

Het begin van Un Homme est un Homme maakt duidelijk dat die toestand vooralsnog utopisch blijft. Vanop het podium, sober bekleed door een cirkel zand en een grote bolvormige tulen sculptuur, weerklinkt de stem van Nicolas Sarkozy. Zijn woorden komen uit een omstreden toespraak aan de universiteit van Dakar in 2007. Met een – ongetwijfeld – goedbedoelde maar licht denigrerende toon gaat de Franse president op zoek naar ‘het probleem’ van Afrika. De Afrikaan is te veel een natuurmens gebleven, zegt hij, die zit te wachten op de terugkeer van het verloren paradijs in plaats van te streven naar vooruitgang. Hij is te passief. De uitdaging voor de Afrikaan is in te stappen in de geschiedenis. Om zelf de touwtjes van zijn lot in handen te nemen.

Dat is precies wat de drie hoofdpersonages van het stuk doen: resoluut richting geven aan hun leven. Ze besluiten te migreren naar Europa, ‘le rêve blanc’ achterna. De jongste (de in België geadopteerde Rwandees Afazali Dewaele) wil zijn vriendinnetje in Boedapest gaan vergezellen, de middelste (de Senegalese Ansou Diedhiou) hoopt geld te kunnen vergaren voor zijn familie, en de oudste (de Burkinees Charles Watara) is simpelweg zijn verpauperde dorp beu. Maar in Europa raken blijkt niet evident. De tocht in bussen, boten en containers is een verschrikking en de enkeling die zijn bestemming bereikt, kan slechts rekenen op onbegrip, verwijten en geweld. Het contrast met het gemak van Sarkozy’s woorden is groot. De kloof tussen ideaalbeeld en realiteit aanzienlijk.

De feiten haalden Georges en Kalifou uit een grote hoeveelheid interviews met economische migranten. Zo’n documentaire aanpak zou kunnen uitmonden in een droog en belerend betoog. In die val trappen de makers niet. De (soms té) kronkelende tekst van René Georges wisselt droge gegevens af met poëzie en woordspelingen. Gezongen passages – waarbij de spelers aan weerszijden van het publiek komen staan – geven een sfeervolle toets. Vooral het scènebeeld van de Burkinese Dao Sada is knap. De tulen bol, na het eerste tafereel opgehesen boven de hoofden van de acteurs, symboliseert de wereld die voedt met aarde en water. De uitgeveegde zandcirkel drukt het efemere uit van een protest dat geen weerklank vindt. Samen creëren ze een gelaagdheid die een dergelijke politieke aanklacht in theatervorm wel eens mist.

Ook humor en enthousiasme geven lucht aan het geheel. Behalve de bezielde liederen springen er nog twee scènes uit. In de ene halen de drie mannen tussen de Afrikanen heersende vooroordelen naar boven. In de andere maken ze zich vrolijk over de Europese clichéopvattingen rond sans-papiers. Maar beide scènes eindigen wrang. Hoe groffer de gedachte, hoe luider het lachsalvo. Nochtans is er weinig grappigs aan de naïeve Afrikaan die stikt omdat hij wil oversteken in een postpakket. Weinig vermakelijks aan de Europeaan die zich afvraagt hoe je in godsnaam kan leven in een zwarte huid. Het aanhoudend geschater camoufleert een veel minder vrolijk onderliggend gevoel. De lach wordt dekmantel voor verontwaardiging en boosheid.

Enkel in het parlando slotlied komt de woede onverbloemd naar voor. De voorstelling is wel degelijk een protest. Tegenover een falend migratiebeleid. Tegenover de mens die vergeet wat menselijk is. De provocerende toon van het lied nodigt uit tot discussie. Niet toevallig wil het Théâtre de Poche een forum zijn voor de sociale actualiteit. Un Homme est un Homme is meer dan een avondje uit. Het stuk wil debatten openen. Tonen dat de ‘wij zijn allemaal mens’-gedachte geen verworvenheid is, maar een doel dat roept om verwezenlijking.


Info: www.poche.be of www.xktheatergroup.be

Gezien op 19/6, Brussel, Théâtre de Poche

Dit artikel werd reeds 383 keer gelezen.auteur(s):Heleen Mercelis