Theatermaggezien ®
omdat theater belangrijk is...
ARCHIEF 2000 - 2014

Uitwaaieren over een braakland
Muur van Inne Goris, Pieter De Buysser en Dominique Pauwels
20 Mei 2010


(c) Koen Broos
Een muur met een omtrek van ruim 60 meter. Acht acteurs, een zangeres, een soundtrack en een publiek die er omheen cirkelen. Dat biedt een eerste blik op de voorstelling Muur van Inne Goris, Pieter De Buysser en Dominique Pauwels. Een interessant vormexperiment, een generatieconflict en een flinterdunne politieke laag zijn de sleutelwoorden tot een interpretatie.

Het architectenbureau 'Kersten Geers David Van Severen' creëerde de muur die voor de voorstelling op het domein van Thurn & Taxis in Brussel werd neergezet. Een ronde muur zonder deuren of andere openingen, 'een reusachtige belachelijke nul' op een groot, braakliggend terrein. Qua locatie en decor kan het tellen. Het stuk speelt zich af in 2064. De muur staat er dan al meer dan vijftig jaar. In 2010 vestigden vier kinderen zich op het terrein. Ze bouwden de muur uit puin en gruis, bouwden hun leven erbij. De verhalen over de muur verspreidden zich over de wereld en namen stilaan mythische proporties aan. Daartoe aangetrokken komen opnieuw twee broers en hun twee zussen naar het terrein afgezakt. Ze willen het zaakje overnemen, hun eigen verhalen creëren. Wat begint als een vriendelijk-achterdochtig aftasten van de generaties, eindigt al snel in harde woorden en daden. De oude generatie moet weg. En wel nu.

Choreografie van toeschouwers

Wanneer de toeschouwers de muur naderen, horen ze door hun koptelefoon de geluiden van het leven rond de muur. Helemaal achteraan op het terrein, in het hoge gras achter de muur lopen de vier kinderen. Ze lachen, roepen en hijgen uit in je oor. Sommige toeschouwers pakken een plastic krukje van de stapel, eventueel met een dekentje erbij. Het publiek waaiert uit, maar stelt zich aanvankelijk toch vooral zo op dat het de jonge acteurs goed kan zien. Daarbij lijkt het de vier oudere spelers, die rond de muur staan en zitten, in zijn midden op te nemen. Even later rennen de jongeren naar de muur toe, tussen de toeschouwers door, die zich herpositioneren, omdraaien, een nieuw plekje kiezen. De voorstelling lang bewegen de acteurs over hun terrein. De toeschouwers horen alles wat er gebeurt, maar zien, afhankelijk van de plaats waar ze op dat moment staan, alleen gedeeltes van het gebeuren. Hier en daar kiest iemand een vast plekje uit. De kruk wordt neergepoot en de toeschouwer komt er de voorstelling lang niet meer vanaf. Veel aanwezigen blijven echter mobiel en laten hun ogen systematisch de geluiden volgen. Soms met succes, soms zijn ze gewoon niet snel genoeg. Het resultaat is een grappige choreografie van aanwezig-afwezige mensen die geen echte rol krijgen in het stuk, maar toch mee de sfeer bepalen. Je kunt ze zien als de stille getuigen die de verhalen en geruchten van de muur in zich opnemen en verder zullen verspreiden. Voor de personages zijn ze er niet echt, maar ze vangen genoeg op om ervoor te zorgen dat de mythe zal worden voortgezet. De toeschouwers observeren, registreren, vullen de verhalen aan, lopen elkaar en de spelers af en toe voor de voeten. Die mobiliteit en het bijhorende spel van zien en niet zien is het mooiste aspect van de voorstelling en een van de belangrijkste elementen voor de creatie van de sfeer die het geheel draagt.

Woordenfilter

De basistekst voor de voorstelling is van de hand van Pieter De Buysser. Het Goethe-instituut, wereldwijd actief op vlak van internationale culturele samenwerking, nodigde hem en nog zo'n twintig Europese toneelauteurs uit om voor het project After the Fall een stuk te schrijven over de betekenis van de val van de Berlijnse muur. Liever dan te herdenken, zet De Buysser echter aan tot nadenken, vooruitdenken en verbeelden. Anders 'blijft herdenken een verdienstelijk onderdeel van de spijsvertering.' De muur is volgens hem immers niet gevallen, alleen verplaatst: 'Die staat nu in Lampeduza, Gibraltar en Cadiz, aan de grenzen van Fort Europa. Dus tot zo'n grote feeststemming kon ik niet verleid worden.' Hij schreef vervolgens twee teksten: de onafgewerkte versie van een roman en het groteske politiek-filosofische Metselvariaties voor beginners. Die gaf hij aan Inne Goris met de mededeling dat ze er haar zin mee mocht doen.

De Buysser houdt van veel woorden. Inne Goris niet. De uiteindelijke speeltekst is het resultaat van improviseren rond en genadeloos filteren van de woordenveelheid van de auteur. Het verhaal dat overblijft is suggestief en nodigt de toeschouwer uit om de gaten zelf in te vullen. Er had voor ons iets meer vlees aan mogen blijven. De nadruk komt in de plot nu wel heel erg op het generatieconflict te liggen. De kinderen gooien de ouderen hardhandig van hun terrein. Elke dialoog wordt opgeheven. In die hardheid schuilt hem net de politieke dimensie. Een systeem ruimt baan voor een nieuw systeem en dus moeten de laatste restjes van het oude verdwijnen. Vragen of er misschien iets goeds was dat bewaard kan blijven, is overbodig, onwenselijk. Deze laag komt pas tegen het eind van de voorstelling wat duidelijker aan de oppervlakte, maar is zeker niet wat het meest zal bijblijven.

Durven en doen

Muur haalt zijn charme vooral uit zijn sfeer. Behalve de locatie en de positie van spelers en publiek rond de muur, die er een groot aandeel in hebben, bepaalt ook de muziek van Dominique Pauwels die sfeer mee. De klankband, geluiden gemixt met compositie, illustreert de voetafdruk van de gefilterde woorden en vult (gedeeltelijk) op wat weggelaten is. Enkele keren breekt sopraan Lieselot De Wilde als het personage Hanna met een lied in de voorstelling binnen. De zingende Hanna richt zich rechtstreeks tot de andere personages. Zo lijkt ze een brug te vormen tussen het afwezig-aanwezige publiek dat nog altijd over het terrein circuleert. Tegelijk schiet de muziek hier haar functie van sfeerschepper voorbij. Wanneer de zangeres onder het zingen de schouders ophaalt en het oudste meisje (Ruth Bruyneel) daarbij direct aankijkt, maakt de voorstelling een bizarre zijsprong naar een even bizar soort highbrow musical. Het is een detail, maar het paste niet goed bij de rest.

Inne Goris is niet bang om te experimenteren. Dat spreekt voor haar. Niet alleen technisch moet de productie voor de nodige klamme handen hebben gezorgd. Ook met haar acteurs heeft ze een gok gewaagd. Ze koos vier jongeren tussen 10 en 21 en vulde die cast aan met vier zogenaamde senioren, eveneens amateurspelers. Behalve met een reële generatiekloof heeft ze dus rekening moeten houden met de sterke en minder sterke kwaliteiten van haar spelers. Dat ze erin slaagt om de troeven en beperkingen van acteurs, locatie, technisch en ander materiaal om te buigen tot een al bij al toch vooral fascinerende locatievoorstelling, maakt haar tot een uitstekende regisseur voor buitengewone en gedurfde producties.

Gesprek met de makers/spelers:



Trailer:




Info: www.lod.be


Muur is een productie van LOD en Beursschouwburg, in coproductie met Kunstenfestivaldesarts.

Dit artikel werd reeds 444 keer gelezen.auteur(s):Ines Minten