Hartveroverend schroot YVOD/ROBOT van Tuning People | 28 Juni 2010 |
 (c) Maya Wilsens | Drie wetenschappers in stofjas te midden van tafels en een vloer gevuld met geluidproducerende, uit wegwerpmateriaal en huishoudapparaten gefabriceerde constructies: nog voor er werkelijk iets gebeurt, boeit het openingsbeeld van YVOD/ROBOT al wie de ruimte binnenwandelt. Wanneer na enkele minuten een houten plank snerpend begint te schreeuwen, is het hek helemaal van de dam. Een goed uur lang laat het publiek zich verbazen en vertederen door gebricoleerde machines en een universum van geluid.
Dat universum is eigen aan de voorstellingen/performances van Tuning People. Sinds 2003 maakt het collectief rond de artistieke kern van vormgever/geluidsontwikkelaar Wannes Deneer, theatermaker/acteur Jef Van Gestel en danseres/choreografe Karolien Verlinden geluids- (en geen muziek)theater. Niet enkel het kunstzinnig combineren van klanken telt, ook hoe de tonen tot stand komen is cruciaal. Elk project vertrekt vanuit een auditieve prikkel. In Tuning People #1 (2004) bewoog een danseres op geluid dat ze zelf voortbracht, Madame Fataal (2006) onderzocht hoe klanken performers kunnen verbinden en Worm (2008) vormde een geluidsfabriek waarrond de toeschouwers zich op bureaustoelen konden verspreiden. En nu is er dus YVOD/ROBOT, ‘een elektronische musical met robots voor iedereen vanaf tien jaar’. Dat het niet om een traditionele musical gaat, spreekt voor zich. Hoewel de drie kernleden voor het eerst samen op de scène staan, zijn niet zij maar de zogenaamde robots zowel steracteurs als backing vocals.
Het achtergrondkoor bestaat uit een reeks apparaten van diverse pluimage die subtiel zoemen, ronken of ratelen. Stuk voor stuk zijn ze creatief ineengeknutseld, bijvoorbeeld in een ingenieuze combinatie van een haardroger, een ventilatorsysteem en een mondharmonica. Maar de ware publiekstrekkers zijn de gepsychologiseerde robots, elk gekarakteriseerd door een bepaald geluid en gevoel. Een van angst trillend draadfiguurmechaniekje vindt troost bij een meervoudig statief met bengelend hoofd. Een wenend robotje laat een tranenplas achter op een tafel. Op meeslepende muziek (van Jochem Baelus en Wannes Deneer) creëren twee verliefde creaturen een romantisch intermezzo. Het publiek glimlacht vertederd.
Want hoe duidelijk de robots ook zijn opgebouwd uit schroot, radertjes en een vleugje hightech (verzorgd door Olmo Claessens en Jim Bollansée), we kijken ernaar alsof het spelende kinderen zijn. Tuning People wil de grenzen verkennen van onze aangeboren neiging tot antropomorfisme – het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens en objecten. De opgetrokken neuzen bij een brakende machine of de medelijdende blikken bij de huilrobot tonen het gemak waarmee we aan deze neiging toegeven. Zelfs bij figuurtjes die ons uiterlijk volledig vreemd zijn. Het heeft iets paradoxaals. Het eenvoudige, primitieve karakter van de apparaten maakt hen sympathiek. Het contrasteert met onze eigen ingewikkeldheid. Het is haast alsof we in de complex opgebouwde robots onze verloren eenvoud terugvinden.
Ook de wetenschappers laten zich verleiden door hun snoezige creaties. In eerste instantie komen ze nochtans neutraal en observerend over. Ze noteren, filmen en belichten elke mechanische beweging. Ze lijken toeschouwers van een interessant fenomeen. Maar al snel wordt duidelijk dat zij wel degelijk de touwtjes in handen hebben – letterlijk soms. Dat zie je aan de afstandsbedieningen, maar beter nog wanneer de ene een banaan in de mond van een robot steekt en de tweede hem er aan de andere kant weer uithaalt. Gaandeweg gaan ze met steeds meer plezier geloven in hun gerobotiseerde schepsels. Ze voetballen en dansen ermee. Bijna verbaasd antwoordt Verlinden op de robot die vraagt wat zij doet: “U bedienen.” De wetenschappers zijn tegelijk bestuurder en dienaar van de robots. Het dubbele heft de machtsverhoudingen op: in hun fascinerende werkplaats zijn mens en object evenveel waard.
Daarom is het jammer dat de voorstelling eindigt als een afgeronde werkdag. De stofjassen verhuizen naar de kapstok, de lichten worden gedoofd. Het ietwat schoolse narratief beklemtoont de rol van de wetenschappers. Het maakt duidelijk dat zonder begeleiding geen artificieel leven mogelijk is. Dat de gelijkheid een verzinsel blijft. Zonde. Want de fantasievolle sfeer van de hele voorstelling, de herkenbare gevoelens van de robots en de originele geluiden deden net smaken naar meer.
Info: www.tuningpeople.be en www.nona.be
Gezien op 25/6, Mechelen, kc nOna
|
| Dit artikel werd reeds 962 keer gelezen. | auteur(s):Heleen Mercelis |
|